2018
Kerntaak 1: Aanbieden van SB-activiteiten
CHRISTOPHER MCDADE
,Inhoudsopgave
Inventarisatie wensen en behoefte van de doelgroep.......................................................................3
Beginsituatie analyse.........................................................................................................................3
Beginsituatie van de groep.................................................................................................................3
Motorisch :.....................................................................................................................................3
Cognitief :.......................................................................................................................................4
Sociaal-affectief.............................................................................................................................4
Meten van vaardigheidsniveau van de groep en een individuele deelnemer................................4
Beginsituatie individuele deelnemer...................................................................................................5
Beginsituatie lesgever........................................................................................................................6
Motorisch.......................................................................................................................................6
Cognitief.........................................................................................................................................6
Sociaal-affectief.............................................................................................................................6
Didactisch.......................................................................................................................................6
Beginsituatie van de randvoorwaarden.............................................................................................7
Doelstelling lessenreeks : Ik wil dat aan het einde van de lessenreeks dat de deelnemers kennis
hebben gemaakt met de volgende onderdelen van atletiek : Verspringen, Hoogspringen,
speerwerpen en kogelstoten. En de basisvaardigheden ervan beheersen.........................................7
Doelstelling 1: Ik wil aan het einde van de les dat de leerlingen kunnen demonsteren dat ze kunnen
verspringen door middel van de schrede-vertesprong methode in een oefenvorm. Hierbij ga ik het
accent leggen op : Dat de eerste pas van de aanloop begint met een het afzetbeen, Aan het eind
van de aanloop de snelheid het hoogste is, Het afzetbeen maximaal gestrekt wordt tijdens de afzet,
de armen de sprong ondersteunen tijdens de afzet, tijdens de zweeffase het afzetbeen naast het
zwaaibeen komt die gestrekt is, en als laatste dat er bij de landing met twee voeten wordt geland.7
Doelstelling 2:.....................................................................................................................................7
Doelstelling 3:.....................................................................................................................................8
Doelstelling 4:.....................................................................................................................................8
Motivatie voor keuze doelstelling:......................................................................................................8
Uitwerking van organisatie en begeleiding........................................................................................9
Organisatie.........................................................................................................................................9
Differentiatie......................................................................................................................................9
Begeleiding.........................................................................................................................................9
Les 1................................................................................................................................................11
Les 2................................................................................................................................................33
Les 3................................................................................................................................................56
Les 4.................................................................................................................................................81
Les 4 83
Kerntaak 1 2
,Inventarisatie wensen en behoefte van de doelgroep
De leerlingen van de (Naam school) ((Naam klas)) die ik ga lesgeven zitten volop in de
puberteit. De behoeftes van de leerlingen zijn dat iedereen erbij wil horen. Dus ik moet
zorgen voor een veilig sportklimaat. Ook zijn er veel lichamelijke veranderingen aanwezig bij
een puber. Hierdoor is er een groot verschil in het sportniveau. Dus ik moet ervoor zorgen
dat iedereen op zijn eigen niveau kan werken tijdens de les. Want dat vinden de leerlingen
zelf ook fijn en voorkomt onzekerheid, blessures, en irritaties tijdens de les.
Beginsituatie analyse
Beginsituatie van de groep
Om de beginsituatie van de groep goed te analyseren heb ik een aantal vragen gesteld aan
de gymdocent (Naam)van (Naam klas) ) Deze vragen zijn beantwoord en heb ik verwerkt in
de beginsituatie.
