VOEDING 1.2 – UITGEWERKTE LEERDOELEN
Hoorcollege 1: Vetten
Leerdoel 1: Je benoemt de verschillende soorten vetten in onze voeding
Onze voeding bestaat uit twee soorten vetzuren:
Methyl (-CH3)
o Alpha
Acid (-COOH)
o Omega
Er zit dus een -CH3 groep op het begin of eind en tegelijk een -COOH-groep op het begin of
eind. Als een -CH3 groep aan het begin zit, zit de -COOH groep aan het eind, en andersom.
Hoe minder dubbele bindingen, hoe meer verzadigd vet het is. Hoe meer dubbele bindingen,
hoe meer onverzadigd vet het is.
Omega 3 vetzuren (essentieel)
* Omega-3 betekent dat bij de 3e C-atoom de eerste dubbele binding zit.
ALA - Plantaardige oliën
Alfa-linoleenzuur - Margarine
- Walnoten en chiazaad
- Groene bladgroenten
EPA en DHA - Vette vis, schaal- en schelpdieren
Visvetzuren - Algen
- Visoliesupplementen
Omega 6 vetzuren (essentieel)
* Omega-6 betekent dat bij de 6e C-atoom de eerste dubbele binding zit.
LA - Plantaardige oliën
Linolzuur - Pijnboompitten
- Margarine
AA - Eieren
Arachidonzuur - Gevogelte en orgaanvlees
- Vis
Cis-vetzuren
Onverzadigd
Gunstig effect op cholesterol
Transvet
Onverzadigd
Negatief effect op cholesterol
HDL = gunstig cholesterol
LDL = risicovol cholesterol
, Leerdoel 2: Je licht toe waar de discussie over wel of geen negatieve gezondheidseffecten
van verzadigd vet op gebaseerd is
De discussie over wel of geen negatieve gezondheidseffecten van verzadigd vet is gebaseerd
op:
1. Systematic reviews
-> Consistent: meer onverzadigde vetten, lager LDL, lager risico op hart- en
vaatziekten.
2. Observational studies
-> Twijfelachtig: Voedingsinname accuraat gemeten? Veel verstorende factoren en
een lagere spreiding in inname van verzadigd vet.
-> Deze vinden niet altijd een significant verband.
Leerdoel 3: Je legt uit wat de achtergrond is van de aanbeveling voor verschillende vetten
en vetzuren
Totaal vet 20-40 EN%, Hogere vet-inneming leidt
bij overgewicht 20-35 EN% vaak tot een hogere inname
van energie
Verzadigd vet Minder dan 10 EN% Minimalisering van hart- en
vaatziekten
Transvet Minder dan 1 EN% Minimalisering van hart- en
vaatziekten
Linolzuur 2 EN% Te weinig? Groeiachterstand
(LA) + huidaandoeningen.
Aanbeveling om tekorten te
voorkomen.
Alfa-linoleenzuur 1 EN% Mogelijk: leerstoornissen,
(ALA) verminderd
gezichtsvermogen.
Daarnaast: beschermend
effect op coronaire
hartziekten. Hierop
aanbeveling gebaseerd.
N-3-vetzuren uit vis X X
(EPA en/of DHA)
Meervoudig Minder dan 12 EN% Bijwerkingen van hoge
Hoorcollege 1: Vetten
Leerdoel 1: Je benoemt de verschillende soorten vetten in onze voeding
Onze voeding bestaat uit twee soorten vetzuren:
Methyl (-CH3)
o Alpha
Acid (-COOH)
o Omega
Er zit dus een -CH3 groep op het begin of eind en tegelijk een -COOH-groep op het begin of
eind. Als een -CH3 groep aan het begin zit, zit de -COOH groep aan het eind, en andersom.
Hoe minder dubbele bindingen, hoe meer verzadigd vet het is. Hoe meer dubbele bindingen,
hoe meer onverzadigd vet het is.
Omega 3 vetzuren (essentieel)
* Omega-3 betekent dat bij de 3e C-atoom de eerste dubbele binding zit.
ALA - Plantaardige oliën
Alfa-linoleenzuur - Margarine
- Walnoten en chiazaad
- Groene bladgroenten
EPA en DHA - Vette vis, schaal- en schelpdieren
Visvetzuren - Algen
- Visoliesupplementen
Omega 6 vetzuren (essentieel)
* Omega-6 betekent dat bij de 6e C-atoom de eerste dubbele binding zit.
LA - Plantaardige oliën
Linolzuur - Pijnboompitten
- Margarine
AA - Eieren
Arachidonzuur - Gevogelte en orgaanvlees
- Vis
Cis-vetzuren
Onverzadigd
Gunstig effect op cholesterol
Transvet
Onverzadigd
Negatief effect op cholesterol
HDL = gunstig cholesterol
LDL = risicovol cholesterol
, Leerdoel 2: Je licht toe waar de discussie over wel of geen negatieve gezondheidseffecten
van verzadigd vet op gebaseerd is
De discussie over wel of geen negatieve gezondheidseffecten van verzadigd vet is gebaseerd
op:
1. Systematic reviews
-> Consistent: meer onverzadigde vetten, lager LDL, lager risico op hart- en
vaatziekten.
2. Observational studies
-> Twijfelachtig: Voedingsinname accuraat gemeten? Veel verstorende factoren en
een lagere spreiding in inname van verzadigd vet.
-> Deze vinden niet altijd een significant verband.
Leerdoel 3: Je legt uit wat de achtergrond is van de aanbeveling voor verschillende vetten
en vetzuren
Totaal vet 20-40 EN%, Hogere vet-inneming leidt
bij overgewicht 20-35 EN% vaak tot een hogere inname
van energie
Verzadigd vet Minder dan 10 EN% Minimalisering van hart- en
vaatziekten
Transvet Minder dan 1 EN% Minimalisering van hart- en
vaatziekten
Linolzuur 2 EN% Te weinig? Groeiachterstand
(LA) + huidaandoeningen.
Aanbeveling om tekorten te
voorkomen.
Alfa-linoleenzuur 1 EN% Mogelijk: leerstoornissen,
(ALA) verminderd
gezichtsvermogen.
Daarnaast: beschermend
effect op coronaire
hartziekten. Hierop
aanbeveling gebaseerd.
N-3-vetzuren uit vis X X
(EPA en/of DHA)
Meervoudig Minder dan 12 EN% Bijwerkingen van hoge