100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na je betaling Lees online óf als PDF Geen vaste maandelijkse kosten 4.2 TrustPilot
logo-home
Samenvatting

Samenvatting Het verhaal van het kind, Hfdst 1, 2, 3, 6.3, 7.4, 8

Beoordeling
4,0
(6)
Verkocht
27
Pagina's
19
Geüpload op
01-11-2014
Geschreven in
2014/2015

Een samenvatting van hoofdstuk 1, 2, 3 en 8 en van paragraaf 6.3 en 7.4.











Oeps! We kunnen je document nu niet laden. Probeer het nog eens of neem contact op met support.

Documentinformatie

Geüpload op
1 november 2014
Bestand laatst geupdate op
1 november 2014
Aantal pagina's
19
Geschreven in
2014/2015
Type
Samenvatting

Onderwerpen

Voorbeeld van de inhoud

Hoofdstuk 1, 2, 3, 6.3, 7.4, 8.1, 8.3, 8.4, 8.6, 8.7, 8.8
HET VERHAAL VAN HET KIND
Hoofdstuk 1: Het verhaal van Dewi, 3-6 jaar
1.1 - Fysieke ontwikkeling
Periode van 3-6 jaar: Versnelde ontwikkeling (fysiek en mentaal)  Overgang is groot voor het kind in deze periode. Het gaat
van een onbewuste levenshouding naar een bewuste levenshouding en realiseert zich wie het zelf is.

Ontwikkeling van de hersenen
1. Ontwikkeling primaire sensorische gebieden: Zintuiglijke waarneming (zien, horen, proeven).
2. Motorische gebieden: Voorbereiden en uitvoeren van een beweging.
3. Associatiegebieden: Integratie van informatie van verschillende zintuigen.
4. Prefrontale gebieden: motivatie, oordeelsvermogen en redeneren.

Geboorte: 2500 synapsen per cel. 3 jaar: 15.000 synapsen per cel. = Verbindingen.
Er worden ook verbindingen weggesnoeid: pruning. Volwassen leeftijd: 7500 synapsen over.
Er worden ook verbindingen versterkt, dat zijn de veelgebruikte verbindingen en verbindingen die niet worden gebruikt
verdwijnen.
 Versterken en kappen van verbindingen gebeurt o.i.v. de omgeving en de genen.  Hersenen zijn constant in
beweging.

Lichaam en spel
Het kind heeft meer interesse in de ander, zeker als die van het andere geslacht is: fallische fase.  Een kind vindt de
verschillen tussen jongens en meisjes interessant (Doktertje spelen).

Onderscheid tussen volwassene en kind
Het kind ontdekt onderscheid tussen volwassenen en kinderen.  Groeien/Groot worden wordt heel belangrijk. Later kijkt het
kind pas naar leeftijd: Er bestaan niet alleen volwassenen, maar ook hele oude volwassenen.

Door het ontstaan van het bewustzijn van het eigen ik, wordt het kind zich ook bewust van zijn fysieke verschijning. Een kind is
zich ervan bewust dat een lichaam kan stukgaan en dat iemand kan dood gaan. Tijdens een spel kan een kind 'eventjes' dood
zijn, om vervolgens weer verder te spelen.

1.2 - Motorische ontwikkeling
De motoriek wordt rond het vierde levensjaar goed ontwikkeld. Kinderen oefenen dan zelfs om met één hand te gooien, of
bovenhands te gooien. Ook de timing en coördinatie van bewegingen wordt beter (veters strikken). De oog-handcoördinatie
bevindt zich op het raakvlak van waarneming en motoriek (nadoen of natekenen van iets). Wat met het oog wordt opgenomen,
moet in een motorisch patroon worden omgezet.

Proces van lateralisatie (verschil in functie tussen linker- en rechterhersenhelft) is nog niet uitontwikkeld. (Duurt tot 6e of 7e
levensjaar, dus je weet niet of iemand links- of rechtshandig is). Informatie die via de rechterkant van het lichaam binnenkomt,
wordt op de linkerhersenhelft geprojecteerd. De linkerhersenhelft stuurt de rechterkant van het lichaam aan en andersom.

Kind van 5 jaar is motorisch gezien praktisch zelfstandig. Het kan springen, lopen, klimmen en kruipen. Ook kan het in
samenwerking met auditieve en visuele waarnemingen allerlei gecoördineerde bewegingen maken met zijn armen, benen,
handen en vingers en het kan dingen gericht manipuleren, zich oriënteren en actief deelnemen aan een gesprek. Ook kan het
geluiden onderscheiden en voorwerpen indelen op kleur en grootte.  Kind krijgt meer oog voor details.