De leerlingen hebben vorig jaar enkele lessen atletiek gehad. Bij atletiek hebben ze de
onderdelen hoogspringen en verspringen behandeld. De leerlingen van klas (Naam klas)
weten nog niet wie ik ben. De klas zit al anderhalf jaar in deze samenstelling dus ze zijn de
forming fase al zeker voorbij. Ik kan dus norming, storming en performing verwachten. De
klas is tussen de 12 en 14 jaar oud. Afhankelijk van in welke groepsfase de groep zit moet ik
mijn lesgeefstijl aanpassen. Als de leerlingen in de norming fase zitten wordt er een beetje
gestreden om de macht. Hierdoor moet ik als lesgever grenzen stellen als ik voor de groep
sta. Als de leerlingen in de storming fase zitten moet ik accepteren als lesgever dat er nou
eenmaal akkevietjes ontstaan en dat het niet het einde van de wereld is. Als de leerlingen in
de performing fase zitten kan ik de leerlingen verantwoordelijk maken voor meer complexe
taken. En zijn ze instaat om te samenwerken dus kan ik meer samenwerkingen oefeningen
verwerken in mijn lessen. Ik wil in mijn eerste les er achter zien te komen in welke fase de
leerlingen zitten. Omdat het belangrijke gevolgen heeft voor mijn lessenreeks.
Motorisch :
Hieronder heb ik de motorische beginsituatie van de leerlingen van (Naam klas) :
In de klas van (Naam klas) heeft en maar een derde van de klas heeft geen goede conditie.
De leerlingen beheersen de bewegingsvaardigheden van atletiek middelmatig voor hun
leeftijd. Zoals ik hierboven al heb vernoemd hebben de leerlingen in het eerste leerjaar
hoogspringen, en verspringen behandeld. Maar beheersen de bewegingsvaardigheden van
atletiek middelmatig. Dus ze zitten nog steeds in een grove motorische fase. De leerlingen
kunnen prima bewegen en heb een normale mate van lenigheid voor hun leeftijd.
Er ontstaan veel lichamelijke veranderingen in het lichaam van een puber. Hierdoor kunnen
sommige pubers onzeker zijn. Ook verandert de lichaamsbeleving van een puber omdat ze
Kerntaak 1 3
, natuurlijk langen en breder worden. Bewegingen die ze konden uitvoeren een paar jaar
geleden gaat nu misschien wat lastiger of kunnen ze helemaal niet meer uitvoeren door de
verandering van hun lichaam. Pubers krijgen in de puberteit ook een groeispurt hierdoor zal
er een verschil zijn in lengte bij de leerlingen. De vijf prestatiebepalende factoren bij een
puber is de CLUCKS. Coördinatie lenigheid, uithoudingsvermogen, coördinatie, en snelheid.
Cognitief :
Hieronder heb ik de cognitieve ontwikkeling van een puber geschreven :
De puber zijn lange termijn geheugen neemt toe ,het abstract en systematisch denken
neemt ook toe. Hierdoor kunnen pubers betere strategieën gebruiken om dingen te
onthouden. Ook ontwikkelt hij zijn eigen mening het is dus belangrijk om je goed te
verantwoorden tegenover een puber met argumenten.
Hieronder heb ik de cognitieve beginsituatie van de leerlingen van (Naam klas) :
De leerlingen snappen de uitleg en regels erg snel. Ze hebben in hun eerste leerjaar
hoogspringen en verspringen behandeld. Ook hebben de deelnemers een sportdag gehad
van atletiek. Daardoor kennen sommige deelnemers nog de regels en de tactieken van deze
onderdelen.
Sociaal-affectief
Hieronder heb ik de sociaal-affectieve ontwikkeling van een puber beschreven :
In de puberteit willen pubers er altijd bij horen, en niet buitengesloten worden. De interesse
in seks wordt erg vergoot. Er wordt norm overschrijvend gedrag vertoont door individuen.
De communicatie met een puber wordt vaak lastiger omdat ze door veel veranderingen
heen gaan. En pubers zoeken naar hun eigen identiteit.
Hieronder heb ik de sociaal-affectie beginsituatie van de deelnemers :
Als de leerlingen een klik hebben met de lesgever is de relatie prima. Er hangt een gezellig
sfeer in de klas alleen storen de leerlingen elkaar soms wel eens waardoor er een gebrek
komt soms van concentratievermogen. Er zijn geen leerlingen die faalangst hebben.
