Samenvatting Sociaal Recht

Samenvatting Sociaal Recht
Samenvatting Sociaal Recht 1
Hoofdstuk 1: Het begrip Sociaal Recht 2
Hoofdstuk 2: De Arbeidsverhouding 4
Bijzondere arbeidsovereenkomsten 6
Hoofdstuk 3: Totstandkoming van de arbeidsovereenkomst 7
Aantekeningen Ontslagrecht 8
Hoofdstuk 5: De plichten van de werknemer 10
Hoofdstuk 6: De plichten van de werkgever 12
Hoofdstuk 7: Onderbreking van de arbeid 13
Hoofdstuk 10: Het ontslagrecht: de opzegging 14
Ontslag 14
Hoofdstuk 11: Het overige ontslagrecht 17
Hoofdstuk 16: Het stelsel van sociale zekerheid 18
Zekerheidsbeginsel: 18
Hoofdstuk 17: Het werkloosheidsrecht 20
Hoofdstuk 18: Arbeidsongeschiktheidsregelingen 23
Ziekte 23
Ziektewet 23
Arbeidsongeschiktheid 23
Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (WIA): 23
IVA-uitkering 24
WGA-uitkering 24
Loongerelateerde uitkering 24
Loonaanvullingsuitkering 25
Vervolguitkering 25
Hoofdstuk 19: Overige Sociale Verzekeringen 27
Algemene Ouderdomswet (AOW) 27
Algemene Nabestaandenwet (ANW) 27
Algemene Kinderbijslagwet (AKW) 28
Hoofdstuk 20: De Sociale voorzieningen 29
Wet Werk en Bijstand [Bijstand]
29
IOAW : Inkomensvoorziening oudere en arbeidsongeschikte werklozen 29
IOW: Inkomensvoorziening oudere werklozen 30
TW: Toeslagenwet 30
Aantekeningen: 31
Indeling Burgerlijk Wetboek 31

,Hoofdstuk 1: Het begrip Sociaal Recht
Begrip Sociaal Recht
Enge zin = Het sociale zekerheidsrecht

Ruime zin = Al het recht waarbij degenen worden bescherm die in de
maatschappij in
economisch opzicht een zwakke positie innemen

Meest gangbaar = Sociaal Recht = overkoepelende benaming voor het
arbeidsrecht en het
socialezekerheidsrecht.

Sociaal Recht
- apart juridisch vakgebied geworden (o.a. ontslagrecht)

Geschiedenis:
1. Eerste periode 1870 – 1900
a. Introductie van het sociaal recht
b. Kinderarbeid verboden  kinderwetje Van Houten
c. Arbeidswet  na.v. toestanden in fabrieken
i. Arbeidsinspecteur
d. Veiligheidswet, Ongevallen wet
2. Tweede periode 1900 – 1945
a. Meer algemene regelingen voor sociaal recht
b. Opname in BW
c. Collectieve arbeidsovereenkomsten (1927)
d. Verdere ontwikkeling sociale verzekering  Invaliditeitswet, ZW
3. Derde periode 1945 – 1975
a. Ontwikkeling verzorgingsstaat
b. Wederopbouw na WO2, herstellen economie  nationale
overeenstemming voor ontwikkelding van stelsel van sociale
zekerheid
c. Verzorgingsstaat
i. OR’s
ii. Recht op minimumloon, recht op vakantie, etc.
4. Vierde periode 1975 – heden
a. Stagnering + modernisering
b. Stelsel te kostbaar
c. Meer flexibelere arbeidstijden en flexibelere arbeidsrelaties

Flexibilisering
- behoefte flexibilisering bij werkgever en werknemer
- Aanpassen aan ontwikkelingen op de markt
- Externe flexibiliteit  werkgevers maken ook gebruik van wisseling
personeel
o Tijdelijke contracten, uitzendwerk
- Interne flexibiliteit  meewerken door werknemer aan wijzigingen binnen
onderneming
o Goed werknemerschap
- Flexibiliteit verzoek van werknemer;

, o Werktijden, rekening houden met privéleven
- Individualisering


Rechtsbronnen
- Internationale verdragen / regelingen
- Grondwet
- Wetten in formele zin
o O.a. Burgerlijke Wetboek
- Wetten in materiële zin
- Rechtspraak  jurisprudentie
- Collectieve & Individuele arbeidsovereenkomsten
- Gebruik en Gewoonte

Wetgeving m.b.t. arbeidsrecht:
- Burgerlijk Wetboek 7  Titel 10: arbeidsovereenkomsten
- Bijzondere wetten;
o Wet minimumloon
o Wet op de CAO
o Ambtenaren  ambtenarenwet
o Wetten voor socialezekerheidsrecht;
 WW
 WIA
 AOW
 Arbowet

CAO = Afspraken over arbeidsvoorwaarden voor bepaalde groepen
werknemers
- bevat o.a: loonschalen, vakantierechten, loon bij ziekte, etc.
- Officieel geregistreerd bij Min SZ en Werkgelegenheid

Arbeidsovereenkomst;
- zowel mondeling als schriftelijk