01c Onderkent de gezondheidstoestand en
inventariseert ondersteuningsvragen
Verzorgende IG / Maatschappelijke Zorg
Leerlingnaam
School
,Inhoudsopgave:
Opdracht 01C Onderkent de gezondheidstoestand en inventariseert ondersteuningsvragen.
Opdracht uitleg…………………………………………………3.
Observatieplan…………………………………………………5.
Onderzoekvragen, rapportage & feedback……… 6.
2
,01C Onderkent de gezondheidstoestand en inventariseert
ondersteuningsvragen
Opdracht 1 : Ondersteuningsvragen inventariseren
Oefen het inventariseren van ondersteuningsvragen van cliënten. Noteer per cliënt twee
tot vier ondersteuningsvragen, elk vanuit een verschillend leefgebied. Tip : deze opdracht
kun je gebruiken om de cliënten te leren kennen als je op een nieuwe afdeling of groep
komt.
- Kies in overleg met je begeleider een cliënt.
- Voer gesprekken met de cliënt en/of collega’s, familie of andere uit het sociale
netwerk met als doel het inventariseren van de eigen kracht, de wensen en
behoeften van de cliënt. Pas hierbij verschillende gesprekstechnieken toe, neem
een actieve en betrokken luisterhouding aan en let op verbale, en non-verbale en
pre-verbale communicatie.
- Observeer de cliënt aan de hand van een observatieplan waarin je twee
observatiemethodieken en -technieken toegepast.
- Raadpleeg informatiebronnen zoals rapportages en dossiers.
- Schrijf een verslag over de cliënt met daarin :
Algemene gegevens.
Mogelijke ondersteuningsvragen en beschrijf waar jij deze uit opmaakt.
Formulering van twee tot vier ondersteuningsvragen per cliënt op verschillende
leefgebieden.
Bespreking van de ondersteuningsvragen met het (multidisciplinaire) team en zo
mogelijk met de cliënt.
Herhaling van deze opdracht met een andere cliënt. Doe dit indien mogelijk in een
andere context. Blijf oefenen totdat jij en je begeleider tevreden zijn.
Opdracht 2
Voor deze oefenopdracht observeer je, in overleg met je begeleider, meerdere cliënten
met een laag- of midden complexe zorgvraag en verschillende gezondheidsproblemen. Dit
doe je door de volgende stappen te doorlopen :
- Maak gebruik van informatie en signalen van de cliënten, naastbetrokkenen en
andere zorgverleners.
- Stel vragen aan de cliënten en/of diens naastbetrokkenen over de eigen kracht, de
- (medische) voorgeschiedenis en de ervaringsdeskundigheid van de cliënt.
- Hou rekening met individuele verschillen die de communicatie kunnen beperken.
- Concludeer welke risico’s of veranderingen in de psychosociale
- gezondheidstoestand jij hebt gesignaleerd. Bepaal of dit dreigende of bestaand
- gezondheidsprobleem zijn.
- Rapporteer de dreigende of bestaande gezondheidsproblemen en situaties.
- Bespreek de aanpassing in de zorgverlening met de betrokkenen.
- Ze zo nodig vervolgstappen in gang.
3
,Resultaat
Je hebt de ondersteuningsvragen geïnventariseerd door op een actieve en betrokken
manier te luisteren naar de ondersteuningsbehoefte van de cliënt en/of
naastbetrokkenen, te observeren en door diverse bronnen te raadplegen. Belangrijke
informatie is bekend bij het (multidisciplinaire) team.
Je kunt inzicht krijgen in de eigen kracht, de gezondheidstoestand en het welbevinden van
de cliënt. Veranderingen merk je op en geef je door. De zorg pas je aan de veranderingen
bij de cliënt aan.
Observatieplan:
Voordat ik start met het observatieplan kijk ik naar de aanleiding van de casus van de client in het
systeem.
In dit observatieplan beschrijf ik voor mij zelf een aantal vragen.
Wie ga je observeren?
Wat is de onderzoeksvraag?
Welk gedrag ga je op letten?
Hoe ga je observeren? (Welke methode)
Observatieplan: Naam client
Beginsituatie:
Achtergrond gegevens:
Observatiedoel:
Doelgroep:
Observatievragen:
Manier van observeren:
Observatiemoment:
Observatiehulpmiddelen:
Manier van rapporteren:
4
, Observatieplan Mw. F.
Wie observeer ik, wat is de aanleiding van de observatie?
Mw. F. is ** jaar oud en heeft een depressie en dementie. Mw. F. is snel overprikkeld en kan last
hebben van drukke situaties waarbij ze agressief wordt en onrust maakt in het nabij van
medebewoners. De medebewoners worden bang d.m.v. de vervelende uitspraken en gaan Mw. F.
liever uit de weg.
Wat is het doel van de observatie, welke ondersteuningsvragen heb ik toegepast?