 Overgang van globale naar meer gedifferentieerd waarnemen vindt in deze periode plaats.
 De verfijning van de beweging komt voort uit de wilskracht van het kind.
 Meisjes en jongens ontwikkelen zich qua fijne motoriek niet gelijk, meisjes ontwikkelen het sterker.

1.3 - Emotionele ontwikkeling
Wanneer kinderen voor het eerst naar school gaan, richten ze zich op een vast punt. Als een kind zich veilig voelt in de nieuwe
omgeving, dan verruimt de blik van een kind: Naar andere leerlingen en spullen in de klas. Ook krijgt het meer zicht op de
organisatie en het ritme van de klas. De leerkracht is, naast de ouders, de eerste echt belangrijke volwassene, waardoor het kind
zich hecht aan de leerkracht.

Fantasie
Door de functie van poppen en auto's, kunnen kinderen de fantasie en werkelijkheid een plaats geven. Eigen angsten worden
geprojecteerd op de pop, en dat gebeurt onbewust. Voor de emotionele ontwikkeling is het nodig om via de pop in een andere
wereld te kruipen en dat wordt via spel het duidelijkst.

,In deze fase schrijven kinderen menselijke eigenschappen toe aan dingen: knuffels/bouwsels. Een kind kan hierin erg ver gaan:
naam, aan tafel. Fantasie kan een kind heel erg aanspreken. Kinderen denken in deze fase in beelden, later wordt dat denken in
begrippen.

Kinderen leven in het nu, de fantasie, het spel en de herhaling zijn belangrijk voor ze. Door fantasie ontwikkelt zich ook de
verbeelding: Het vermogen om zich zaken voor te stellen die niet zichtbaar zijn.  Noodzakelijk voor verdere ontwikkeling.

De bezielde wereld
Antropomorfiseren = Vermenselijken van voorwerpen.
Animistisch denken = Het toekennen van een ziel aan levenloze objecten.

In de wereld van een kind van 3-6 jaar is alles levend.  Kind maakt geen onderscheid tussen levende en niet-levende wezens,
maar voelt zich omringd door levende dingen. (Tafel kan pijn hebben, omdat je er tegenaan gestoten bent en iets kan onder je
bed liggen in het donker).

Enig kind
Enig kinderen moeten veel vaker zonder vader opgroeien. Ouders scheiden vaker wanneer er nog maar een kind is.  Kind is
voornamelijk aangewezen op één volwassene, die ook nog op een andere manier met het kind omgaat.  Ouders bespreken
problemen met het kind.

Kenmerken enig kind:
 Kan in taalgebruik oud overkomen.
Volgens Kohnstamm:
 Coöperatief: Samenwerkend.
 Doorzettingsvermogen: Want ze worden door één ouder opgevoed, ouders bespreken problemen met kind.
 IJverig: Kind wil liefde van de ouder en doet daar zijn best voor.
 Gezagsgetrouw: Kind leert dat je volwassenen te vriend moet houden.  Kind accepteert autoriteit en heeft later minder
gezagsconflicten.
 Op zichzelf gericht: Het is alleen thuis.
 Sociaal onhandig: Het kind krijgt minder directe feedback op gedrag en handelen.

1.4 - Identiteitsontwikkeling
De identiteit krijgt vorm, o.i.v. eigen ontwikkeling en indrukken uit de omgeving. Het kind vormt zijn eigen willetje.  Kind
weigert hulp en wordt zelfbewust: Het ontwikkelt zijn eigen persoonlijkheid.

Zelfontwikkeling
Als de opvoeder het kind de kans geeft om zelf ontdekkingen te doen en zelfstandig te handelen, dan krijgt het kind meer een
gevoel van autonomie.  Belangrijk voor zelfbeeld.

Zelfstandigheid
Kind krijgt een eigen wereld, waarin het volgens eigen behoeften leeft en het eigen keuzes maakt. Het kind wil zelfstandig zijn,
maar niet altijd. De kleuter is nog altijd koppig.
Het kind weet zijn eigen doelen niet, maar komt ze tegen, bijvoorbeeld tijdens het spelen. En zo raakt hij gemotiveerd. Het kind
mag nu ook zelfstandig zijn en krijgt soms ook verantwoordelijkheid (klassenhulpje).

