Uitwerkingen week 5 belastingrecht

WEEK 5 GEBRUIKELIJK LOON, TBS-REGELING, UITBREIDING REGULIERE VOORDELEN,
DOORSCHUIFFACILITEITEN AANMERKELIJK BELANG, SUBJECT
VENNOOTSCHAPSBELASTING



OPGAVE 5.1 UITBREIDING REGULIERE VOORDELEN AANMERKELIJK BELANG

Zoey Nieuwehuizen houdt 600 aandelen in AutoVisie BV. Ze heeft een aanmerkelijk belang voor
toepassing van de Wet IB 2001. Vanuit de BV worden rijlessen georganiseerd. De BV heeft 10.000
aandelen met elk een nominale waarde van € 125. Zoey heeft de aandelen verkregen voor de
zakelijke prijs van € 130 euro per stuk.

AutoVisie BV gaat over tot het gedeeltelijk terugbetalen van het gestort kapitaal. Per aandeel wordt €
40 teruggegeven aan de aandeelhouders.

Wat zijn de gevolgen van de terugbetaling van gestort kapitaal voor de Wet IB 2001? Motiveer uw
antwoord.

In casu is gegeven dat Zoey een aanmerkelijk belang heeft. Reguliere voordelen uit aanmerkelijk
belang volgen uit art. 4.12 Wet IB jo 4.13 Wet IB. In art. 4.12 wordt een onderscheid gemaakt tussen
reguliere voordelen en vervreemdingsvoordelen. In casu gaat het over de terugstorting wat valt onder
4.12 onderdeel a, het is een regulier voordeel.
Alle elementen uit art. 4.13 moet aan zijn voldaan. Art. 4.13 lid 1 sub b heeft drie uitzonderingen. Het
is niet meer dan de verkrijgingsprijs dus geen regulier voordeel.

Uitwerking werkgroep
Normaal als je iets teruggeeft aan aandeelhouders omdat er bijvoorbeeld winst is behaald, dan wordt
dat belast. Maar het zou niet eerlijk zijn als de aandeelhouders hebben gestort belast worden als ze
het weer terug krijgen.

We zitten in de aanmerkelijkbelangregeling. Als de aandeelhouders geld terug krijgen uit de bv is dat
een regulier voordeel zoals in art. 4.12 sub a Wet IB. Art. 4.13 lid 1 sub b Wet IB. Voorwaarden: het
bedraagt niet meer dan de verkrijgingsprijs, het moet door de AvA worden besloten en de statuten
moeten worden gewijzigd. Uit casu blijkt niet dat aan een van deze voorwaarden is voldaan. Dit
gebeurd ook niet heel vaak. Het gevolg is dat er dan sprake is van een regulier voordeel. De rede
daarvan is dat we regulier voordeel doen omdat het lastig is voor de inspecteur om vast te stellen wat
ooit de nominale waarde was. Alleen als je kunt laten zien dat je het geregeld hebt kan je gebruik
maken van de bepaling uit lid 1 sub b.

OPGAVE 5.2 HUWELIJK, FICTIEVE VERVREEMDING AANMERKELIJK BELANG EN
DOORSCHUIFREGELING

Harm Boerenzoon houdt alle aandelen in Film BV. Harm heeft een aanmerkelijk belang voor de Wet
IB 2001. Vanuit de BV wordt een bioscoop geëxploiteerd. De BV heeft 10.000 aandelen met elk en
nominale waarde van € 150. Harm heeft de aandelen verkregen voor
€ 170 per stuk. Op een mooie dag komt hij Liesbeth tegen. Ze trouwen in september dit jaar in
gemeenschap van goederen. De waarde van een aandeel bedraagt die dag € 180.

1. Wat zijn de gevolgen van het huwelijk voor toepassing van het aanmerkelijk belangregime
van de Wet IB 2001? Motiveer uw antwoord.

, In casu staat dat sprake is van aanmerkelijk belang. Dan is de vervolgvraag of er sprake is van
inkomen uit aanmerkelijk belang en dat volgt uit art. 4.12 Wet IB. Er i sprake van overgang van de
ene natuurlijke persoon naar de ander dus sprake van onderdeel b, een vervreemdingsvoordeel.
Vervolgens kijken we naar att. 4.16 lid 1 sub e, fictieve vervreemding en dan moet je afrekenen.
Wat is het vervreemdingsvoordeel volgt uit art. 4.19 Wet IB, maar art. 4.17 bevat een uitzondering.

Uitwerking werkgroep
Als je trouwt met iemand die een bv heeft, en daarmee AB heeft dat je ook de helft van de BV krijgt.
De één ontvangt de helft van de BV, de ander verliest de helft van de BV. Dat is dus vervreemding.
We moeten kijken naar de waarde van de aandelen van het moment van de vervreemding, 180 euro
dus.

Is er sprake van een aanmerkelijk belang voor het huwelijk? Ja. Na het huwelijk? Bij beide op basis
van art. 4.6 Wet IB. Dan worden ze samen aanmerkelijkbelanghouder. Art. 4.12 sub b. Hier is sprake
van fictieve vervreemding o.g.v. art. 4.16 lid 1 sub e, in principe moet je afrekenen. Dan heb je art.
4.17 Wet IB, dat is een uitzondering. Als laatste art. 4.39 Wet IB, de belastingclaim blijft voor hetzelfde
bedrag maar die gaan we doorschuiven. Kortom, de belastingclaim wordt uitgesteld, maar niet
afgesteld.

Stappenplan AB en Trouwen
1. Art. 4.6 Wet IB
2. Art. 4.12 Wet IB
3. Art. 4.16 lid 1 sub e Wet IB - in principe afrekenen
4. Art. 4.17 Wet IB
5. Art. 4.39 Wet IB

Marjan Paard houdt alle aandelen in Zoet BV. Marjan heeft een aanmerkelijk belang voor de Wet IB
2001. Vanuit de BV wordt een taartenwinkel geëxploiteerd. Er is sprake van een onderneming. De BV
heeft 10.000 aandelen met elk een nominale waarde van € 15.

Marjan heeft de aandelen verkregen voor € 40 per stuk. In januari dit jaar overlijdt Marjan. De WEV
van de aandelen is op dat moment €100 per stuk. Haar dochter is de erfgename van de aandelen.

De balans van de onderneming ziet er op dat moment als volgt uit;

Balans (x €100)
Bedrijfsmiddelen 8.000 Eigen Vermogen 10.000

Duurzaam overtollige 2.000
liquiditeiten



Totaal 10.000 Totaal 10.000



2. Wat zijn de gevolgen van het overlijden en verkrijgen van de aandelen voor toepassing van
het aanmerkelijk belangregime van de Wet IB 2001? Motiveer uw antwoord.

??

Uitwerking werkgroep