Leerdoelen EBP
1. Kent het begrip en definitie van evidence based practice
2. Weet waarom het gebruik van EBP belangrijk is voor het beroep van de
mondhygiënist.
3. Kent de methodiek van EBP (5 stappen)
4. Kan klinische vragen formuleren
5. Kent de PICO-systematiek en kan dit toepassen op klinische vragen
6. Kent de verschillende domeinen van onderzoeken, bijbehorende designs en typen
onderzoeksvragen (PICO/PDO).
7. Kent de principes van interventieonderzoek, kan de interne en externe validiteit
daarvan beoordelen en de klinische relevantie van de uitkomsten van het onderzoek
duiden, eventueel na berekenen van een effectgrootte.
8. Kent het verschil tussen een oorspronkelijk onderzoek (primaire evidence) en een
systematisch review (secundaire evidence) en specifiek de metanalyse, kent de
voorwaarden voor het poolen van data en kan een Forestplot interpreteren.
9. De student kent de principes van kwalitatief onderzoek
10. De student kan kwalitatief onderzoek beoordelen aan de hand van de belangrijke
criteria; validiteit, belang en toepasbaarheid
11. De student kent de principes van diagnostisch onderzoek
12. De student kan de begrippen sensitiviteit, specificiteit, positief voorspellende
waarde, negatief voorspellende waarde en accuratesse interpreteren.
13. De student kan van een uitkomstmaat of variabele, het meetniveau bepalen. (aan de
hand van een gegeven frequentietabel of histogram en begrijpt hoe deze schalen
met steekproefgrootte)
14. De student kan van een uitkomstmaat of variabele, de bijbehorende centrummaten
bepalen. (aan de hand van een gegeven frequentietabel of histogram en begrijpt hoe
deze schalen met steekproefgrootte)
15. De student kan van een uitkomstmaat of variabele, de bijbehorende
spreidingsmaten bepalen. (aan de hand van een gegeven frequentietabel of
histogram en begrijpt hoe deze schalen met steekproefgrootte)
16.
1. Kent het begrip en definitie van evidence based practice
2. Weet waarom het gebruik van EBP belangrijk is voor het beroep van de
mondhygiënist.
3. Kent de methodiek van EBP (5 stappen)
4. Kan klinische vragen formuleren
5. Kent de PICO-systematiek en kan dit toepassen op klinische vragen
6. Kent de verschillende domeinen van onderzoeken, bijbehorende designs en typen
onderzoeksvragen (PICO/PDO).
7. Kent de principes van interventieonderzoek, kan de interne en externe validiteit
daarvan beoordelen en de klinische relevantie van de uitkomsten van het onderzoek
duiden, eventueel na berekenen van een effectgrootte.
8. Kent het verschil tussen een oorspronkelijk onderzoek (primaire evidence) en een
systematisch review (secundaire evidence) en specifiek de metanalyse, kent de
voorwaarden voor het poolen van data en kan een Forestplot interpreteren.
9. De student kent de principes van kwalitatief onderzoek
10. De student kan kwalitatief onderzoek beoordelen aan de hand van de belangrijke
criteria; validiteit, belang en toepasbaarheid
11. De student kent de principes van diagnostisch onderzoek
12. De student kan de begrippen sensitiviteit, specificiteit, positief voorspellende
waarde, negatief voorspellende waarde en accuratesse interpreteren.
13. De student kan van een uitkomstmaat of variabele, het meetniveau bepalen. (aan de
hand van een gegeven frequentietabel of histogram en begrijpt hoe deze schalen
met steekproefgrootte)
14. De student kan van een uitkomstmaat of variabele, de bijbehorende centrummaten
bepalen. (aan de hand van een gegeven frequentietabel of histogram en begrijpt hoe
deze schalen met steekproefgrootte)
15. De student kan van een uitkomstmaat of variabele, de bijbehorende
spreidingsmaten bepalen. (aan de hand van een gegeven frequentietabel of
histogram en begrijpt hoe deze schalen met steekproefgrootte)
16.