Logistieke bestelmethoden

Logistiek Bestelmethoden

BQ: vaste bestelgrootte op variabele tijdstippen:
Dit gebruik je als je vooral bestelt wanneer de voorraad onder een bepaald niveau komt en
er afspraken zijn om dan een vaste hoeveelheid te bestellen. Als je niet aan een
maximumvoorraad bent gebonden, kun je producten in het magazijn of n een ander schap
opslaan.
Voordelen:
 Altijd zelfde hoeveelheid
 Makkelijk op te slaan
Nadelen:
 Moet tot onder een bepaald niveau zitten om te bestellen
 Doordat je altijd dezelfde hoeveelheid hebt kun je nooit meer of minder bestellen, dus
als je te veel van iets hebt omdat het niet verkoopt dan zit je ermee.

BS: variabele bestelgrootte op variabele tijdstippen
Dit gebruik je als je op onregelmatige tijdstippen wilt bestellen, maar wel gebonden bent aan
een maximumvoorraad. Bijvoorbeeld doordat je rekening moet houden met de ruimte of de
investering van geld in de voorraad. Hierbij kun je denken aan grotere producten zoals
witgoed en duurdere producten.
Voordelen:
 Je kunt bestellen wanneer je wilt
 Zit niet vast aan een hoeveelheid die geleverd wordt
Nadelen:
 Je hebt een maximum aantal goederen die je kwijt kan
 Je moet zelf alles bestellen
 Moet rekening houden met ruimte en geld

SQ: vaste bestelgrootte op vaste tijdstippen:
Dit gebruik je als de verkoop redelijk gelijkmatig is, maar de artikelen niet de kern van het
assortiment zijn. Je loopt bijvoorbeeld elke maand langs de stelling om te kijken of er nog
voldoende voorraad ligt. Deze manier van bestellen gebruik je bij artikelen die wat langer op
de voorraad liggen.
Voordelen:
 De verkoop is gelijkmatig
 Vaste momenten dat je bestelt
 Vaste bestelgrootte
Nadelen:
 Producten blijven langer liggen
 Artikelen niet de kern van assortiment