Het doel van deze observatie is om mw. haar eigen regie te geven met wat ze graag wel of niet wilt.
Daarnaast probeer ik te observeren of haar gedraag op bepaalde tijdstippen is en wanneer.
Hoe observeer ik, met welke hulpmiddelen en communicatievormen?
Ik observeer Mw. door mee te doen aan participerende observatie.
Participerende observatie wil zeggen dat ik met Mw. F. in gesprek ga en luister naar wat ze wil.
Hierin geef ik haar eigen regie en kan ze aangeven wat ze wilt.
Deze observatiemomenten zijn tijdens de ADL en het eten.
De observatiehulpmiddelen die ik beschik zijn pen, papier en een luisterend oor.
De feiten (kwantitatief) die ik waarneem rapporteer ik digitaal in Qic. (rapporteer programma)
D.m.v. deze rapportage kunnen we later kijken wat een goede manier is voor de juiste aanpak.
Observatieplan:
Wie ga ik observeren?
Client mevr. F.
Wat is de onderzoeksvraag?
- Waarom is de client een gevaar voor mede bewoners?
- Hoe kunnen we de client onder de mensen brengen?
Welk gedrag ga je op letten?
Het gedrag van client zelf en het gedrag van medebewoners.
Hoe ga je observeren? (Welke methode)
Ik ga observeren tijdens hun malatijd d.m.v. wat ik zie en noteer dit met pen en papier.
Observatieplan Client mevr. F.
Beginsituatie: Mevr. zorgt voor onrust in nabij van medebewoners en voelt zich
alleen.
Achtergrond gegevens: Vrouw, 88 jaar, dementerend, weinig aansluiting bij medebewoners.
Observatiedoel: Erachter komen waarom Mw. agressief naar medebewoners is en zich
alleen voelt.
Doelgroep: Mw. zelf en de bewoners in het verzorgingstehuis.
Observatievragen: - Waarom komen de medebewoners liever niet met haar in contact?
- Hoe kunnen we de client onder de mensen brengen?
Manier van observeren: - Kwantitatief (feiten)
- Niet-participerende observatie (observatie waarbij ik als
onderzoeker toeschouwer ben. Hierbij neem ik geen deel aan de
activiteit of omgeving waarin de observatie plaatsvindt)
Observatiemoment: Tijdens eten.
Observatiehulpmiddelen: Pen en papier, ogen, oren
Manier van rapporteren: Digitaal in QIC (rapporteer programma)
5
inventariseert ondersteuningsvragen
Verzorgende IG / Maatschappelijke Zorg
Leerlingnaam
School
,Inhoudsopgave:
Opdracht 01C Onderkent de gezondheidstoestand en inventariseert ondersteuningsvragen.
Opdracht uitleg…………………………………………………3.
Observatieplan…………………………………………………5.
Onderzoekvragen, rapportage & feedback……… 6.
2
,01C Onderkent de gezondheidstoestand en inventariseert
ondersteuningsvragen
Opdracht 1 : Ondersteuningsvragen inventariseren
Oefen het inventariseren van ondersteuningsvragen van cliënten. Noteer per cliënt twee
tot vier ondersteuningsvragen, elk vanuit een verschillend leefgebied. Tip : deze opdracht
kun je gebruiken om de cliënten te leren kennen als je op een nieuwe afdeling of groep
komt.
- Kies in overleg met je begeleider een cliënt.
- Voer gesprekken met de cliënt en/of collega’s, familie of andere uit het sociale
netwerk met als doel het inventariseren van de eigen kracht, de wensen en
behoeften van de cliënt. Pas hierbij verschillende gesprekstechnieken toe, neem
een actieve en betrokken luisterhouding aan en let op verbale, en non-verbale en
pre-verbale communicatie.
- Observeer de cliënt aan de hand van een observatieplan waarin je twee
observatiemethodieken en -technieken toegepast.
- Raadpleeg informatiebronnen zoals rapportages en dossiers.
- Schrijf een verslag over de cliënt met daarin :
Algemene gegevens.
Mogelijke ondersteuningsvragen en beschrijf waar jij deze uit opmaakt.
Formulering van twee tot vier ondersteuningsvragen per cliënt op verschillende
leefgebieden.
Bespreking van de ondersteuningsvragen met het (multidisciplinaire) team en zo
mogelijk met de cliënt.
Herhaling van deze opdracht met een andere cliënt. Doe dit indien mogelijk in een
andere context. Blijf oefenen totdat jij en je begeleider tevreden zijn.
Opdracht 2
Voor deze oefenopdracht observeer je, in overleg met je begeleider, meerdere cliënten
met een laag- of midden complexe zorgvraag en verschillende gezondheidsproblemen. Dit
doe je door de volgende stappen te doorlopen :
- Maak gebruik van informatie en signalen van de cliënten, naastbetrokkenen en
andere zorgverleners.
