Week 1 .......................................................................................................................................................................... 2
Leerdoel 1: Je kunt oorzaken om tot verandering te komen herkennen (Dijkstra, 2012) – Begrijpen ............................. 2
Leerdoel 2: Je kunt de fasen van een geplande organisatieverandering herkennen en benoemen (Alblas & Wijsman,
2013) – Toepassen ............................................................................................................................................................ 2
Leerdoel 3: Je kunt de stappen van een reorganisatieproces herkennen en toepassen (Dijkstra, 2012) – Begrijpen ...... 4
Leerdoel 4: Je kunt de verschillende personeelsstromen passend bij een reorganisatie herkennen en benoemen (Van
den Bosch & Nijssen, 2017) – Begrijpen ........................................................................................................................... 5
Leerdoel 5: Je kunt personeelsstromen in kaart brengen op afdelingsniveau (Van den Bosch & Nijssen, 2017) –
Toepassen ......................................................................................................................................................................... 6
Week 2 .......................................................................................................................................................................... 7
Leerdoel 1: Je kunt de kwaliteit van het personeelsbestand in termen van prestatie en potentieel overzichtelijk in
kaart brengen met behulp van de HR3P-methode (Evers, 2016) (Evers, 1998) - Toepassen ........................................... 7
Leerdoel 2: Je kunt uit de uitkomsten van het HR3P instrument specifieke groepen medewerkers identificeren. Dit
doe je met behulp van extra kengetallen (Evers, 2016) – Analyseren .............................................................................. 8
Leerdoel 3: Je laat zien je bewust te zijn van de beperkingen van het HR3P-instrument (Baarda, 2014) – Begrijpen ..... 9
Leerdoel 4: Je kunt het management een onderbouwd advies geven m.b.t. gewenste uitstroom om te komen tot
gewenst personeelsbestand. Om dit advies te kunnen geven vergelijk de uitgewerkte HR3P met de afspiegelingslijst
(Evers, 2016) (Evers, 1998) – Analyseren .......................................................................................................................... 9
Leerdoel 5: Je kunt analyseren welke factoren de veranderbereidheid van een individuele werknemer positief of
negatief beïnvloeden (Bennebroek Gravenhorst, 2018) – Analyseren ........................................................................... 10
Leerdoel 6: je adviseert het management over de wijze waarop medewerkers aangezet kunnen worden tot de
verandering (Bennebroek Gravenhorst, 2018) – Creëren .............................................................................................. 10
Leerdoel 7: Je bent in staat het management onderbouwd te adviseren of er sprake is van drie verschillende aspecten
van rechtvaardigheid: rechtvaardige behandeling, rechtvaardige verdeling en rechtvaardige procedure (Dalen, 2017)
– Analyseren ................................................................................................................................................................... 13
Week 3 ........................................................................................................................................................................ 15
Leerdoel 1: Je kunt het management onderbouwde adviezen geven over de hr-instrumenten die ingezet kunnen
worden in het kader van het bevorderen van mobiliteit (Dijkstra, 2011) (Van den Bosch & Nijssen, 2017) (Semeijn,
2017) – Creëren .............................................................................................................................................................. 15
Leerdoel 2: Je kiest de hr-instrumenten passend bij de medewerkers ropen uit de vier kwadranten van het HR3P
(Dijkstra, 2011) (Van den Bosch & Nijssen, 2017) (Semeijn, 2017) – Creëren (zie hiervoor ook pagina 6 en 7 van dit
bestand) .......................................................................................................................................................................... 15
Leerdoel 3: Je kunt zichtbaar rekening houden met het omgaan met weerstand ......................................................... 17
ZIE HIERVOOR PAGINA 9 EN VERDER !! .......................................................................................................................... 17
Leerdoel 4: Je kunt de kwaliteit van een (fragment uit een) communicatieplan beoordelen aan de hand van theorie
(Michels, 2017) – Evalueren ........................................................................................................................................... 17
Leerdoel 5: Je bent in staat de gemaakt keuzes in het communicatieplan te onderbouwen – Evalueren ..................... 17
1
, Week 1
Leerdoel 1: Je kunt oorzaken om tot verandering te komen herkennen (Dijkstra, 2012) –
Begrijpen
Diverse gebeurtenissen kunnen aanleiding zijn om een bedrijf ingrijpend te reorganiseren:
1. Negatieve bedrijfseconomische ontwikkelingen (minder omzet, verliezen);
2. Verslechterende marktomstandigheden;
3. Veranderingen op technologisch vlak (bijv. de opkomst van internet en de sociale media);
4. Strengere maatschappelijke eisen (o.a. verandering van wetgeving);
5. De noodzaak om minder rendabele onderdelen af te stoten, al dan niet in combinatie met
concentratie op kerntaken;
6. De noodzaak om te fuseren of intensief samen te werken met andere bedrijven;
7. ‘life cycle’-ontwikkelingen (er is geen behoefte meer aan bepaalde diensten of producten);
8. Efficiencyverhoging en kostenreductie;
9. Terugdringen van de overheadkosten;
10. Centralisatie of decentralisatie;
11. Een andere management- of organisatiefilosofie (minder hiërarchische lagen,
netwerkorganisatie);
12. Nieuwe kansen in de markt (vestigingen openen in nieuwe markten en/of in potentiële
groeimarkten);
