Aardrijkskunde samenvatting
Hoofdstuk 1 wereldeconomie: winnaars en verliezers
1.1 Kantelt het economisch wereldbeeld?
70% Van de industriegoederen werd in 1990 in westerse landen gemaakt. In 2018 nog maar
de helft. De westerse multinationale ondernemingen (mno’s) verschuiven dit naar andere
landen om twee redenen.
1 De mno’s verplaatsen hun maakindustrie naar lagelonenlanden om voor een zo laag
mogelijke prijs te produceren.
2 De markt waarop goederen of diensten van een bedrijf worden verkocht (afzetmarkt) in de
niet westerse landen is interessant. De koopkracht neemt toe.
Op het plaatje zie je hoe de
wereldhandel verschuift van de
centrumlanden naar de periferie en
vooral de semiperiferie (BRICS-
landen). De goederen die daar
gemaakt worden zijn vooral voor de
westerse landen. Daarnaast is de
omvang van de wereldhandel
toegenomen doordat:
1 De productieketen is opgedeeld. Elk
onderdeel wordt geproduceerd waar
dat het goedkoopste kan.
2 Transport is sneller en goedkoper,
vooral door de komst van de container. Het snelle vervoer + moderne
communicatietechnologie zorgt ervoor dat alles precies op tijd op de bestemming aankomt
waar het verkocht kan worden.
3 Handelsgrenzen verdwijnen en dat stimuleert de wereldhandel. De
Wereldhandelsorganisatie (WTO) is tegen het afschermen van de binnenlandse markt. Dat
doen de VS wel, ze proberen hun eigen maakindustrie te beschermen door importheffingen
op goederen uit China. China doet hetzelfde tegen de VS. Als zoiets verder oploopt spreken
we van een handelsoorlog. Maar zou zo’n handelsoorlog globalisering kunnen afremmen?
De machtsverhoudingen in de WTO zijn veranderd. Behalve Europa en de VS beslist China
nu volop mee. Centrumlanden zijn nog steeds de belangrijkste landen voor de
wereldeconomie, omdat ze een voorsprong hebben op het gebied van ontwikkelen en
produceren. Het economisch kerngebied verschuift dus (global shift). We zijn op weg naar
een multipolaire wereldeconomie waarbij belangrijke economische kerngebieden op
meerdere plaatsen in de wereld liggen.
Hoofdstuk 1 wereldeconomie: winnaars en verliezers
1.1 Kantelt het economisch wereldbeeld?
70% Van de industriegoederen werd in 1990 in westerse landen gemaakt. In 2018 nog maar
de helft. De westerse multinationale ondernemingen (mno’s) verschuiven dit naar andere
landen om twee redenen.
1 De mno’s verplaatsen hun maakindustrie naar lagelonenlanden om voor een zo laag
mogelijke prijs te produceren.
2 De markt waarop goederen of diensten van een bedrijf worden verkocht (afzetmarkt) in de
niet westerse landen is interessant. De koopkracht neemt toe.
Op het plaatje zie je hoe de
wereldhandel verschuift van de
centrumlanden naar de periferie en
vooral de semiperiferie (BRICS-
landen). De goederen die daar
gemaakt worden zijn vooral voor de
westerse landen. Daarnaast is de
omvang van de wereldhandel
toegenomen doordat:
1 De productieketen is opgedeeld. Elk
onderdeel wordt geproduceerd waar
dat het goedkoopste kan.
2 Transport is sneller en goedkoper,
vooral door de komst van de container. Het snelle vervoer + moderne
communicatietechnologie zorgt ervoor dat alles precies op tijd op de bestemming aankomt
waar het verkocht kan worden.
3 Handelsgrenzen verdwijnen en dat stimuleert de wereldhandel. De
Wereldhandelsorganisatie (WTO) is tegen het afschermen van de binnenlandse markt. Dat
doen de VS wel, ze proberen hun eigen maakindustrie te beschermen door importheffingen
op goederen uit China. China doet hetzelfde tegen de VS. Als zoiets verder oploopt spreken
we van een handelsoorlog. Maar zou zo’n handelsoorlog globalisering kunnen afremmen?
De machtsverhoudingen in de WTO zijn veranderd. Behalve Europa en de VS beslist China
nu volop mee. Centrumlanden zijn nog steeds de belangrijkste landen voor de
wereldeconomie, omdat ze een voorsprong hebben op het gebied van ontwikkelen en
produceren. Het economisch kerngebied verschuift dus (global shift). We zijn op weg naar
een multipolaire wereldeconomie waarbij belangrijke economische kerngebieden op
meerdere plaatsen in de wereld liggen.