Hoofdstuk 2 De Britten koloniseren Amerika
Paragraaf 1
Spanjaarden en Fransen = grote opp. van Noord-Amerika
Engelse kolonisten = smal gebied langs oostkust van Noord-Amerika
Noordelijke koloniën in Noord-Amerika:
- Veel vestigingskoloniën, gericht op landbouw, visserij, handel en nijverheid. In 19 e eeuw ook
op industrie.
- Vestigden zich eerst vooral calvinistische immigranten onder leiding van dominees.
- Calvinisten uit Europa gevlucht om godsdienstige onverdraagzaamheid te ontkomen,
kwamen nu zelf in opstand tegen andersdenkenden in hun koloniën.
- Later veel verschillende migranten in de koloniën, grotere verdraagzaamheid en meer
democratische verhoudingen.
De zuidelijke koloniën in Noord-Amerika:
- Koloniën ten zuiden van Pennsylvania en Delaware.
- Ontwikkelden zich steeds meer tot plantage-economieën.
- Veel kleine boeren, plantages met tabak, rijst en later ook katoen voor export = economisch
belangrijker.
- Invloedrijkste personen = plantagehouders, vormden een aristocratie. Meestal van Engelse
afkomst en anglicaanse godsdienst toegestaan.
- Meerderheid blanke bevolking = boeren met kleine bedrijven, arbeiders, kooplieden en
ambachtslieden.
- Onderaan in samenleving = slaven die op plantages werkten.
Britten koloniseerden ook plantages in Caraïbisch gebied
- Winstgevender dan koloniën Noord-Amerika (beide tot slaaf gemaakte Afrikanen).
- Vooral suiker, ook tabak, rum en koffie.
Engeland en Frankrijk strijden tot 1763 om bezit delen Noord-Amerika
- Tijdens zevenjarige oorlog 1756-1763: Britten (Engeland) winnen.
- Meeste indiaanse volken kozen zijde van Fransen in de strijd.
, - Fransen meer gericht op handelsposten = weinig Indianen van hun land verdreven en
profiteerden van handel.
- Vrede van Parijs = Frankrijk staat bezittingen in Noord-Amerika aan Engelsen af.
Paragraaf 2
Dramatische gevolgen voor oorspronkelijke bevolking. Door ziekten:
- 1500: ongeveer 2 miljoen Indianen. 1820: amper 325 000 Indianen over.
- Massamoorden door Britten.
- Allerlei ziekten door internationale contacten, Indianen niet immuun. (Malaria, gele koorts,
waterpokken, difterie en mazelen.)
- In Pontiac Oorlog: pokken als biologisch wapen gebruikt. Gaven als geschenk met pokken
besmette dekens aan Indianen.
- Pokken in Amerika tot massale sterftecijfers onder Indianen geleid.
En door bloedige oorlogen om Indiaans grondgebied:
- Eerst onderling veel handel gedreven. Bont, huiden en landbouwproducten tegen wapens,
werktuigen, huisraad en kleding.
- Huwelijken tussen Indianen en Britten om Indiaanse grond te winnen.
- Engelsen dachten grondgebied te bemachtigen door hen te bekeren tot christendom.
- Indianen wilden niet wijken van grondgebied, oorlog van 3 eeuwen.
Pontiac Oorlog (1763-1766) eindigt onbeslist en draagt bij tot de Onafhankelijkheidsoorlog:
- Zeven Indiaanse volken begonnen onder leiding van Pontiac een oorlog tegen de Engelsen.
Werd beschreven als nederlaag voor Indianen, maar was gelijkspel. Konden elkaar niet
verdrijven maar waren te verschillend om samen te leven.
- Royal Proclamation: Britse koning verbood de kolonisten Indiaans grondgebied te betreden.
Indianen hadden bepaalde rechten op hun grondgebied. Proclamatie wordt ook wel de
Indiaanse Bill of Rights genoemd. 1766: Pontiac en Engelsen sloten vrede.
- Britten verontwaardigd over Proclamatie.
Paragraaf 3
Oorzaken van Onafhankelijkheidsoorlog: