HBO-Verpleegkunde Jaar 1
Vitale functies
Er bestaat een ABCDE-methode
A = Airway (luchtweg)
B = Breathing (ademhaling)
C = Circulation (bloedsomloop)
D = Disability (bewustzijn)
E = Exposure (lichaamstemperatuur)
Welke vitale functies kennen we?
Hartslag- ademhaling- bloeddruk- lichaamstemperatuur- bewustzijn
Het circulatiesysteem = het hart en de bloedvaten
-Als je bij iemand de pols wilt tellen kan je dat het beste doen op deze
plekken hieronder beschreven, hier voel je de polsslag het best. Gebruik
2/3 vingers en tel 15 seconde lang, zo niet? Probeer andere plaats.
-slaap -lies
-hals -knieholte
-arm -voetrug
-pols -onderbeen
Bij een gezond persoon in rust is de hartslag rond de 60-100 slagen per
minuut. Bij kinderen en ouderen ligt dit net even anders
Bij een baby tot 1 jaar > 110-160
Bij een kind van 1 tot 2 jaar > 100-150
Bij een kind van 2 tot 5 jaar > 95-140
Bij een kind van 5 tot 12 jaar > 80-120
Bij een kind ouder dan 12 jaar > 60-100
--Als je een verhoogde hartslag hebt: tachycardie (>100 per minuut)
--Als je een verlaagde hartslag hebt: bradycardie (<50 per minuut)
, De beoordeling bij de hartslag:
-frequentie
-regelmaat
-vulling
-gelijkmatigheid
-spanning (de druk in de vaten)
Er bestaan 2 vormen van
ademhaling: borstademhaling en buikademhaling
Ademhalingspatronen:
-normale ademhaling (eupneu) = 8 tot 20 keer per minuut
-ademstilstand (apneu)
-diepere ademhaling (hyperneu)
-sterk versnelde ademhaling (tachypneu) = koorts
-hyperventilatie -> angst of spanning
-cheyne stokes ademhaling -> hartfalen/ snelle en diepe ademhaling
-kussmaul ademhaling -> snel en diep zonder pauzes (bij acidose =
verzuring van het bloed)
De beoordeling van de ademhaling: -> gebruik een zandloper / klokje met
teller
(1 ademhaling = 1 keer inademen en 1 keer uitademen)
-frequentie -geur
-regelmaat -geluid
-diepte -symptomen benauwdheid
-symmetrie
Let erop dat de zorgvrager de hand op de buik legt en leg niet te veel
nadruk op dat je op de ademhaling let, dit kan erg beïnvloeden.
Ontbloot het lichaam zo nodig om het nog beter te kunnen zien en probeer
stress te voorkomen bij de zorgvrager.