Berk Bilgin
Wetenschapsfilosofie
Thales bedacht een theorie als verklaring voor de dingen die hij zag, inplaats van een mythische
verklaring te geven voor natuurverschijnselen.
De natuur beheersbaar maken door middel van een theorie waarmee nauwkeurige voorspellingen
gedaan kunnen worden.
Isaac Newton (1642 - 1727) wist de kennis van de astronomie en de mechanica te verenigen, waardoor de
schepping van een goddelijk mysterie veranderde in een immens uurwerk.
Om het geheim van de natuur te ontdekken, hoefde de mens alleen de natuurwetten maar op het soort te
komen die het uurwerk zo netjes lieten lopen.
De invloed van Galileo Galilei (1564 - 1642) en Isaac Newton is dat de wetenschap nu kwantitatief
te werk gaat (getalsverhoudingen staan centraal), inplaats van de kwalitatieve benadering van
Aristotles (waarin doelen en essenties centraal staan).
De beheersbaarheid van de natuur werd het ideaal ~ ‘Kennis is macht’ van Francis Bacon (1561 - 1626)
Het doel van de wetenschap is de natuur te leren kennen, waardoor we haar kunnen beheersen. Dat leidt tot
vooruitgang en welvaart.
Inductieve methode: door het doen van nauwkeurige observaties en doelgerichte experimenten kunnen de
wetmatigheden van de natuur gevonden worden.
Vooroordelen mogen geen rol spelen,
Het testen van hypothesen en het uitvoeren van experimenten krijgen een belangrijke rol.
De wetenschapsfilosofie gaat niet alleen descriptief te werk (beschrijven wat wetenschap is), maar ook
normatief (laten zien hoe wetenschap bedreven zou moeten worden).
Aristoteles (384 - 322 v.C.)
Kennis ontstaat door het menselijke vermogen tot abstractie, waardoor algemeen kenmerken uit
waarnemingen worden afgeleid; via inductie. Deze kennis moet vervolgens op de juiste manier
geïnterpreteerd worden met behulp van de logica; via deductie.
Aristoteles’ teleologisch wereldbeeld gaat uit van een doelgerichte kracht in de natuur.
Wilhelm Dilthey (1833 - 1911)
Er bestaat een fundamenteel onderscheid sussende natuurwetenschappen en de mens- of
geesteswetenschappen.
De natuurwetenschappen hebben als doel de wetmatigheden in de natuur te verklaren.
Het doel van de geesteswetenschappen is het begrijpen van redenen en bedoelingen.
‘De natuur verklaren we, de geest begrijpen we.’
De standaardmethode voor de natuurwetenschappen is de empirisch-analytische methode:.
1. waarneming van verschijnselen;
2. het opstellen van een hypothese om de verschijnselen te verklaren;
3. het toetsen van de hypothese door middel van experimenten;
4. het afleiden van resultaten uit deze experimenten;
5. Het opstellen van een wetmatigheid.
1
Wetenschapsfilosofie
Thales bedacht een theorie als verklaring voor de dingen die hij zag, inplaats van een mythische
verklaring te geven voor natuurverschijnselen.
De natuur beheersbaar maken door middel van een theorie waarmee nauwkeurige voorspellingen
gedaan kunnen worden.
Isaac Newton (1642 - 1727) wist de kennis van de astronomie en de mechanica te verenigen, waardoor de
schepping van een goddelijk mysterie veranderde in een immens uurwerk.
Om het geheim van de natuur te ontdekken, hoefde de mens alleen de natuurwetten maar op het soort te
komen die het uurwerk zo netjes lieten lopen.
De invloed van Galileo Galilei (1564 - 1642) en Isaac Newton is dat de wetenschap nu kwantitatief
te werk gaat (getalsverhoudingen staan centraal), inplaats van de kwalitatieve benadering van
Aristotles (waarin doelen en essenties centraal staan).
De beheersbaarheid van de natuur werd het ideaal ~ ‘Kennis is macht’ van Francis Bacon (1561 - 1626)
Het doel van de wetenschap is de natuur te leren kennen, waardoor we haar kunnen beheersen. Dat leidt tot
vooruitgang en welvaart.
Inductieve methode: door het doen van nauwkeurige observaties en doelgerichte experimenten kunnen de
wetmatigheden van de natuur gevonden worden.
Vooroordelen mogen geen rol spelen,
Het testen van hypothesen en het uitvoeren van experimenten krijgen een belangrijke rol.
De wetenschapsfilosofie gaat niet alleen descriptief te werk (beschrijven wat wetenschap is), maar ook
normatief (laten zien hoe wetenschap bedreven zou moeten worden).
Aristoteles (384 - 322 v.C.)
Kennis ontstaat door het menselijke vermogen tot abstractie, waardoor algemeen kenmerken uit
waarnemingen worden afgeleid; via inductie. Deze kennis moet vervolgens op de juiste manier
geïnterpreteerd worden met behulp van de logica; via deductie.
Aristoteles’ teleologisch wereldbeeld gaat uit van een doelgerichte kracht in de natuur.
Wilhelm Dilthey (1833 - 1911)
Er bestaat een fundamenteel onderscheid sussende natuurwetenschappen en de mens- of
geesteswetenschappen.
De natuurwetenschappen hebben als doel de wetmatigheden in de natuur te verklaren.
Het doel van de geesteswetenschappen is het begrijpen van redenen en bedoelingen.
‘De natuur verklaren we, de geest begrijpen we.’
De standaardmethode voor de natuurwetenschappen is de empirisch-analytische methode:.
1. waarneming van verschijnselen;
2. het opstellen van een hypothese om de verschijnselen te verklaren;
3. het toetsen van de hypothese door middel van experimenten;
4. het afleiden van resultaten uit deze experimenten;
5. Het opstellen van een wetmatigheid.
1