zinsdelen
werkwoordelijk gezegde (wg):
● Zoek de werkwoorden in de zin. Die vormen samen (soms aangevuld met te of aan
het) het wg.
● Bij verplicht wederkerende ww hoort het wederkerend vnw bij het wg. Bij zo’n
verplicht wederkerend ww (zich vergissen) kun je het wederkerend vnw niet
vervangen door een persoon of ding, bij een toevallig wederkerend ww (zich
verwonden) kan dat wel. Voorbeelden:
- Ik heb me vergist bij het uitrekenen van die lastige som.
- Ik verwondde me vanmiddag bij het openen van een blikje.
● Soms is het wg een werkwoordelijke uitdrukking. Voorbeeld:
- Na een carrière van 50 jaar als solozanger hing hij de bekende artiest de lier
aan de wilgen.
wg = hing de lier aan de wilgen (=stopte met zingen)
voorzetselvoorwerp (vv):
Het vv komt voor bij werkwoorden met een vast voorzetsel: twijfelen aan, hopen op. Het
zinsdeel dat begint met dat vaste voorzetsel, is het vv.
bijwoordelijke bepaling (bwb):
Een bwb geeft antwoord op de vragen als Waar…, Wanneer…, Hoe…, Waarom…,
Waardoor…, Waarheen…?
Ook de woorden als: niet, wel, zeker, absoluut, allicht, natuurlijk, misschien, waarschijnlijk
zijn bijwoordelijke bepaling.
bijvoeglijke bepaling (bijv. bep):
Zoek eerst naar de kern! Daarna de woordsoort bepalen. Voorbeelden:
- mijn kat (bez. vnw)
- die kat (aanw. vnw)
- de oude kat (bn)
- de zeer oude kat (bw van graad)
- de kat met het litteken (met-constructie)
- de kat van de buren (van-constructie)
- een groepje katten (zn)
bijstelling (bijst):
Een bijstelling geeft extra informatie over een woord of een woordgroep. De bijstelling…
● duidt hetzelfde object aan als de woordgroep die ervoor staat;
● kan meestal van plaats wisselen met de woordgroep die ervoor staat;
● staat vaak tussen komma’s of tussen een komma’s en de punt;
Voorbeeld:
- Deze telefoon, de Samsung Galaxy S-II, kostte bijna 500 euro.
werkwoordelijk gezegde (wg):
● Zoek de werkwoorden in de zin. Die vormen samen (soms aangevuld met te of aan
het) het wg.
● Bij verplicht wederkerende ww hoort het wederkerend vnw bij het wg. Bij zo’n
verplicht wederkerend ww (zich vergissen) kun je het wederkerend vnw niet
vervangen door een persoon of ding, bij een toevallig wederkerend ww (zich
verwonden) kan dat wel. Voorbeelden:
- Ik heb me vergist bij het uitrekenen van die lastige som.
- Ik verwondde me vanmiddag bij het openen van een blikje.
● Soms is het wg een werkwoordelijke uitdrukking. Voorbeeld:
- Na een carrière van 50 jaar als solozanger hing hij de bekende artiest de lier
aan de wilgen.
wg = hing de lier aan de wilgen (=stopte met zingen)
voorzetselvoorwerp (vv):
Het vv komt voor bij werkwoorden met een vast voorzetsel: twijfelen aan, hopen op. Het
zinsdeel dat begint met dat vaste voorzetsel, is het vv.
bijwoordelijke bepaling (bwb):
Een bwb geeft antwoord op de vragen als Waar…, Wanneer…, Hoe…, Waarom…,
Waardoor…, Waarheen…?
Ook de woorden als: niet, wel, zeker, absoluut, allicht, natuurlijk, misschien, waarschijnlijk
zijn bijwoordelijke bepaling.
bijvoeglijke bepaling (bijv. bep):
Zoek eerst naar de kern! Daarna de woordsoort bepalen. Voorbeelden:
- mijn kat (bez. vnw)
- die kat (aanw. vnw)
- de oude kat (bn)
- de zeer oude kat (bw van graad)
- de kat met het litteken (met-constructie)
- de kat van de buren (van-constructie)
- een groepje katten (zn)
bijstelling (bijst):
Een bijstelling geeft extra informatie over een woord of een woordgroep. De bijstelling…
● duidt hetzelfde object aan als de woordgroep die ervoor staat;
● kan meestal van plaats wisselen met de woordgroep die ervoor staat;
● staat vaak tussen komma’s of tussen een komma’s en de punt;
Voorbeeld:
- Deze telefoon, de Samsung Galaxy S-II, kostte bijna 500 euro.