Het kind moet nu niet alles alleen doen, het heeft behoefte aan een omgeving die duidelijkheid en zekerheid biedt. 
Geestelijke (aanwezigheid volwassene) en stoffelijke omgeving (klas waar alles een vaste plaats heeft). Een kind kan alleen de
verantwoordelijkheid nemen als er een volwassene bij is die hem op weg helpt. Daarbij is een relatie, dus vertrouwen, nodig.

Verschillende uitgangsvormen tussen jongens en meisjes komen vooral naar voren op school. Verschillen tussen jongens en
meisjes volgens Delfos (1999):
 Jongens hebben belangstelling voor de functie ("Wat kan je doen met klei?"), meisjes voor de esthetiek ("Wat kan je
maken van klei?")
 Jongens kiezen actieve werkjes en spellen, zijn meer op beweging gericht en meisjes kiezen rustige werkjes en spelletjes.
Bij samenwerken:
 Komt bij jongens het competitiegevoel op, meisjes zijn sociaal.
 Kunnen jongens zich moeilijk inleven in het gevoelsleven van anderen. Meisjes juist wel: Ze willen leuk gevonden
worden.
Bij conflicten:
 Jongens gaan vechten, en wanneer het gevecht stopt, dan is alles weer oké. Meisjes gaan huilen of mokken, en je komt er
vaak niet achter wat er aan de hand is. Een ruzie duurt ook meestal veel langer.

, Ruzie gaat gepaard met angst: Je wordt aangevallen en moet verdedigen. Adrenaline wekt dan op. Angst neemt af door te
handelen, handelen vermindert de aanmaak van het stresshormoon (adrenaline). Testosteron leidt tot handelen: Jongens
hebben 9x meer testosteron dan meisjes: Jongens zullen altijd meer handelen.

Hechting
Volgens Bowlby (1983) is hechting primair gebaseerd op de behoefte van het kind aan veiligheid en zekerheid. De plaats voor
hechting vindt plaats in de babytijd en is bepalend voor de manier waarop we de rest van ons leven met anderen omgaan.

1.5 - Cognitieve ontwikkeling
Kenmerk: Handeling en de zintuigen. De wereld van een kind bestaat uit zien, ruiken, voelen, proeven, horen, doen en herhalen.
 Het kind ontwikkelt zich.

Herhaling
Een kind zal een nieuwe vaardigheid continu herhalen, pas als de herhaling klaar is kan het kind iets nieuws ontwikkelen. 
Cognitieve ontwikkeling. Als het kind echt geboeid is, dan gaat het volledig in op zijn werk: Diepe concentratie en het kind is
nauwelijks af te leiden. Dat moet een volwassene ook niet doen, want dan heeft het kind minder het gevoel van trots en hij zal
dan minder het gevoel hebben dat hij iets bereikt heeft.

Preoperationeel denken
Denken van een kleuter: Irreversibel: Onomkeerbaar denken = Als een kind een handeling in het denken niet in omgekeerde
volgorde kan uitvoeren. (Voorbeeld: Een smal en hoog glas en een breed en laag glas. Je giet water over van het ene naar het
andere glas: De hoeveelheid blijft hetzelfde, maar het kind zal zeggen dat er in het smalle hoge glas meer water zit. Dit proces is
reversibel. M.a.w. Als het water wordt teruggegoten in het oorspronkelijke glas, dan is er niets veranderd.
Piaget spreekt van preoperationeel denken: Het kind is niet in staat zichzelf het verloop van de handeling (operatie) voor te
stellen.

Taalontwikkeling
Het kind vindt taal erg interessant als het 3-6 jaar oud is. De woordenschat wordt in deze periode erg uitgebreid, maar juiste
formuleringen zijn nog erg lastig.
Kinderen verfijnen niet alleen de taal, maar er komen ook nieuwe woorden binnen. De taalontwikkeling is in volle gang en gaat
van een onbewuste naar een bewuste fase.

Taal en hersenen
Leren is het stimuleren van de hersenen. Stap 1: Waarnemen van de letters. Volgende stappen: Decoderen van de letters, klank-
tekenkoppeling en de betekenis. Dan komt het kind tot de ontdekking van het woord met daarbij het plaatje.