Meten van vaardigheidsniveau van de groep en een individuele deelnemer
Kerntaak 1 4
Kerntaak 1: Aanbieden van SB-activiteiten
CHRISTOPHER MCDADE
,Inhoudsopgave
Inventarisatie wensen en behoefte van de doelgroep.......................................................................3
Beginsituatie analyse.........................................................................................................................3
Beginsituatie van de groep.................................................................................................................3
Motorisch :.....................................................................................................................................3
Cognitief :.......................................................................................................................................4
Sociaal-affectief.............................................................................................................................4
Meten van vaardigheidsniveau van de groep en een individuele deelnemer................................4
Beginsituatie individuele deelnemer...................................................................................................5
Beginsituatie lesgever........................................................................................................................6
Motorisch.......................................................................................................................................6
Cognitief.........................................................................................................................................6
Sociaal-affectief.............................................................................................................................6
Didactisch.......................................................................................................................................6
Beginsituatie van de randvoorwaarden.............................................................................................7
Doelstelling lessenreeks : Ik wil dat aan het einde van de lessenreeks dat de deelnemers kennis
hebben gemaakt met de volgende onderdelen van atletiek : Verspringen, Hoogspringen,
speerwerpen en kogelstoten. En de basisvaardigheden ervan beheersen.........................................7
Doelstelling 1: Ik wil aan het einde van de les dat de leerlingen kunnen demonsteren dat ze kunnen
verspringen door middel van de schrede-vertesprong methode in een oefenvorm. Hierbij ga ik het
accent leggen op : Dat de eerste pas van de aanloop begint met een het afzetbeen, Aan het eind
van de aanloop de snelheid het hoogste is, Het afzetbeen maximaal gestrekt wordt tijdens de afzet,
de armen de sprong ondersteunen tijdens de afzet, tijdens de zweeffase het afzetbeen naast het
zwaaibeen komt die gestrekt is, en als laatste dat er bij de landing met twee voeten wordt geland.7
Doelstelling 2:.....................................................................................................................................7
Doelstelling 3:.....................................................................................................................................8
Doelstelling 4:.....................................................................................................................................8
Motivatie voor keuze doelstelling:......................................................................................................8
Uitwerking van organisatie en begeleiding........................................................................................9
Organisatie.........................................................................................................................................9
Differentiatie......................................................................................................................................9
Begeleiding.........................................................................................................................................9
Les 1................................................................................................................................................11
Les 2................................................................................................................................................33
Les 3................................................................................................................................................56
Les 4.................................................................................................................................................81
Les 4 83
Kerntaak 1 2
,Inventarisatie wensen en behoefte van de doelgroep
De leerlingen van de (Naam school) ((Naam klas)) die ik ga lesgeven zitten volop in de
puberteit. De behoeftes van de leerlingen zijn dat iedereen erbij wil horen. Dus ik moet
zorgen voor een veilig sportklimaat. Ook zijn er veel lichamelijke veranderingen aanwezig bij
een puber. Hierdoor is er een groot verschil in het sportniveau. Dus ik moet ervoor zorgen
dat iedereen op zijn eigen niveau kan werken tijdens de les. Want dat vinden de leerlingen
zelf ook fijn en voorkomt onzekerheid, blessures, en irritaties tijdens de les.
Beginsituatie analyse
Beginsituatie van de groep
Om de beginsituatie van de groep goed te analyseren heb ik een aantal vragen gesteld aan
de gymdocent (Naam)van (Naam klas) ) Deze vragen zijn beantwoord en heb ik verwerkt in
de beginsituatie.