13. Nieuwe producten ontwikkelen en in de markt zetten.
Leerdoel 2: Je kunt de fasen van een geplande organisatieverandering herkennen en
benoemen (Alblas & Wijsman, 2013) – Toepassen
In veel gevallen is geplande organisatieverandering een proces dat in fasen wordt aangepakt:
1. Oriëntatie;
• Zijn de wensen voor de verandering sterk genoeg?
• Is het probleem ernstig genoeg?
• Is er voldoende draagvlak om hier wat aan te doen?
2. Bepalen van de verandering;
• Bepalen welke veranderingen en waartoe deze moeten leiden.
• Achterhalen wat de oorzaak van het interne of externe probleem is.
• Wanneer dit helder is kan gericht gezocht worden naar een passende oplossing.
• Het gaat enerzijds om het vaststellen van de gewenste situatie, dus wat me wil bereiken
met de verandering en anderzijds om het bepalen van de veranderingen die nodig zijn.
3. Opstellen van een plan van aanpak;
• Concrete veranderingsactiviteiten
• Volgorde bepalen van deze veranderactiviteiten
• Activiteiten plannen
• Verantwoordelijke vastleggen voor het uitvoeren veranderactiviteiten.
4. Uitvoeren van het plan van aanpak;
• Activiteiten uitvoeren
• Verantwoordelijkheid vanuit medewerkers spelen hier een belangrijke rol
5. Evalueren van de verandering.
• Procesevaluatie
- Vaststellen of het plan goed wordt uitgevoerd. Zo niet dan tussentijds bijsturen
mogelijk. Doe deze evaluatie regelmatig wanneer het plan van aanpak wordt
uitgevoerd.
• Productevaluatie
- Evalueren of de beoogde (concrete) doelen zijn behaald. Dit doe je op het einde.
2
Leerdoel 1: Je kunt oorzaken om tot verandering te komen herkennen (Dijkstra, 2012) – Begrijpen ............................. 2
Leerdoel 2: Je kunt de fasen van een geplande organisatieverandering herkennen en benoemen (Alblas & Wijsman,
2013) – Toepassen ............................................................................................................................................................ 2
Leerdoel 3: Je kunt de stappen van een reorganisatieproces herkennen en toepassen (Dijkstra, 2012) – Begrijpen ...... 4
Leerdoel 4: Je kunt de verschillende personeelsstromen passend bij een reorganisatie herkennen en benoemen (Van
den Bosch & Nijssen, 2017) – Begrijpen ........................................................................................................................... 5
Leerdoel 5: Je kunt personeelsstromen in kaart brengen op afdelingsniveau (Van den Bosch & Nijssen, 2017) –
Toepassen ......................................................................................................................................................................... 6
Week 2 .......................................................................................................................................................................... 7
Leerdoel 1: Je kunt de kwaliteit van het personeelsbestand in termen van prestatie en potentieel overzichtelijk in
kaart brengen met behulp van de HR3P-methode (Evers, 2016) (Evers, 1998) - Toepassen ........................................... 7
Leerdoel 2: Je kunt uit de uitkomsten van het HR3P instrument specifieke groepen medewerkers identificeren. Dit
doe je met behulp van extra kengetallen (Evers, 2016) – Analyseren .............................................................................. 8
Leerdoel 3: Je laat zien je bewust te zijn van de beperkingen van het HR3P-instrument (Baarda, 2014) – Begrijpen ..... 9
Leerdoel 4: Je kunt het management een onderbouwd advies geven m.b.t. gewenste uitstroom om te komen tot
gewenst personeelsbestand. Om dit advies te kunnen geven vergelijk de uitgewerkte HR3P met de afspiegelingslijst
(Evers, 2016) (Evers, 1998) – Analyseren .......................................................................................................................... 9
Leerdoel 5: Je kunt analyseren welke factoren de veranderbereidheid van een individuele werknemer positief of
negatief beïnvloeden (Bennebroek Gravenhorst, 2018) – Analyseren ........................................................................... 10
Leerdoel 6: je adviseert het management over de wijze waarop medewerkers aangezet kunnen worden tot de
verandering (Bennebroek Gravenhorst, 2018) – Creëren .............................................................................................. 10
Leerdoel 7: Je bent in staat het management onderbouwd te adviseren of er sprake is van drie verschillende aspecten
van rechtvaardigheid: rechtvaardige behandeling, rechtvaardige verdeling en rechtvaardige procedure (Dalen, 2017)
