100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na je betaling Lees online óf als PDF Geen vaste maandelijkse kosten 4.2 TrustPilot
logo-home
Samenvatting

Samenvatting Sportbeleid in Nederland, ISBN: 9789046906644 Sportbeleidsontwikkeling

Beoordeling
-
Verkocht
1
Pagina's
16
Geüpload op
08-05-2021
Geschreven in
2020/2021

Samenvatting van het boek van het tentamen in het tweede leerjaar semester 2. let op alleen het boek. voor het vak sportbeleidsontwikkeling.











Oeps! We kunnen je document nu niet laden. Probeer het nog eens of neem contact op met support.

Documentinformatie

Heel boek samengevat?
Nee
Wat is er van het boek samengevat?
Hoofdstuk 2 tot en met 7 en hoofdstuk 10 en 11
Geüpload op
8 mei 2021
Aantal pagina's
16
Geschreven in
2020/2021
Type
Samenvatting

Voorbeeld van de inhoud

Hoofdstuk 3:
1850-1950:
- Levensverwachting  40 jaar  1 op de 5 baby’s overlijden in eerste jaar.
- 1901  leerplichtwet
- Halverwege 19e eeuw  2 ontwikkelingen in sport
o Het ontstaan van georganiseerde sport (prestatie en sportiviteit bij vereniging)
 Sportbeleid draait om burgers die samen afspraken maken om met bepaalde
middelen en een bepaald tijdspad een bepaald doel te bereiken.
 Motor hierachter is de wens van de mens om te weten wie de beste,
sterkste, snelste en slimste mens ter wereld is.
 Overheid bemoeit zich niet en ondernemers spelen hierin een zeer beperkte
rol.
 Sportificering  het proces waarin lokale vermaken worden
gestandaardiceerd en spelregels worden geformaliseerd.
 Industriële revolutie  arbeidstijd beperkt, om welzijn van de mensen te
bevorderen.
 Sport werd gezien als een sociaal verantwoorde invulling van vrije tijd, omdat
ze eerst ruwe dingen deden in vrije tijd, die veel ongevallen veroorzaakte.
 Eerste helft 20e eeuw  groeiende internationale handel  meer
mogelijkheden voor de sport.
 Eerste Olympische Spelen  1896
o Introductie van LO op scholen. (bevorderen van de gezondheid)
 Midden van de 19e eeuw, meer aandacht voor sport op school.
 1846  wetsvoorstel bij de koning (eerste voor sport) om gymlessen
verplicht te stellen op school. Deze werd afgewezen.
 1849  op de scholen van de Maatschappij tot Nut van t’ Algemeen zelf
gymlessen ingevoerd. Ze organiseerde avonden, zodat meer mensen gymles
konden krijgen.
 1862  oprichting KVLO
 1947  gymlessen verplicht op school.
 Eind 20e eeuw  verplichte gymles weer weg, omdat scholen ze nu zelf
moesten invullen
 Tweede helft 20e eeuw  georganiseerde sport eerst lokaal en dan landelijk
een vaste plek binnen het beleid.

Ontwikkeling Actoren Kenmerken
Verenigen Burgers Particulier initiatief
Verenigingen Afspraken over sport en
randvoorwaarden
Bonden Handhaven spelregels
Burgemeester en wethouder Lokaal bestuur alliantie met
gemeenten verenigingsbestuur
Gemeente ondersteunt
accommodatie.
Sport op school Maatschappij tot Nut van ’t Belang bewegen voor algemene
Algemeen vorming.
Gymleraren Nemen heft in eigen handen
KVLO Vanaf 1862 gepleit op school
Rijksoverheid Invoeren leerplicht en verplichte
gymlessen.

,1950-1995:
- Snelle toename van aantal leden van een sportvereniging
- Percentage jeugdleden nam af.
- Sport werd voor iedereen toegankelijk
- Daardoor konden vereniging het niet meer aan en kregen hulp van gemeenten en klein
beetje van de rijksoverheid.
- Nadruk op omstandigheden waaronder prestaties geleverd werden.
- Loop 20e eeuw  gemeenten steeds beleidsmatiger om gaan met het realiseren en
exploiteren van sportaccommodaties.
- Later ontstond er een beleid over  welk doel sportaccommodatie gerealiseerd en welke
middelen waren daarvoor beschikbaar.
- 1974  sportbeleid CRM
- Sport voor iedereen stimuleren  gezondheid, vorming en zelfontplooiing
- Sportbeleid eerst onderdeel van het recreatiebeleid  later welzijnsbeleid.
- Sport als doel, werd sport als middel
- 2 ontwikkelingen:
o Fitnesscentra geopend
 Individualisering
 Resultaat  gezond zijn, er goed uitzien, presteren
 Gedreven  vaak en veel, alles voor een gezonde leefstijl
 Onderhoud  niet voor de lol, maar ten compensatie van ongezonde
gewoonten
 Liefhebber  voor zijn plezier aan de conditie werken en ontspannen
 Sociale  matig gezonde leefstijl, contacten zijn leuk en zorgen voor
motivatie
 kosten vereniging heel laag, terwijl sportschool duurder is, maar verhogen
kan lijden tot weerstand  kapitaal van de sport
o Ontstaan nieuwe vormen van sportieve recreatie
- Tweede fase sportbeleid ontstaan
o Vanaf jaren 50 sportverenigingen en sportbonden krachtiger en groter  door
nauwe band met gemeenten  nieuwe sportaccommodaties, sport voor iedereen
o Vanaf jaren 80 fitness en nieuwe vormen van sportieve recreatie
o Sport meer als middel, individueel: gezonder en slanker worden, collectief: bijdrage
aan gezonde samenleving

