Beste Student,
Deze samenvatting bevat de stof van het vak ‘Humane Levenscyclus 2’
van de studie Gezondheid en Leven aan de VU. De samenvatting is
geschreven in studiejaar 2020-2021. Het bevat een samenvatting van
het boek Levenscyclus van de mens 5 e druk. Hiervan zijn de
hoofdstukken 12 t/m 23 samengevat.
Ik hoop dat deze samenvatting jou wat meer inzicht kan geven over de
onderwerpen die voorbij komen en je helpt bij het leren van het
tentamen.
Succes!
,Humane levenscyclus 2 samenvatting
H12 Groei en ontwikkeling van het kind
Zuigelingenperiode
Lichamelijke ontwikkeling
Lengtegroeisnelheid = een begrip voor lengtetoename, gemeten in een bepaalde periode en
omgerekend in centimeters per jaar.
- Eerste jaar heel hoog; 1,5x lager en 3x zwaarder
Voeding in 1e levensjaar
In het eerste levensjaar is de energiebehoefte het grootst. Na 6 maanden is de darm rijp
genoeg om ander voedsel te eten dan borstvoeding.
Motorische ontwikkeling
Ontogenetische adaptaties = adaptaties in het individuele ontwikkelingsproces
Ontwikkeling = discontinu verlopend proces
- Ontwikkeling is een proces van voortdurende reorganisatie. (oude bewegingen
worden ‘afgebroken’ om nieuwe aanpassingsvormen te kunnen ontwikkelen)
- Grote individuele variatie in de normale motorische ontwikkeling
- Ontwikkeling verloopt van proximaal naar distaal
Oriëntatiegedrag: kijken en luisteren
Visueel gedrag
- Pasgeborene vertoont al pupilreacties op licht; fixeert en kan objecten(en gezichten)
herkennen.
- Leeftijd van 6 tot 8 weken is er voorspelbaar interactiegedrag met mensen aanwezig.
Houdingscontrole
- Verloopt craniocaudaal(eerst nek, romp en dan benen)
- Visuele stimulatie heeft een sterke invloed op de lichaamshoudingcontrole bij het kind
dat pas gaat staan.
Leeftijd Grove motoriek Fijne motoriek
4 weken Hoofd zakt voorover; Vuisten
tonische nekreactie
16 weken Hoofd stabiel; Handen open
symmetrische
houding
28 weken Zit los; steunend op Pakt blokje met
de handen ‘palmar grasp’ wijst
naar pilletje
40 weken Zit los, kruipt; kan Loslaten van pilletje
worden opgetrokken met totale
tot staan handbeweging
52 weken Loopt met hulp Neemt pilletje met
pincetgreep op
Reiken en grijpen
Reikvaardigheid bestaat uit twee fasen: houdingsfase & manipulatieve fase.
- Ontwikkeling van het reiken vertoont veranderingen die parallel lopen aan
lichaamshoudingveranderingen.
- Vanaf 3 tot 8 maanden vertonen reikbewegingen steeds minder deelbewegingen.
- Armbewegingen zijn heel vroeg in de neonatale periode doelgericht.
- Tussen 2 tot 6 maanden verandert het reik-grijpgedrag. De eerste succesvolle
reikbewegingen verlopen nog niet soepel en goed gecoördineerd.
- Na 6 maanden bestaan reikbewegingen echter al uit een ‘volwassen’ nader- en
grijpatroon, waarbij voornamelijk in de laatste fase visuele controle een rol speelt.
, Cognitieve ontwikkeling
Het proces van het leren.
- Basis in de zuigelingenperiode
- Het kind weet dat zuigen aan de borst of fles voldoening geeft, ook al kent hij het
woord borst of fles nog niet. Als hij eenmaal kan kruipen, zal hij proberen de fles zelf
te pakken.
- Veel van de ontwikkeling onttrekt zich aan de waarneming van volwassenen.
Psychosociale en emotionele ontwikkeling
- Kan niet los worden gezien van zijn omgeving, het gezin.
- Een zuigeling ervaart het leven, met af- of aanwezigheid van anderen als ‘een totaal’,
waarin hij nog volledig afhankelijk is van anderen voor verzorging en voeding.
- Bij ontwikkeling van de ouder-kind relatie gaat het kind zich één voelen met de vaste
verzorgers. Op basis daarvan ontwikkelt zich een goede ouder-kindrelatie, veilige
gehechtheid en leert het kind tegelijkertijd dat anderen anders zijn.
