De algemene en speciale zintuigen
Anatomie & fysiologie
, §9.1 Sensorische cellen verbinden ons inwendig en uitwendig milieu met
zenuwstelsels
De eenvoudigste zintuigen zijn dendrieten van sensibele neuronen. De vertakte uiteinden
van deze dendrieten worden vrije zenuwuiteinden genoemd. -> Ze zijn gevoelig voor veel
typen prikkels.
Hoe groter het receptorveld is, hoe slechter de prikkel is te lokaliseren. Uiteindelijk komen
alle sensorische informatie uit in het CZS en dan in de vorm van actiepotentialen in een
sensibele (afferente) vezel.
De aankomende informatie wordt een gewaarwording genoemd.
De bewustwording van een gewaarwording wordt een waarneming genoemd. De hersens
kunnen vervolgens het verschil maken tussen valse en ware gewaarwordingen.
Adaptatie is de afname van de gevoeligheid van een constante prikkel. Door bijv adaptatie
kunnen geluiden in een harde fabriek weg vallen.
We hebben algemene zintuigen; temperatuur, pij, druk, trilling en proprioceptie (door het
hele lichaam verspreid). En we hebben speciale zintuigen; reuk, smaak, het
gezichtsvermogen, evenwicht en het gehoor.
§9.2 Sensorische cellen van algemene zintuigen kunnen worden ingedeeld aan de
hand van het type prikkel waar ze gevoelig voor zijn.
Je hebt nociceptoren zij zijn gevoelig voor pijn en zijn voornamelijk te vinden aan vrije
zenuwuiteinde (boven in de huid, in gewrichtskapsels, been vliezen en rond
bloedvatwanden. -> diepliggende weefsel en viscerale organen bevatten geen
pijnreceptoren. Ook hebben ze een groot receptor veld waardoor de pijnprikkel vaak moeilijk
te lokaliseren is.
Ze zijn gevoelig voor;
- Extreme temperaturen
- Mechanische beschadiging
- Opgeloste chemische stoffen
Bij acute pijn wordt het vaak een somatische reflex -> vervolgens worden ze naar de
primaire schors doorgeschakeld waar we ons van de prikkel bewust worden.
>De pijnwaarneming in delen van het lichaam die niet werkelijk worden geprikkeld, wordt
gerefereerde pijn genoemd. (Pijn linker hand -> heeft met het hart te maken.)
De thermoreceptoren bevinden zich in de huid, de thalamus, in de lever en in de
skeletspieren.
Er zijn 3 tot 4x zoveel koudereceptoren -> geen verschil tussen warmte en koude
receptoren. De temp gewaarwording worden langs dezelfde banen geleid als
pijngewaarwording. Ze worden naar de formatio reticularis, de thalamus en naar de primaire
schors geleid.
Mechanoreceptoren zijn gevoelig voor uitrekking, samendrukking of draaiing.
Er zijn drie typen mechanoreceptoren;
1. Tastreceptoren (aanraking, druk en trilling) voor grove aanraking kan de prikkel niet
goed worden gelokaliseerd en andersom. Er zijn 6 typen tastreceptoren;
● Vrije zenuwuiteinde (gevoelig voor aanraking en druk)
● Rond de haarwortel (deze zenuwuiteinde neemt vervorming en beweging waar)
Anatomie & fysiologie
, §9.1 Sensorische cellen verbinden ons inwendig en uitwendig milieu met
zenuwstelsels
De eenvoudigste zintuigen zijn dendrieten van sensibele neuronen. De vertakte uiteinden
van deze dendrieten worden vrije zenuwuiteinden genoemd. -> Ze zijn gevoelig voor veel
typen prikkels.
Hoe groter het receptorveld is, hoe slechter de prikkel is te lokaliseren. Uiteindelijk komen
alle sensorische informatie uit in het CZS en dan in de vorm van actiepotentialen in een
sensibele (afferente) vezel.
De aankomende informatie wordt een gewaarwording genoemd.
De bewustwording van een gewaarwording wordt een waarneming genoemd. De hersens
kunnen vervolgens het verschil maken tussen valse en ware gewaarwordingen.
Adaptatie is de afname van de gevoeligheid van een constante prikkel. Door bijv adaptatie
kunnen geluiden in een harde fabriek weg vallen.
We hebben algemene zintuigen; temperatuur, pij, druk, trilling en proprioceptie (door het
hele lichaam verspreid). En we hebben speciale zintuigen; reuk, smaak, het
gezichtsvermogen, evenwicht en het gehoor.
§9.2 Sensorische cellen van algemene zintuigen kunnen worden ingedeeld aan de
hand van het type prikkel waar ze gevoelig voor zijn.
Je hebt nociceptoren zij zijn gevoelig voor pijn en zijn voornamelijk te vinden aan vrije
zenuwuiteinde (boven in de huid, in gewrichtskapsels, been vliezen en rond
bloedvatwanden. -> diepliggende weefsel en viscerale organen bevatten geen
pijnreceptoren. Ook hebben ze een groot receptor veld waardoor de pijnprikkel vaak moeilijk
te lokaliseren is.
Ze zijn gevoelig voor;
- Extreme temperaturen
- Mechanische beschadiging
- Opgeloste chemische stoffen
Bij acute pijn wordt het vaak een somatische reflex -> vervolgens worden ze naar de
primaire schors doorgeschakeld waar we ons van de prikkel bewust worden.
>De pijnwaarneming in delen van het lichaam die niet werkelijk worden geprikkeld, wordt
gerefereerde pijn genoemd. (Pijn linker hand -> heeft met het hart te maken.)
De thermoreceptoren bevinden zich in de huid, de thalamus, in de lever en in de
skeletspieren.
Er zijn 3 tot 4x zoveel koudereceptoren -> geen verschil tussen warmte en koude
receptoren. De temp gewaarwording worden langs dezelfde banen geleid als
pijngewaarwording. Ze worden naar de formatio reticularis, de thalamus en naar de primaire
schors geleid.
Mechanoreceptoren zijn gevoelig voor uitrekking, samendrukking of draaiing.
Er zijn drie typen mechanoreceptoren;
1. Tastreceptoren (aanraking, druk en trilling) voor grove aanraking kan de prikkel niet
goed worden gelokaliseerd en andersom. Er zijn 6 typen tastreceptoren;
● Vrije zenuwuiteinde (gevoelig voor aanraking en druk)
● Rond de haarwortel (deze zenuwuiteinde neemt vervorming en beweging waar)