Ontwikkeling Actoren Kenmerken
Gemeentelijk beleid Sportambtenaren Gemeenten ontwikkelen eigen
beleid(sdoelen) naast ondersteuning
verenigingen.
Uitvoeringsorganisaties Beleid en uitvoering worden
gescheiden.
Sportverenigingen, -bedrijven Opkomst van sportbedrijven en
en -servicebureaus sportservicebureas.
Sportstimulering Gemeenten Sport onderdeel welzijnsbeleid.
Rijksoverheid Landelijke promotieacties
Sportstimuleringsorganisaties Lokaal doelgroepenbeleid
Fitnesscentra Ondernemers Scherp oog voor
winstmogelijkheden.
Nieuw type sporters Opkomst schoonheidsideaal en
gezondheidsstreven, minder
prestatiegericht.

, Sportieve recreatie Ongebonden sporters Zelfsturing en lichte verbanden.
Gemeenten Inrichting openbare ruimte,
sportstimulering.
Sportbonden Van belangenbehartiger naar
kennisinstituut.

1996-2014:
- Nationaal sportbeleid: gericht op 1 ding, maar op meerdere maatschappelijke problemen 
positieve externe effecten optimaliseren.
- Breedtesportimpuls
- Sport als middel om maatschappelijke doelen te bereiken.
- Het ging goed, omdat de overheid zich er niet veel mee bemoeide.
- Nota: tijd voor sport. Meedoen, bewegen, presteren (2005): een sportieve samenleving
waarin zowel veel aan sport wordt gedaan als van sport wordt genoten.
- Missie  Nederland sportland maken  iedereen naar Olympisch niveau brengen.
- 2011 VWS  niet langer meer sportland centraal, maar een effectieve aanpak van sport en
bewegen in de buurt.
- Integraal beleid  aansluiting zoeken

Ontwikkeling Actoren Kenmerken
Sport als middel Rijsoverheid, gemeenten, Experimenteren met het inzetten van
NISB/kenniscentrum Sport sport als instrument op tal van
beleidsterreinen.
Van sportstimulering Rijksoverheid, NOCNSF, Sportbeleid moet mensen in beweging
naar integraal beleid, gemeenten, lokale krijgen.
Olympisch Plan sportaanbieders, welzijns-, Samen met commerciële,
ouderen-, en maatschappelijke en beleidspartners
jongerenorganisaties worden de positieve effecten van
sport gemaximaliseerd en de
negatieve effecten beperkt.
Van Rijksoverheid Structurele financiering van
instellingssubsidie organisaties en accommodaties neemt
naar projectsubsidies af.
Gemeenten Projecten krijgen subsidie naar rato
van de verwachte kwalitatieve en
kwantitatieve opbrengsten.
Sportbonden Wel structurele subsidies voor
buurtsportcoaches die ontwikkelingen
in gang moeten brengen.
Er ontstaan fondsen voor speciale
Goede doelenorganisaties doelen.

Hoofdstuk 10:
De belangrijkste gemeentebestuur taak is keuzes maken over het aanleggen van fietspaden,
gebouwen, theaters etc. ook moet de gemeente een aantal landelijke wetten naleven. Politieke
organisatie (gemeenteraad, college van burgemeester en wethouders en raadscommissies) van
gemeente zelfde als vereniging. Alleen gemeente heeft beperkte beleidsruimte, omdat ze veel
landelijke wetten moeten nastreven. Een ander verschil is dat de gemeente voor de uitvoering kan
steunen op het ambtelijk apparaat (afhankelijk van de grootte van de gemeente). Niet elke gemeente
heeft een aparte afdeling voor sport.
€4,39
Krijg toegang tot het volledige document:

100% tevredenheidsgarantie
Direct beschikbaar na je betaling
Lees online óf als PDF
Geen vaste maandelijkse kosten

Maak kennis met de verkoper

Seller avatar
De reputatie van een verkoper is gebaseerd op het aantal documenten dat iemand tegen betaling verkocht heeft en de beoordelingen die voor die items ontvangen zijn. Er zijn drie niveau’s te onderscheiden: brons, zilver en goud. Hoe beter de reputatie, hoe meer de kwaliteit van zijn of haar werk te vertrouwen is.
3005j Hogeschool Windesheim
Bekijk profiel
Volgen Je moet ingelogd zijn om studenten of vakken te kunnen volgen
Verkocht
27
Lid sinds
6 jaar
Aantal volgers
25
Documenten
0
Laatst verkocht
2 jaar geleden

3,0

1 beoordelingen

5
0
4
0
3
1
2
0
1
0

Waarom studenten kiezen voor Stuvia

Gemaakt door medestudenten, geverifieerd door reviews

Kwaliteit die je kunt vertrouwen: geschreven door studenten die slaagden en beoordeeld door anderen die dit document gebruikten.

Niet tevreden? Kies een ander document

Geen zorgen! Je kunt voor hetzelfde geld direct een ander document kiezen dat beter past bij wat je zoekt.

Betaal zoals je wilt, start meteen met leren

Geen abonnement, geen verplichtingen. Betaal zoals je gewend bent via iDeal of creditcard en download je PDF-document meteen.

Student with book image

“Gekocht, gedownload en geslaagd. Zo makkelijk kan het dus zijn.”

Alisha Student

Veelgestelde vragen