PIJNEDUCATIE
Minor kinderen, volwassenen en ouderen
Wendy Drahn
,INHOUDSOPGAVE
Hoorcolleges “Pijneducatie” ................................................................................................................ 2
Hoorcollege 1 “Pijneducatie in de praktijk” .......................................................................................... 2
Hoorcollege 2 “Begrijp de pijn” ............................................................................................................ 8
Hoorcollege 3 “Pijn” ........................................................................................................................... 11
Theorie “Pijneducatie” ....................................................................................................................... 13
Samenvatting “Pijneducatie – een praktische handleiding voor (para)medici, Paul van Wilgen” ...... 13
Toetscriteria ......................................................................................................................................... 21
Kwaliteitscriteria 1: Bio-psycho-sociale intake ................................................................................... 21
Kwaliteitscriteria 2: Pijneducatie ........................................................................................................ 22
Kwaliteitscrteria 3: Pijn-neurofysiologie ............................................................................................. 27
1
, HOORCOLLEGES “PIJNEDUCATIE”
HOORCOLLEGE 1 “PIJNEDUCATIE IN DE PRAKTIJK”
Communicatie met de patiënt
Communicatie met een patiënt is erg precair. Zeg je tegen de patiënt dat het allemaal wel goed
zit? Of wijs je hem/haar op de mogelijke gevaren? Voor beide valt namelijk iets te zeggen.
De definitie van pijn
De International Association for the Study of Pain (IASP) definieert pijn als ‘een onplezierige
sensorische en emotionele ervaring, geassocieerd met actuele of potentiële ervaring, of be-
schreven in termen van dergelijke schade’. Pijn is een verontrustende ervaring die verband
houdt met feitelijke of potentiële weefselschade die geassocieerd wordt met sensorische, emo-
tionele, cognitieve en sociale componenten.
Chronische pijn
Bij 88% van de mensen is pijn meer dan twee jaar lang aanwezig. Denk hierbij bijvoorbeeld
aan lage rugpijn, fibromyalgie, heuppijn, tendinopathie, hoofdpijn en onverklaarbare pijn. Dit
zijn vaak syndromen zonder een duidelijke/specifieke pathogenese.
Waarom voelen we pijn?
Pijn beschermt ons voor gevaar, maar het helpt ons ook om te leren functioneren in de omge-
ving.
Behandelen van pijn
Steeds vaker worden in Nederland zware pijnstillers (opiaten). Maar het behandelen van pijn
is ook sterk afhankelijk van culturele invloeden, subculturen en pijn. Percepties over pijn en
verwachtingen over de behandeling zijn zeer divers en sterk cultureel bepaald. Dit heeft in-
vloed op:
§ Betekenis van pijn; § Behandelaar-patiënt relatie;
§ Beschrijven en/of uiten van pijn; § Behandeling.
§ Coping met pijn;
Wat weten we wel over pijn?
Informatie vanuit het lijf wordt omgezet in symptomen. Het brein evalueert, begrijpt en selec-
teert op prioriteit: de mate van bedreiging. Waar moet als eerste op worden gereageerd? Op
basis hiervan wordt de pijnintensiteit vastgesteld.
Gebaseerd op vele factoren kan het zijn dat het brein geen pijn, een beetje pijn of heel veel
pijn creëert. Pijn is ons waarschuwingssignaal. Het is van levensbelang en waarschuwt ons
voor:
§ Schade; § Overgevoeligheid;
§ Stress; § Dreiging.
Functie van acute pijn
Acute pijn fungeert als waarschuwingssignaal voor ons lichaam. Het heeft dus een functie,
maar is dit ook het geval als pijn blijft bestaan?
Typen pijn
We maken onderscheid tussen nociceptieve (acute) pijn, neuropatische pijn en chronische pijn
(ook wel bekend als centrale sensitisatie of nociplastische pijn). We differentiëren hierbij tus-
sen hoe lang de pijn aanwezig is en tussen centrale en perifere sensitisatie.
2