Samenvatting Hoofdstuk 9
9.1 Polyalkenen en rubber
Polyalkenen is een verzamelnaam voor polymeren die zijn gemaakt uit alkenen.
Een additiereactie is een snelle reactie van een alkeen met een halogeen, waterstof
en water. Hierbij wordt steeds een dubbele binding in een alkeen omgezet naar een
enkele binding.
Alkenen kunnen ook met zichzelf een additiereactie aangaan, waarbij polymeren
worden gevormd. Dit is een polyadditiereactie, ook wel additiepolymerisatie
genoemd.
Soms springen dubbele bindingen niet vanzelf open. Je kunt dan bestralen met uv-
licht of een initiator toevoegen.
Een initiator is een stof die nodig is om de polymerisatie op gang te brengen.
Synthetisch rubber wordt ook volgens een additiepolymerisatie gemaakt. De
grondstof is buta-1,3-dieen.
Deze stof kan op verschillende manieren polymeriseren, maar gewoonlijk vindt er
een 1,4-additie plaats (kop- staart).
Bij het toevoegen van een initiator mag je ervan uitgaan dat alle dubbele bindingen
openspringen.
In de polymeermoleculen van synthetisch rubber zijn nog dubbele bindingen
aanwezig. Hierdoor zijn de polymeermoleculen nog enigszins reactief.
Onbehandeld rubber is niet elastisch. Door zwavel toe te voegen en te verhitten, zal
een deel van de dubbele bindingen met zwavel reageren. Er ontstaan dan crosslinks
(zwavelbruggen). Dit heet vulkaniseren.
Kunststoffen worden polymeren genoemd. Ze bestaan uit lange moleculen.
Een monomeer is de naam voor de grondstof die wordt gebruikt om de polymeren te
maken.
Wanneer monomeren onderling reageren, onstaan lange ketens monomeren. Dit is
een polymeer.
Een polymeer krijgt de naam van het monomeer waaruit het is gemaakt,
voorafgegaan door het woord ‘poly’.
9.2 Esters, polyesters en polyamiden
, Esters vormen een groep van koolstofverbindingen die worden gemaakt uit alkanolen
en alkaanzuren.
De karakteristieke groep van een alkanol is de hydroxygroep: -OH.
De karakteristieke groep van een alkaanzuur is de carboxygroep: -COOH.
Een ester wordt gevormd door een reactie van een alkanol met een alkaanzuur
waaraan een zure katalysator is toegevoegd.
Bij de vorming van een ester wordt een watermolecuul afgesplitst terwijl het alkanol
en het zuur aan elkaar koppelen. Dit heet een condensatiereactie.
Bij een condensatiereactie worden twee moleculen aan elkaar gekoppeld onder
afsplitsing van een molecuul water.
De omkeerbare reactie is een reactie van een ester met water. Dit heet een
hydrolysereactie.
Polyesters vormen een groep van koolstofverbindingen die worden gemaakt uit een
diol en een dizuur.
Een diol is een alkanol met twee -OH-groepen en een dizuur is een alkaanzuur met
twee -COOH-groepen.
Hierbij vindt ook een condensatiereactie plaats. De ester die hierbij gevormd wordt is
een dimeer.
Polyamiden vormen een groep van koolstofverbindingen die worden gemaakt uit een
diamine en een dizuur.
Een diamine is een alkaanamine met twee -NH2 groepen.
Een dizuur is een alkaanzuur met twee -C00H-groepen.
Dit is ook een condensatiereactie waaruit een dimeer ontstaat.
Nylon is de triviale naam voor een polyamide.
9.3 Kunststoffen
, Kunststoffen worden in het dagelijks leven vaak plastics genoemd.
Kunststoffen worden gemaakt uit aardolie. Ze worden synthetische polymeren
genoemd.
Kunststoffen hebben bijzondere eigenschappen die andere materialen niet hebben.
Er zijn vier groepen kunststoffen: thermoplasten, thermoharders, elastomeren en
composieten.