– Analyseren ................................................................................................................................................................... 13
Week 3 ........................................................................................................................................................................ 15
Leerdoel 1: Je kunt het management onderbouwde adviezen geven over de hr-instrumenten die ingezet kunnen
worden in het kader van het bevorderen van mobiliteit (Dijkstra, 2011) (Van den Bosch & Nijssen, 2017) (Semeijn,
2017) – Creëren .............................................................................................................................................................. 15
Leerdoel 2: Je kiest de hr-instrumenten passend bij de medewerkers ropen uit de vier kwadranten van het HR3P
(Dijkstra, 2011) (Van den Bosch & Nijssen, 2017) (Semeijn, 2017) – Creëren (zie hiervoor ook pagina 6 en 7 van dit
bestand) .......................................................................................................................................................................... 15
Leerdoel 3: Je kunt zichtbaar rekening houden met het omgaan met weerstand ......................................................... 17
ZIE HIERVOOR PAGINA 9 EN VERDER !! .......................................................................................................................... 17
Leerdoel 4: Je kunt de kwaliteit van een (fragment uit een) communicatieplan beoordelen aan de hand van theorie
(Michels, 2017) – Evalueren ........................................................................................................................................... 17
Leerdoel 5: Je bent in staat de gemaakt keuzes in het communicatieplan te onderbouwen – Evalueren ..................... 17
1
, Week 1
Leerdoel 1: Je kunt oorzaken om tot verandering te komen herkennen (Dijkstra, 2012) –
Begrijpen
Diverse gebeurtenissen kunnen aanleiding zijn om een bedrijf ingrijpend te reorganiseren:
1. Negatieve bedrijfseconomische ontwikkelingen (minder omzet, verliezen);
2. Verslechterende marktomstandigheden;
3. Veranderingen op technologisch vlak (bijv. de opkomst van internet en de sociale media);
4. Strengere maatschappelijke eisen (o.a. verandering van wetgeving);
5. De noodzaak om minder rendabele onderdelen af te stoten, al dan niet in combinatie met
concentratie op kerntaken;
6. De noodzaak om te fuseren of intensief samen te werken met andere bedrijven;
7. ‘life cycle’-ontwikkelingen (er is geen behoefte meer aan bepaalde diensten of producten);
8. Efficiencyverhoging en kostenreductie;
9. Terugdringen van de overheadkosten;
10. Centralisatie of decentralisatie;
11. Een andere management- of organisatiefilosofie (minder hiërarchische lagen,
netwerkorganisatie);
12. Nieuwe kansen in de markt (vestigingen openen in nieuwe markten en/of in potentiële
groeimarkten);
13. Nieuwe producten ontwikkelen en in de markt zetten.
Leerdoel 2: Je kunt de fasen van een geplande organisatieverandering herkennen en
benoemen (Alblas & Wijsman, 2013) – Toepassen
In veel gevallen is geplande organisatieverandering een proces dat in fasen wordt aangepakt:
1. Oriëntatie;
• Zijn de wensen voor de verandering sterk genoeg?
• Is het probleem ernstig genoeg?
• Is er voldoende draagvlak om hier wat aan te doen?
2. Bepalen van de verandering;
• Bepalen welke veranderingen en waartoe deze moeten leiden.
• Achterhalen wat de oorzaak van het interne of externe probleem is.
• Wanneer dit helder is kan gericht gezocht worden naar een passende oplossing.
• Het gaat enerzijds om het vaststellen van de gewenste situatie, dus wat me wil bereiken
met de verandering en anderzijds om het bepalen van de veranderingen die nodig zijn.
3. Opstellen van een plan van aanpak;
• Concrete veranderingsactiviteiten
• Volgorde bepalen van deze veranderactiviteiten
• Activiteiten plannen
• Verantwoordelijke vastleggen voor het uitvoeren veranderactiviteiten.
4. Uitvoeren van het plan van aanpak;
• Activiteiten uitvoeren
• Verantwoordelijkheid vanuit medewerkers spelen hier een belangrijke rol
5. Evalueren van de verandering.
• Procesevaluatie
- Vaststellen of het plan goed wordt uitgevoerd. Zo niet dan tussentijds bijsturen
mogelijk. Doe deze evaluatie regelmatig wanneer het plan van aanpak wordt
uitgevoerd.
• Productevaluatie
- Evalueren of de beoogde (concrete) doelen zijn behaald. Dit doe je op het einde.
2