Peuterperiode
Peuterpuberteit = periode tussen 1 en 4 jaar, waarin de peuter een heftig emotioneel
karakter ontwikkelt.
Lichamelijke ontwikkeling
- Snelle groei en ontwikkeling. Proces verloopt niet gelijkmatig(horten en stoten)
- Meest opvallende zijn de lengte- en gewichtsgroei en doorbreken van de
gebitselementen. (minder snel dan zuigelingen periode)
- Kind van 1 jaar is vaak ‘mollig’, kind van vier is in verhouding langer en slanker.
Leeftijd Jongens (cm) Meisjes (cm)
12 maanden 76.5 75
24 maanden 89 88
36 maanden 98 96
48 maanden 106 105
Doorbraak van het gebit
Kind krijgt eerst melkgebit (voorlopig). Eerste elementen breken door rond de leeftijd van een
halfjaar
- Voortanden meestal 6-9 maanden
Motorische ontwikkeling
Grens van motorische ontwikkeling wordt bepaald door neurologische, lichamelijke en
emotionele rijping van het kind.
- Ontspannen met een kind oefenen kan de ontwikkeling stimuleren, maar een
ontwikkelingsfase kan niet afgedwongen worden als het kind er niet aan toe is.
- Motorische ontwikkeling vertoont grote variabiliteit in snelheid. Ontwikkeling verloopt:
1. Van binnen naar buiten(proximaal naar distaal).
- Schoudermotoriek ontwikkelt zich voor de polsmotoriek.
2. Van boven naar beneden(craniaal naar caudaal).
- Neurologische ontwikkeling van armen gaat steeds vooraf aan die van de benen.
3. Van grof naar fijn.
- Een jong kind schildert met grote bewegingen met een groot penseel(of met vingers)
en heeft dan ook een groter papier nodig.
Leeftijd Grove motoriek Fijne motoriek
18 maanden Loopt zonder te vallen; gaat Kan toren van 3 blokjes
zelf zitten bouwen; slaat blz. met 2-3
tegelijk om
24 maanden Loopt goed; kan bal Kan toren van 6 blokjes
wegschoppen bouwen; slaat blz. een voor
een om
Deze samenvatting bevat de stof van het vak ‘Humane Levenscyclus 2’
van de studie Gezondheid en Leven aan de VU. De samenvatting is
geschreven in studiejaar 2020-2021. Het bevat een samenvatting van
het boek Levenscyclus van de mens 5 e druk. Hiervan zijn de
hoofdstukken 12 t/m 23 samengevat.
Ik hoop dat deze samenvatting jou wat meer inzicht kan geven over de
onderwerpen die voorbij komen en je helpt bij het leren van het
tentamen.
Succes!
,Humane levenscyclus 2 samenvatting
H12 Groei en ontwikkeling van het kind
Zuigelingenperiode
Lichamelijke ontwikkeling
Lengtegroeisnelheid = een begrip voor lengtetoename, gemeten in een bepaalde periode en
omgerekend in centimeters per jaar.
- Eerste jaar heel hoog; 1,5x lager en 3x zwaarder
Voeding in 1e levensjaar
In het eerste levensjaar is de energiebehoefte het grootst. Na 6 maanden is de darm rijp
genoeg om ander voedsel te eten dan borstvoeding.
Motorische ontwikkeling
Ontogenetische adaptaties = adaptaties in het individuele ontwikkelingsproces
Ontwikkeling = discontinu verlopend proces
- Ontwikkeling is een proces van voortdurende reorganisatie. (oude bewegingen
worden ‘afgebroken’ om nieuwe aanpassingsvormen te kunnen ontwikkelen)
- Grote individuele variatie in de normale motorische ontwikkeling
- Ontwikkeling verloopt van proximaal naar distaal
Oriëntatiegedrag: kijken en luisteren
Visueel gedrag
- Pasgeborene vertoont al pupilreacties op licht; fixeert en kan objecten(en gezichten)
herkennen.
- Leeftijd van 6 tot 8 weken is er voorspelbaar interactiegedrag met mensen aanwezig.
Houdingscontrole
- Verloopt craniocaudaal(eerst nek, romp en dan benen)
- Visuele stimulatie heeft een sterke invloed op de lichaamshoudingcontrole bij het kind
dat pas gaat staan.
