(KA 13 &14)
Europa vanaf de 11de eeuw:
Veranderingen in landbouw groei van de bevolking
Klimaat verbeterde: productie/vernieuwingen landbouw nam toe: 1000-1300: bevolking
-ontginningen bos verdubbelde
- Droogleggen (overstroomde) gebieden met windmolens Na 1350:
- verbetering landbouwwerktuigen Klimaatverslechtering & de
-invoering van drieslagstelsel pest: bevolkingsdaling
Opbloeiende handel Groei nijverheid
Overschot voedsel: ruilhandel handelscontacten met steden
Tekort aan grondstoffen? Internationale handel. Wisselbrief uitgevonden
Groei bevolking: meer specialisatie (bakkers, slagers, jagers)
Groei van de nijverheid verdere groei van de handel.
Toename internationale handel behoefte aan geld
Voor veiligheid bezit van geld: 13e eeuw wisselbrief uitgevonden.
Wisselbrief met bedrag: inruilen tegen munten bij de bank.
Groei bevolking + toename handel = Opkomst van steden.
Lage landen: 1 van de meest verstedelijkte gebieden van Europa
3 oorzaken:
- Gunstiger geografische omstandigheden
Rivieren uit Noordzee met verbinding met Engeland & Europa. Na de middeleeuwen: ook
de rest van de wereld. (De Schelde, Maas, Rijn en IJssel).
Late middeleeuwen: urbanisatie bevorderd naar landwegen.
Maar: vooral vervoer over water, omdat goederenvervoer sneller ging dan over land!
- Meer bescherming van landsheren, hoge edelen, geestelijken & landsbesturen
Stadrechten in ruil voor belasting. Helpen van buitenlandse handel: voordelen!
Welvaart groeide: handelsroutes beschermen, einde aan belastingen & schoten geld
voor.
- Meer samenwerking tussen steden
Onderling handelsverbod: De Hanze (Noord-Europese steden) onderlinge handel.
Stedelingen kopen zelfbestuur:
Om economische belangen te beschermen: kochten stedelingen zelfbestuur (stadsrechten).
Eerst: steden verplichtingen aan landsheer, dankzij welvaart: positie versterkt tov landsheer.
Verzochten landsheer koning/graaf/hertog voor stadsrechten.
Stadsrechten in ruil voor erkenning als landsheer, betalen belastingen & militaire hulp.
Stadsrechten:
- Geen verplichtingen tegenover grootgrondbezitter
- Zelf bestuur & rechtspraak regelen
- Zelf bepalen wie poorter is & wie niet
Stad: centrum van een verzorgingsgebied. Bewoners economisch & politiek verbonden.
Stad & omgeving verbonden: behoorden tot grondgebied van een landsheer. Jaarmarkt:
netwerken. Steden: hoog sterftegetal, kans werk, bescherming & scholing. (Arbeidsmarkt)
Migratiestroom: Platteland kleine steden. Daarna: kleine steden grote steden.
, Lonen stegen in grote steden.
Paragraaf 2: Opkomst Vlaanderen en Brabant in de Late middeleeuwen
Startpunt stedelijk dynamiek: Atrecht. (Frankrijk) centrum van de nijverheid & centrale
plaats lakennijverheid. Rijke kooplieden versterken positie: koopliedengilden & leningen
verstrekken.
Patriciërs: burgers met macht in steden. (Rijke kooplieden). Banden met adel.
Het gemeen: rest vd bevolking. (Ambachtslieden, dagloners, werklozen) Spanningen onder
bestuur.
- Patriciërs (10%): stadsbestuur.
- Ambachtslieden (40%): Het gemeen
- Dagloners: (De rest). Geen vast inkomen & ontevredenheid armoede/honger
Guldensporenslag: (1302) Vlaamse ambachtslieden waren tegen patriciërs en feodale heren.
Tussen koning van Frankrijk (vooral patriciërs) & graaf van Vlaanderen (het gemeen)
spanning want, Vlaanderen was onafhankelijk & Franse koning wil meer macht in
Vlaanderen.
Vlamingen wonnen (sterk bewapend)
1300: Vlaanderen & Brabant economisch zwaartepunt van Nederlandse gewesten.
Sterk verstedelijkt: 40%.
Vlaamse handelssteden: internationaal handelsnetwerk.
Na 1300: Brugge nam handelscentrum over van Atrecht. Na 1134: Kanalisering waterwegen.
Vlaamse Hanze: Netwerk versterkt door:
- Innovatie op allerlei gebieden
Kogge, kanalen, productie landbouw
- Schaalvergroting
Groeiende stadsbevolking meer gebouwd, meer landbouw. Toename handel
(water)wegen.
Antwerpen, Brugge, Amsterdam: eigen positie:
- Antwerpen: goede verbinding Europees achterland & nieuwe schepen
- Brugge: combineerde wisselbrief en bank tot eerste Koopmansbeurs (handelsgebouw
voor goederenhandel.)
- Amsterdam: haven voor graanhandel met Oostzeegebied
Stedelijke burgerij neemt taken over van adel en geestelijkheid
Sociale zorg Vroege middeleeuwen: kerk, late middeleeuwen bestuurders (stadsbestuur).
Gilden: bejaarden & wezen.
Onderwijs kloosterscholen door stadsbestuur. Merendeel analfabeet, 15e eeuw: alle
mannen alfabeet.
Stadsbesturen: algemeen belang (Bonum commune).
- Stadsbestuur: monopolie op gebruik van geweld
- Niet aan de regels van strafbestuur? Straf
- Openbare gebouwen (stadshuis, wegen, bruggen, bouw kerken). van geestelijken
- Maatregelen die in strijd zijn met particuliere belangen.