Bedrijfseconomie blok 1
Lesweek 3
Hoofdstuk 1
1.1 Bedrijfseconomische vakgebieden
Financiering
= investeringen die door de onderneming verricht worden en met de
manier waarop die investeringen het beste gefinancierd kunnen worden.
Dus zowel financieringsproblematiek als investeringsproblematiek.
Management accounting
= de (financiële) rapportage aan de bedrijfsleiding, zodat zij
verantwoordelijke beslissingen kunnen nemen, is gericht op de toekomst.
Financial accounting
= de externe financiële rapportage aan aandeelhouders, werknemers,
kredietverschaffers en andere belanghebbenden, hierbij wordt met name
het jaar verslag gebruikt (verleden).
1.2 Relaties met andere vakgebieden
Financiering, management- en financial accounting zijn aangewezen op andere
vakgebieden waarmee ze in relatie staan;
- Boekhouden basisgegevens van het bedrijf (wijzigingen in
grootboekrekeningen).
- Ondernemersrecht de externe verslaggeving is verbonden aan wettelijke
regels.
- Belastingrecht de winst van een onderneming is verbonden aan belasting,
daarbij is de
fiscale winst van belang (financial accounting).
- Organisatiekunde effectieve en efficiënte organisatorische structuur.
, Bedrijfseconomie blok 1
1.3 Bedrijfseconomische functies
Hoofdstuk 2
2.1 Economie en bedrijfseconomie
- Economische wetenschappen houdt zich bezig met de vraagstukken die
samenhangen met het streven naar welvaart van de mens; hoe kan iemand
optimaal voorzien in goederen en diensten?
- Algemene economie bestudeert de relaties tussen consumenten en producten
tussen de producten onderling. Hierbij word micro- en macro-economie
onderscheiden.
- Bedrijfseconomie richt zich op het economisch handelen binnen de
productieorganisaties.
2.2 Kenmerken van ondernemingen
Productieorganisatie die naar winst streeft;
- Productiemiddelen worden bij elkaar gebracht en vervolgens in een
productieproces omgezet in producten.
- Samenwerkingsverband van de productiefactoren arbeid en kapitaal
(grondstoffen een duurzame middelen)
- Opbrengst van de verkoop van de geproduceerde goederen moet meer
zijn dan de prijs die zij op de inkoopmarkt betaalt voor de
productiefactoren.
-
Lesweek 3
Hoofdstuk 1
1.1 Bedrijfseconomische vakgebieden
Financiering
= investeringen die door de onderneming verricht worden en met de
manier waarop die investeringen het beste gefinancierd kunnen worden.
Dus zowel financieringsproblematiek als investeringsproblematiek.
Management accounting
= de (financiële) rapportage aan de bedrijfsleiding, zodat zij
verantwoordelijke beslissingen kunnen nemen, is gericht op de toekomst.
Financial accounting
= de externe financiële rapportage aan aandeelhouders, werknemers,
kredietverschaffers en andere belanghebbenden, hierbij wordt met name
het jaar verslag gebruikt (verleden).
1.2 Relaties met andere vakgebieden
Financiering, management- en financial accounting zijn aangewezen op andere
vakgebieden waarmee ze in relatie staan;
- Boekhouden basisgegevens van het bedrijf (wijzigingen in
grootboekrekeningen).
- Ondernemersrecht de externe verslaggeving is verbonden aan wettelijke
regels.
- Belastingrecht de winst van een onderneming is verbonden aan belasting,
daarbij is de
fiscale winst van belang (financial accounting).
- Organisatiekunde effectieve en efficiënte organisatorische structuur.
, Bedrijfseconomie blok 1
1.3 Bedrijfseconomische functies
Hoofdstuk 2
2.1 Economie en bedrijfseconomie
- Economische wetenschappen houdt zich bezig met de vraagstukken die
samenhangen met het streven naar welvaart van de mens; hoe kan iemand
optimaal voorzien in goederen en diensten?
- Algemene economie bestudeert de relaties tussen consumenten en producten
tussen de producten onderling. Hierbij word micro- en macro-economie
onderscheiden.
- Bedrijfseconomie richt zich op het economisch handelen binnen de
productieorganisaties.
2.2 Kenmerken van ondernemingen
Productieorganisatie die naar winst streeft;
- Productiemiddelen worden bij elkaar gebracht en vervolgens in een
productieproces omgezet in producten.
- Samenwerkingsverband van de productiefactoren arbeid en kapitaal
(grondstoffen een duurzame middelen)
- Opbrengst van de verkoop van de geproduceerde goederen moet meer
zijn dan de prijs die zij op de inkoopmarkt betaalt voor de
productiefactoren.
-