Leeftijd Grove motoriek Fijne motoriek
4 weken Hoofd zakt voorover; Vuisten
tonische nekreactie
16 weken Hoofd stabiel; Handen open
symmetrische
houding
28 weken Zit los; steunend op Pakt blokje met
de handen ‘palmar grasp’ wijst
naar pilletje
40 weken Zit los, kruipt; kan Loslaten van pilletje
worden opgetrokken met totale
tot staan handbeweging
52 weken Loopt met hulp Neemt pilletje met
pincetgreep op
Reiken en grijpen
Reikvaardigheid bestaat uit twee fasen: houdingsfase & manipulatieve fase.
- Ontwikkeling van het reiken vertoont veranderingen die parallel lopen aan
lichaamshoudingveranderingen.
- Vanaf 3 tot 8 maanden vertonen reikbewegingen steeds minder deelbewegingen.
- Armbewegingen zijn heel vroeg in de neonatale periode doelgericht.
- Tussen 2 tot 6 maanden verandert het reik-grijpgedrag. De eerste succesvolle
reikbewegingen verlopen nog niet soepel en goed gecoördineerd.
- Na 6 maanden bestaan reikbewegingen echter al uit een ‘volwassen’ nader- en
grijpatroon, waarbij voornamelijk in de laatste fase visuele controle een rol speelt.
, Cognitieve ontwikkeling
Het proces van het leren.
- Basis in de zuigelingenperiode
- Het kind weet dat zuigen aan de borst of fles voldoening geeft, ook al kent hij het
woord borst of fles nog niet. Als hij eenmaal kan kruipen, zal hij proberen de fles zelf
te pakken.
- Veel van de ontwikkeling onttrekt zich aan de waarneming van volwassenen.
Psychosociale en emotionele ontwikkeling
- Kan niet los worden gezien van zijn omgeving, het gezin.
- Een zuigeling ervaart het leven, met af- of aanwezigheid van anderen als ‘een totaal’,
waarin hij nog volledig afhankelijk is van anderen voor verzorging en voeding.
- Bij ontwikkeling van de ouder-kind relatie gaat het kind zich één voelen met de vaste
verzorgers. Op basis daarvan ontwikkelt zich een goede ouder-kindrelatie, veilige
gehechtheid en leert het kind tegelijkertijd dat anderen anders zijn.
Peuterperiode
Peuterpuberteit = periode tussen 1 en 4 jaar, waarin de peuter een heftig emotioneel
karakter ontwikkelt.
Lichamelijke ontwikkeling
- Snelle groei en ontwikkeling. Proces verloopt niet gelijkmatig(horten en stoten)
- Meest opvallende zijn de lengte- en gewichtsgroei en doorbreken van de
gebitselementen. (minder snel dan zuigelingen periode)
- Kind van 1 jaar is vaak ‘mollig’, kind van vier is in verhouding langer en slanker.
Leeftijd Jongens (cm) Meisjes (cm)
12 maanden 76.5 75
24 maanden 89 88
36 maanden 98 96
48 maanden 106 105
Doorbraak van het gebit
Kind krijgt eerst melkgebit (voorlopig). Eerste elementen breken door rond de leeftijd van een
halfjaar
- Voortanden meestal 6-9 maanden
Motorische ontwikkeling
Grens van motorische ontwikkeling wordt bepaald door neurologische, lichamelijke en
emotionele rijping van het kind.
- Ontspannen met een kind oefenen kan de ontwikkeling stimuleren, maar een
ontwikkelingsfase kan niet afgedwongen worden als het kind er niet aan toe is.
- Motorische ontwikkeling vertoont grote variabiliteit in snelheid. Ontwikkeling verloopt:
1. Van binnen naar buiten(proximaal naar distaal).
- Schoudermotoriek ontwikkelt zich voor de polsmotoriek.
2. Van boven naar beneden(craniaal naar caudaal).
- Neurologische ontwikkeling van armen gaat steeds vooraf aan die van de benen.
3. Van grof naar fijn.
- Een jong kind schildert met grote bewegingen met een groot penseel(of met vingers)
en heeft dan ook een groter papier nodig.
Leeftijd Grove motoriek Fijne motoriek
18 maanden Loopt zonder te vallen; gaat Kan toren van 3 blokjes
zelf zitten bouwen; slaat blz. met 2-3
tegelijk om
24 maanden Loopt goed; kan bal Kan toren van 6 blokjes
wegschoppen bouwen; slaat blz. een voor
een om