De leerlingen hebben vorig jaar enkele lessen atletiek gehad. Bij atletiek hebben ze de
onderdelen hoogspringen en verspringen behandeld. De leerlingen van klas (Naam klas)
weten nog niet wie ik ben. De klas zit al anderhalf jaar in deze samenstelling dus ze zijn de
forming fase al zeker voorbij. Ik kan dus norming, storming en performing verwachten. De
klas is tussen de 12 en 14 jaar oud. Afhankelijk van in welke groepsfase de groep zit moet ik
mijn lesgeefstijl aanpassen. Als de leerlingen in de norming fase zitten wordt er een beetje
gestreden om de macht. Hierdoor moet ik als lesgever grenzen stellen als ik voor de groep
sta. Als de leerlingen in de storming fase zitten moet ik accepteren als lesgever dat er nou
eenmaal akkevietjes ontstaan en dat het niet het einde van de wereld is. Als de leerlingen in
de performing fase zitten kan ik de leerlingen verantwoordelijk maken voor meer complexe
taken. En zijn ze instaat om te samenwerken dus kan ik meer samenwerkingen oefeningen
verwerken in mijn lessen. Ik wil in mijn eerste les er achter zien te komen in welke fase de
leerlingen zitten. Omdat het belangrijke gevolgen heeft voor mijn lessenreeks.
Motorisch :
Hieronder heb ik de motorische beginsituatie van de leerlingen van (Naam klas) :
In de klas van (Naam klas) heeft en maar een derde van de klas heeft geen goede conditie.
De leerlingen beheersen de bewegingsvaardigheden van atletiek middelmatig voor hun
leeftijd. Zoals ik hierboven al heb vernoemd hebben de leerlingen in het eerste leerjaar
hoogspringen, en verspringen behandeld. Maar beheersen de bewegingsvaardigheden van
atletiek middelmatig. Dus ze zitten nog steeds in een grove motorische fase. De leerlingen
kunnen prima bewegen en heb een normale mate van lenigheid voor hun leeftijd.
Er ontstaan veel lichamelijke veranderingen in het lichaam van een puber. Hierdoor kunnen
sommige pubers onzeker zijn. Ook verandert de lichaamsbeleving van een puber omdat ze
Kerntaak 1 3
, natuurlijk langen en breder worden. Bewegingen die ze konden uitvoeren een paar jaar
geleden gaat nu misschien wat lastiger of kunnen ze helemaal niet meer uitvoeren door de
verandering van hun lichaam. Pubers krijgen in de puberteit ook een groeispurt hierdoor zal
er een verschil zijn in lengte bij de leerlingen. De vijf prestatiebepalende factoren bij een
puber is de CLUCKS. Coördinatie lenigheid, uithoudingsvermogen, coördinatie, en snelheid.
Cognitief :
Hieronder heb ik de cognitieve ontwikkeling van een puber geschreven :
De puber zijn lange termijn geheugen neemt toe ,het abstract en systematisch denken
neemt ook toe. Hierdoor kunnen pubers betere strategieën gebruiken om dingen te
onthouden. Ook ontwikkelt hij zijn eigen mening het is dus belangrijk om je goed te
verantwoorden tegenover een puber met argumenten.
Hieronder heb ik de cognitieve beginsituatie van de leerlingen van (Naam klas) :
De leerlingen snappen de uitleg en regels erg snel. Ze hebben in hun eerste leerjaar
hoogspringen en verspringen behandeld. Ook hebben de deelnemers een sportdag gehad
van atletiek. Daardoor kennen sommige deelnemers nog de regels en de tactieken van deze
onderdelen.
Sociaal-affectief
Hieronder heb ik de sociaal-affectieve ontwikkeling van een puber beschreven :
In de puberteit willen pubers er altijd bij horen, en niet buitengesloten worden. De interesse
in seks wordt erg vergoot. Er wordt norm overschrijvend gedrag vertoont door individuen.
De communicatie met een puber wordt vaak lastiger omdat ze door veel veranderingen
heen gaan. En pubers zoeken naar hun eigen identiteit.
Hieronder heb ik de sociaal-affectie beginsituatie van de deelnemers :
Als de leerlingen een klik hebben met de lesgever is de relatie prima. Er hangt een gezellig
sfeer in de klas alleen storen de leerlingen elkaar soms wel eens waardoor er een gebrek
komt soms van concentratievermogen. Er zijn geen leerlingen die faalangst hebben.
Meten van vaardigheidsniveau van de groep en een individuele deelnemer
Kerntaak 1 4