Thermoplasten zijn kunststoffen die bij verwarmen zacht worden. Ze bestaan uit
lange, onvertakte polymeermoleculen die langs elkaar heen schuiven
(ketenpolymeren).
Bij verwarming worden de VDW-krachten zwakker, waardoor je thermoplasten kunt
vervormen.
Thermoharders zijn kunststoffen die bij verwarmen hard blijven of gaan ontleden. Ze
bestaan uit lange polymeermoleculen die onderling via crosslinks met elkaar zijn
verbonden, waardoor ze niet langs elkaar heen kunne schuiven (netwerkpolymeren).
Bij hoge temperaturen breken de crosslinks, waardoor de thermoharder uit elkaar
valt of gaat ontleden.
Elastomeren zijn elastische kunststoffen. Ze bevatten zwavelbruggen (crosslinks).
Je kunt het materiaal indrukken, maar door de crosslinks krijgt het materiaal steeds
zijn oorspronkelijke vorm terug.
Composieten zijn opgebouwd uit twee of meer materialen gecombineerd tot een
nieuw materiaal met andere eigenschappen dan de afzonderlijke componenten.
Composieten ontstaan door aan een hoogwaardige kunststof meerdere lagen vezels
toe te voegen.
Een thermoplast wordt soms zachter gemaakt door er een weekmaker aan toe te
voegen. Een weekmaker is een stof die bestaat uit kleine moleculen.
Soms wordt een thermoplast sterker gemaakt door te verstrekken. De polymeer
wordt dan volledig uitgerekt en perfect naast elkaar gelegd.
Additieven:
- Weekmakers, worden toegevoegd om het polymeer flexibel en rekbaar te maken.
- Stabilisatoren, voorkomen dat de kunststof ontleedt tijdens de verwerking.
- Kleurstoffen, kleuren het product.
- Vulstoffen, worden toegevoegd om de eigenschappen te verbeteren.
Verwerkingstechnieken thermoplasten (bladzijde 112):
9.1 Polyalkenen en rubber
Polyalkenen is een verzamelnaam voor polymeren die zijn gemaakt uit alkenen.
Een additiereactie is een snelle reactie van een alkeen met een halogeen, waterstof
en water. Hierbij wordt steeds een dubbele binding in een alkeen omgezet naar een
enkele binding.
Alkenen kunnen ook met zichzelf een additiereactie aangaan, waarbij polymeren
worden gevormd. Dit is een polyadditiereactie, ook wel additiepolymerisatie
genoemd.
Soms springen dubbele bindingen niet vanzelf open. Je kunt dan bestralen met uv-
licht of een initiator toevoegen.
Een initiator is een stof die nodig is om de polymerisatie op gang te brengen.
Synthetisch rubber wordt ook volgens een additiepolymerisatie gemaakt. De
grondstof is buta-1,3-dieen.
Deze stof kan op verschillende manieren polymeriseren, maar gewoonlijk vindt er
een 1,4-additie plaats (kop- staart).
Bij het toevoegen van een initiator mag je ervan uitgaan dat alle dubbele bindingen
openspringen.
In de polymeermoleculen van synthetisch rubber zijn nog dubbele bindingen
aanwezig. Hierdoor zijn de polymeermoleculen nog enigszins reactief.
Onbehandeld rubber is niet elastisch. Door zwavel toe te voegen en te verhitten, zal
een deel van de dubbele bindingen met zwavel reageren. Er ontstaan dan crosslinks
(zwavelbruggen). Dit heet vulkaniseren.
Kunststoffen worden polymeren genoemd. Ze bestaan uit lange moleculen.
Een monomeer is de naam voor de grondstof die wordt gebruikt om de polymeren te
maken.
Wanneer monomeren onderling reageren, onstaan lange ketens monomeren. Dit is
een polymeer.
Een polymeer krijgt de naam van het monomeer waaruit het is gemaakt,
voorafgegaan door het woord ‘poly’.