Tijd
Het kind van 3-6 jaar heeft veel moeite met het begrip tijd. Het is een abstract begrip voor een kind en heeft nog geen
betekenis. Voorbeeld: 'Kring' is een nieuw maar concreet begrip, maar het kan snel geleerd worden, want 'kring' is een
betekenisvol woord voor een kind. "Met de klas in de kring zitten".

1.6 - Sociale ontwikkeling
Kenmerk belevingswereld van kind 3-6 jaar = Egocentrisme = Het onvermogen zich in anderen te verplaatsen. Een kleuter kan
geen rekening houden met het gevoel van een ander. Hij reageert dan vaak vanuit zichzelf: impulsief.

Twee kinderen die naast elkaar spelen zijn ieder helemaal verzonken in hun spel: parallelspel. Soms ontmoeten de twee elkaar,
maar na een tijdje gaan ze weer terug naar het eigen spel.

Een kind speelt met veel verschillende kinderen. Het kind ontdekt langzamerhand vriendschap, maar kinderen blijven favorieten
hebben.

Logeren
Kinderen denken niet aan een nachtje slapen met logeren, maar die denken aan een 'pyjamafeestje'. Sommige kinderen zijn al in
staat om zelf afspraken te maken om te spelen, en bij anderen moeten volwassenen nog het initiatief nemen. Contacten met
andere kinderen bevorderen de sociale ontwikkeling.

1.7 - Morele ontwikkeling
In de eerste levensfase staat het kind sterk onder invloed van zijn driftleven. Het Ich speelt tot 4 á 5 jaar een belangrijke rol. Het
Ich = Functioneert volgens het realiteitsprincipe: dit ben ik, dit is mijn wereld. Het kind leert rond 5 jaar dat er normen,
waarden en idealen zijn om na te streven. Een kind maakt normen, waarden en idealen eigen, waardoor er een verandering
plaatsvindt in het weten. Dus nu geldt niet alleen maar het eigenbelang, maar ook het hogere belang  het Überich. Soms
€4,99
Krijg toegang tot het volledige document:
Gekocht door 27 studenten

100% tevredenheidsgarantie
Direct beschikbaar na je betaling
Lees online óf als PDF
Geen vaste maandelijkse kosten

Beoordelingen van geverifieerde kopers

Alle 6 reviews worden weergegeven
8 jaar geleden

8 jaar geleden

9 jaar geleden

9 jaar geleden

9 jaar geleden

9 jaar geleden

4,0

6 beoordelingen

5
2
4
3
3
0
2
1
1
0
Betrouwbare reviews op Stuvia

Alle beoordelingen zijn geschreven door echte Stuvia-gebruikers na geverifieerde aankopen.

Maak kennis met de verkoper

Seller avatar
De reputatie van een verkoper is gebaseerd op het aantal documenten dat iemand tegen betaling verkocht heeft en de beoordelingen die voor die items ontvangen zijn. Er zijn drie niveau’s te onderscheiden: brons, zilver en goud. Hoe beter de reputatie, hoe meer de kwaliteit van zijn of haar werk te vertrouwen is.
Yanissal Hogeschool Windesheim
Bekijk profiel
Volgen Je moet ingelogd zijn om studenten of vakken te kunnen volgen
Verkocht
88
Lid sinds
11 jaar
Aantal volgers
67
Documenten
17
Laatst verkocht
8 maanden geleden

Ik heb veel samenvattingen gemaakt voor mijn opleiding LO aan de CALO. Volgens veel studiegenoten zijn de samenvattingen erg nuttig. Ik hoop dat ik aan jouw verwachtingen voldoe! Laat vooral een recensie achter op de pagina, dan kan ik meer studenten helpen met mijn samenvattingen! Dankjewel!

4,3

16 beoordelingen

5
7
4
7
3
1
2
1
1
0

Recent door jou bekeken

Waarom studenten kiezen voor Stuvia

Gemaakt door medestudenten, geverifieerd door reviews

Kwaliteit die je kunt vertrouwen: geschreven door studenten die slaagden en beoordeeld door anderen die dit document gebruikten.

Niet tevreden? Kies een ander document

Geen zorgen! Je kunt voor hetzelfde geld direct een ander document kiezen dat beter past bij wat je zoekt.

Betaal zoals je wilt, start meteen met leren

Geen abonnement, geen verplichtingen. Betaal zoals je gewend bent via iDeal of creditcard en download je PDF-document meteen.

Student with book image

“Gekocht, gedownload en geslaagd. Zo makkelijk kan het dus zijn.”

Alisha Student

Veelgestelde vragen