Bindingstypen
1 Metaalbinding
Macro- en microniveau
Macroniveau > dingen die we kunnen zien, meten en wegen.
Het niveau van stoffen en reacties die we door middel van stofeigenschappen kunnen
waarnemen.
Bijvoorbeeld: water is bij kamertemperatuur een vloeistof
Microniveau > moleculen, atomen en elektronen
De wereld van de deeltjes waaruit stoffen bestaan, zoals atomen en moleculen
(niet kunnen waarnemen)
Bijvoorbeeld: de moleculen in water zitten dicht op elkaar, maar kunnen wel vrij bewegen
Metalen
Microniveau: structuur van het metaal
Microniveau metalen > positief geladen atoomresten + vrij bewegend negatieve elektronen
Microstructuur > de structuur die te zien is wanneer een materiaal onder de microscoop
wordt bekeken.
Valentie elektronen > de elektronen die zich bevinden in de buitenste schil van de
elektronenwolk van een bepaald atoom. Valentie-elektronen zijn erg belangrijk omdat ze
kunnen worden gebruikt voor het vormen van een chemische binding tussen atomen. (goed
beschreven!)
Een metaal atoom heeft meestal 1-3 van die elektronen in de buitenste schil.
Deze worden minder sterk door de kern aangetrokken waardoor er op
microniveau een structuur ontstaat van positieve atoomresten en negatieve
elektronen die vrij tussen de positieve atoomresten kunnen bewegen.
Metaalrooster > daar zitten positieve atoomresten op regelmatige afstand van
elkaar. De losgekomen negatieve elektronen kunnen zich vrij bewegen tussen
de atomen.
Metaalbinding > de sterke aantrekkingskracht tussen de positieve
geladen atoomresten en vrij bewegende negatieve elektronen.
Macroniveau: eigenschappen van het metaal
Algemene Eigenschappen:
- Ze geleiden elektriciteit
- Ze geleiden warmte
- Ze hebben een glanzend oppervlak (wanneer gepolijst)
- Meestal een hoog smeltpunt
, - Ze zijn vervormbaar → een metaal kan worden vervormd zonder dat het
metaalrooster echt verandert (kijk afbeelding)
Edelheid
Corrosie > de metalen die snel worden aangetast door stoffen uit de lucht.
Roest > een vorm van corrosie bij ijzer (Fe)
Onedele metalen > metalen die door stoffen uit de lucht worden aangetast.
Bij die metalen komt er een laagje metaaloxide omheen, die verdere aantasting voorkomt.
Dit beschermt tegen corrosie, het wordt afgesloten van lucht (Al, Zn, Cr)
Zeer onedele metalen > metalen die heel heftig reageren op water
(worden in olie bewaard) (Na, Ka)
Edelmetaal > als het niet aangetast wordt door stoffen uit de lucht (Au, Pt)
Legeringen
Legering of alliage > een mengsel van een vaste stof met metaal waardoor de
eigenschappen veranderende
Vb.
- Soldeer → tin en lood
- Witgoud → goud en palladium
Soms wordt niet-metaal toegevoegd zoals koolstof. De rijen positieve metaalresten kunnen
niet langs elkaar heen schuiven. Het is niet vervormbaar, maar breekbaar.
Het wordt een hardere stof!
Ertsen
Erts > een gesteente of mineraal dat een economische winbaar gehalte van metaal bevat.
1 Metaalbinding
Macro- en microniveau
Macroniveau > dingen die we kunnen zien, meten en wegen.
Het niveau van stoffen en reacties die we door middel van stofeigenschappen kunnen
waarnemen.
Bijvoorbeeld: water is bij kamertemperatuur een vloeistof
Microniveau > moleculen, atomen en elektronen
De wereld van de deeltjes waaruit stoffen bestaan, zoals atomen en moleculen
(niet kunnen waarnemen)
Bijvoorbeeld: de moleculen in water zitten dicht op elkaar, maar kunnen wel vrij bewegen
Metalen
Microniveau: structuur van het metaal
Microniveau metalen > positief geladen atoomresten + vrij bewegend negatieve elektronen
Microstructuur > de structuur die te zien is wanneer een materiaal onder de microscoop
wordt bekeken.
Valentie elektronen > de elektronen die zich bevinden in de buitenste schil van de
elektronenwolk van een bepaald atoom. Valentie-elektronen zijn erg belangrijk omdat ze
kunnen worden gebruikt voor het vormen van een chemische binding tussen atomen. (goed
beschreven!)
Een metaal atoom heeft meestal 1-3 van die elektronen in de buitenste schil.
Deze worden minder sterk door de kern aangetrokken waardoor er op
microniveau een structuur ontstaat van positieve atoomresten en negatieve
elektronen die vrij tussen de positieve atoomresten kunnen bewegen.
Metaalrooster > daar zitten positieve atoomresten op regelmatige afstand van
elkaar. De losgekomen negatieve elektronen kunnen zich vrij bewegen tussen
de atomen.
Metaalbinding > de sterke aantrekkingskracht tussen de positieve
geladen atoomresten en vrij bewegende negatieve elektronen.
Macroniveau: eigenschappen van het metaal
Algemene Eigenschappen:
- Ze geleiden elektriciteit
- Ze geleiden warmte
- Ze hebben een glanzend oppervlak (wanneer gepolijst)
- Meestal een hoog smeltpunt
, - Ze zijn vervormbaar → een metaal kan worden vervormd zonder dat het
metaalrooster echt verandert (kijk afbeelding)
Edelheid
Corrosie > de metalen die snel worden aangetast door stoffen uit de lucht.
Roest > een vorm van corrosie bij ijzer (Fe)
Onedele metalen > metalen die door stoffen uit de lucht worden aangetast.
Bij die metalen komt er een laagje metaaloxide omheen, die verdere aantasting voorkomt.
Dit beschermt tegen corrosie, het wordt afgesloten van lucht (Al, Zn, Cr)
Zeer onedele metalen > metalen die heel heftig reageren op water
(worden in olie bewaard) (Na, Ka)
Edelmetaal > als het niet aangetast wordt door stoffen uit de lucht (Au, Pt)
Legeringen
Legering of alliage > een mengsel van een vaste stof met metaal waardoor de
eigenschappen veranderende
Vb.
- Soldeer → tin en lood
- Witgoud → goud en palladium
Soms wordt niet-metaal toegevoegd zoals koolstof. De rijen positieve metaalresten kunnen
niet langs elkaar heen schuiven. Het is niet vervormbaar, maar breekbaar.
Het wordt een hardere stof!
Ertsen
Erts > een gesteente of mineraal dat een economische winbaar gehalte van metaal bevat.