9.2 Esters, polyesters en polyamiden
, Esters vormen een groep van koolstofverbindingen die worden gemaakt uit alkanolen
en alkaanzuren.
De karakteristieke groep van een alkanol is de hydroxygroep: -OH.
De karakteristieke groep van een alkaanzuur is de carboxygroep: -COOH.
Een ester wordt gevormd door een reactie van een alkanol met een alkaanzuur
waaraan een zure katalysator is toegevoegd.
Bij de vorming van een ester wordt een watermolecuul afgesplitst terwijl het alkanol
en het zuur aan elkaar koppelen. Dit heet een condensatiereactie.
Bij een condensatiereactie worden twee moleculen aan elkaar gekoppeld onder
afsplitsing van een molecuul water.
De omkeerbare reactie is een reactie van een ester met water. Dit heet een
hydrolysereactie.
Polyesters vormen een groep van koolstofverbindingen die worden gemaakt uit een
diol en een dizuur.
Een diol is een alkanol met twee -OH-groepen en een dizuur is een alkaanzuur met
twee -COOH-groepen.
Hierbij vindt ook een condensatiereactie plaats. De ester die hierbij gevormd wordt is
een dimeer.
Polyamiden vormen een groep van koolstofverbindingen die worden gemaakt uit een
diamine en een dizuur.
Een diamine is een alkaanamine met twee -NH2 groepen.
Een dizuur is een alkaanzuur met twee -C00H-groepen.
Dit is ook een condensatiereactie waaruit een dimeer ontstaat.
Nylon is de triviale naam voor een polyamide.
9.3 Kunststoffen
, Kunststoffen worden in het dagelijks leven vaak plastics genoemd.
Kunststoffen worden gemaakt uit aardolie. Ze worden synthetische polymeren
genoemd.
Kunststoffen hebben bijzondere eigenschappen die andere materialen niet hebben.
Er zijn vier groepen kunststoffen: thermoplasten, thermoharders, elastomeren en
composieten.
Thermoplasten zijn kunststoffen die bij verwarmen zacht worden. Ze bestaan uit
lange, onvertakte polymeermoleculen die langs elkaar heen schuiven
(ketenpolymeren).
Bij verwarming worden de VDW-krachten zwakker, waardoor je thermoplasten kunt
vervormen.
Thermoharders zijn kunststoffen die bij verwarmen hard blijven of gaan ontleden. Ze
bestaan uit lange polymeermoleculen die onderling via crosslinks met elkaar zijn
verbonden, waardoor ze niet langs elkaar heen kunne schuiven (netwerkpolymeren).
Bij hoge temperaturen breken de crosslinks, waardoor de thermoharder uit elkaar
valt of gaat ontleden.
Elastomeren zijn elastische kunststoffen. Ze bevatten zwavelbruggen (crosslinks).
Je kunt het materiaal indrukken, maar door de crosslinks krijgt het materiaal steeds
zijn oorspronkelijke vorm terug.
Composieten zijn opgebouwd uit twee of meer materialen gecombineerd tot een
nieuw materiaal met andere eigenschappen dan de afzonderlijke componenten.
Composieten ontstaan door aan een hoogwaardige kunststof meerdere lagen vezels
toe te voegen.
Een thermoplast wordt soms zachter gemaakt door er een weekmaker aan toe te
voegen. Een weekmaker is een stof die bestaat uit kleine moleculen.
Soms wordt een thermoplast sterker gemaakt door te verstrekken. De polymeer
wordt dan volledig uitgerekt en perfect naast elkaar gelegd.
Additieven:
- Weekmakers, worden toegevoegd om het polymeer flexibel en rekbaar te maken.
- Stabilisatoren, voorkomen dat de kunststof ontleedt tijdens de verwerking.
- Kleurstoffen, kleuren het product.
- Vulstoffen, worden toegevoegd om de eigenschappen te verbeteren.
Verwerkingstechnieken thermoplasten (bladzijde 112):