- Stel vragen aan de cliënten en/of diens naastbetrokkenen over de eigen kracht, de
- (medische) voorgeschiedenis en de ervaringsdeskundigheid van de cliënt.
- Hou rekening met individuele verschillen die de communicatie kunnen beperken.
- Concludeer welke risico’s of veranderingen in de psychosociale
- gezondheidstoestand jij hebt gesignaleerd. Bepaal of dit dreigende of bestaand
- gezondheidsprobleem zijn.
- Rapporteer de dreigende of bestaande gezondheidsproblemen en situaties.
- Bespreek de aanpassing in de zorgverlening met de betrokkenen.
- Ze zo nodig vervolgstappen in gang.
3
,Resultaat
Je hebt de ondersteuningsvragen geïnventariseerd door op een actieve en betrokken
manier te luisteren naar de ondersteuningsbehoefte van de cliënt en/of
naastbetrokkenen, te observeren en door diverse bronnen te raadplegen. Belangrijke
informatie is bekend bij het (multidisciplinaire) team.
Je kunt inzicht krijgen in de eigen kracht, de gezondheidstoestand en het welbevinden van
de cliënt. Veranderingen merk je op en geef je door. De zorg pas je aan de veranderingen
bij de cliënt aan.
Observatieplan:
Voordat ik start met het observatieplan kijk ik naar de aanleiding van de casus van de client in het
systeem.
In dit observatieplan beschrijf ik voor mij zelf een aantal vragen.
Wie ga je observeren?
Wat is de onderzoeksvraag?
Welk gedrag ga je op letten?
Hoe ga je observeren? (Welke methode)
Observatieplan: Naam client
Beginsituatie:
Achtergrond gegevens:
Observatiedoel:
Doelgroep:
Observatievragen:
Manier van observeren:
Observatiemoment:
Observatiehulpmiddelen:
Manier van rapporteren:
4
, Observatieplan Mw. F.
Wie observeer ik, wat is de aanleiding van de observatie?
Mw. F. is ** jaar oud en heeft een depressie en dementie. Mw. F. is snel overprikkeld en kan last
hebben van drukke situaties waarbij ze agressief wordt en onrust maakt in het nabij van
medebewoners. De medebewoners worden bang d.m.v. de vervelende uitspraken en gaan Mw. F.
liever uit de weg.
Wat is het doel van de observatie, welke ondersteuningsvragen heb ik toegepast?
Het doel van deze observatie is om mw. haar eigen regie te geven met wat ze graag wel of niet wilt.
Daarnaast probeer ik te observeren of haar gedraag op bepaalde tijdstippen is en wanneer.
Hoe observeer ik, met welke hulpmiddelen en communicatievormen?
Ik observeer Mw. door mee te doen aan participerende observatie.
Participerende observatie wil zeggen dat ik met Mw. F. in gesprek ga en luister naar wat ze wil.
Hierin geef ik haar eigen regie en kan ze aangeven wat ze wilt.
Deze observatiemomenten zijn tijdens de ADL en het eten.
De observatiehulpmiddelen die ik beschik zijn pen, papier en een luisterend oor.
De feiten (kwantitatief) die ik waarneem rapporteer ik digitaal in Qic. (rapporteer programma)
D.m.v. deze rapportage kunnen we later kijken wat een goede manier is voor de juiste aanpak.
Observatieplan:
Wie ga ik observeren?
Client mevr. F.
Wat is de onderzoeksvraag?
- Waarom is de client een gevaar voor mede bewoners?
- Hoe kunnen we de client onder de mensen brengen?
Welk gedrag ga je op letten?
Het gedrag van client zelf en het gedrag van medebewoners.
Hoe ga je observeren? (Welke methode)
Ik ga observeren tijdens hun malatijd d.m.v. wat ik zie en noteer dit met pen en papier.
Observatieplan Client mevr. F.
Beginsituatie: Mevr. zorgt voor onrust in nabij van medebewoners en voelt zich
alleen.
Achtergrond gegevens: Vrouw, 88 jaar, dementerend, weinig aansluiting bij medebewoners.
Observatiedoel: Erachter komen waarom Mw. agressief naar medebewoners is en zich
alleen voelt.
Doelgroep: Mw. zelf en de bewoners in het verzorgingstehuis.
Observatievragen: - Waarom komen de medebewoners liever niet met haar in contact?
- Hoe kunnen we de client onder de mensen brengen?
Manier van observeren: - Kwantitatief (feiten)
- Niet-participerende observatie (observatie waarbij ik als
onderzoeker toeschouwer ben. Hierbij neem ik geen deel aan de
activiteit of omgeving waarin de observatie plaatsvindt)
Observatiemoment: Tijdens eten.
Observatiehulpmiddelen: Pen en papier, ogen, oren
Manier van rapporteren: Digitaal in QIC (rapporteer programma)
5
