Statistiek
Thema 1 Beschrijven
HC1 Beschrijvende statistiek
Numeriek: getal
Continu: Kan elk getal zijn
Discreet: Kan niet elk getal zijn
Categoriaal: naam
Nominaal: naampjes
Ordinaal: naampjes met een volgorde
Frequentietabellen
Numerieke discrete variabele, alleen maar frequentie tabellen door zelf klassen te bedenken.
Staafdiagram, visualiseren categoriale data
Oppervlakte van het staafje representeert het getal wat erbij hoort. Staven los van elkaar, y-as op 0.
Histogram, visualiseren numerieke data
Staven aan elkaar vast, y-as op 0 laten beginnen.
- Uniform, elke categorie komt even vaak voor
- Bimodaal, 2 pieken
- Scheef, (linksscheef als de staart links zit)
- Klokvormig
De ligging van een histogram is waar de grafiek staat, zegt
iets over de typische waarde. De spreiding is de breedte en
geeft de typische verschillen weer.
Mediaan, middelste getal na sorteren. Bij even aantal getallen het gemiddelde van 2
middelste getallen. De mediaan is minder gevoelig voor uitbijters dan gemiddelde.
Modus, plek van de piek
Standaarddeviatie: maat voor hoever dingen
uit elkaar liggen. Schatten door ongeveer de
helft van de breedte van het histogram.
, Thema 2 Schatten
HC2A
Begrippen:
De parameters worden aangegeven met een Griekse letter en de
schattingen zijn met normale letters. Schattingen op basis van
steekproeven zijn onzeker. De Y gem van mu is maar een
schatting. Hoe goed is de schatting?
Toevallige afwijking = precisie
Systematische afwijking = zuiverheid
Een betrouwbaarheidsinterval is een interval rondom een
schatter dat waarschijnlijk de populatieparameter bevat. 95% -bhi
bevat met 95% zekerheid dat de ware waarde erin valt.
Eenvoudige aselecte steekproeven
Een steekproef waarbij ieder individu in de populatie dezelfde kans heeft om in de proef te komen. Is
nodig voor een zuivere schattige en om te kwantificeren hoe precies de schatting is. Niet elke
steekproef is aselect.
Soorten onderzoek
Experimenteel: volledige controle over experimentele variabele
Quasi-experimenteel: gedeeltelijke controle
Observationeel: geen controle
Bij een steekproef gebruik je Y en s. Bij de verdeling van de populatie µ en sigma (ẟ). De gemiddelde
van de steekproef kunnen in een histogram worden gezet.
Eigenschappen: gecentreerd rond de mu
Minder variabel dan de oorspronkelijke dan de oorspronkelijke populatie. Hoe
groter de steekproef, hoe preciezer de schatting. De breedte van de verdeling
is een maat van precisie. Met toenemende steekproefgrootte neemt de
spreiding van de steekproefgemiddelden af.
HC2B
, De kansverdeling is een functie die aangeeft wat de kans is dat een waarneming in een gegeven
interval valt. De kans dat a < Y < b is gelijk aan de opp onder de curve. Tussen – oneindig en oneindig
is altijd 1. Bij kansen praat je altijd over discreet of categoriale variabele op de x-as. Bij een continue
variabele praat je over kansdichtheid en dat is dan de opp onder de curve.
De standaard-normale verdeling heeft µ (gem) =0 en standaarddeviatie =1. Voor de kansen bij deze
standaard-normale verdeling hoort tabel B. Daarin kun je opp opzoeken die RECHTS van de grens
zitten.
HC2C
Wat is Zα(1)? dat is de waarde voor Z dat de kans dat
Z groter is dan Z0,05(1) =0,05.
α(2) = de tweezijdige verdeling
Thema 1 Beschrijven
HC1 Beschrijvende statistiek
Numeriek: getal
Continu: Kan elk getal zijn
Discreet: Kan niet elk getal zijn
Categoriaal: naam
Nominaal: naampjes
Ordinaal: naampjes met een volgorde
Frequentietabellen
Numerieke discrete variabele, alleen maar frequentie tabellen door zelf klassen te bedenken.
Staafdiagram, visualiseren categoriale data
Oppervlakte van het staafje representeert het getal wat erbij hoort. Staven los van elkaar, y-as op 0.
Histogram, visualiseren numerieke data
Staven aan elkaar vast, y-as op 0 laten beginnen.
- Uniform, elke categorie komt even vaak voor
- Bimodaal, 2 pieken
- Scheef, (linksscheef als de staart links zit)
- Klokvormig
De ligging van een histogram is waar de grafiek staat, zegt
iets over de typische waarde. De spreiding is de breedte en
geeft de typische verschillen weer.
Mediaan, middelste getal na sorteren. Bij even aantal getallen het gemiddelde van 2
middelste getallen. De mediaan is minder gevoelig voor uitbijters dan gemiddelde.
Modus, plek van de piek
Standaarddeviatie: maat voor hoever dingen
uit elkaar liggen. Schatten door ongeveer de
helft van de breedte van het histogram.
, Thema 2 Schatten
HC2A
Begrippen:
De parameters worden aangegeven met een Griekse letter en de
schattingen zijn met normale letters. Schattingen op basis van
steekproeven zijn onzeker. De Y gem van mu is maar een
schatting. Hoe goed is de schatting?
Toevallige afwijking = precisie
Systematische afwijking = zuiverheid
Een betrouwbaarheidsinterval is een interval rondom een
schatter dat waarschijnlijk de populatieparameter bevat. 95% -bhi
bevat met 95% zekerheid dat de ware waarde erin valt.
Eenvoudige aselecte steekproeven
Een steekproef waarbij ieder individu in de populatie dezelfde kans heeft om in de proef te komen. Is
nodig voor een zuivere schattige en om te kwantificeren hoe precies de schatting is. Niet elke
steekproef is aselect.
Soorten onderzoek
Experimenteel: volledige controle over experimentele variabele
Quasi-experimenteel: gedeeltelijke controle
Observationeel: geen controle
Bij een steekproef gebruik je Y en s. Bij de verdeling van de populatie µ en sigma (ẟ). De gemiddelde
van de steekproef kunnen in een histogram worden gezet.
Eigenschappen: gecentreerd rond de mu
Minder variabel dan de oorspronkelijke dan de oorspronkelijke populatie. Hoe
groter de steekproef, hoe preciezer de schatting. De breedte van de verdeling
is een maat van precisie. Met toenemende steekproefgrootte neemt de
spreiding van de steekproefgemiddelden af.
HC2B
, De kansverdeling is een functie die aangeeft wat de kans is dat een waarneming in een gegeven
interval valt. De kans dat a < Y < b is gelijk aan de opp onder de curve. Tussen – oneindig en oneindig
is altijd 1. Bij kansen praat je altijd over discreet of categoriale variabele op de x-as. Bij een continue
variabele praat je over kansdichtheid en dat is dan de opp onder de curve.
De standaard-normale verdeling heeft µ (gem) =0 en standaarddeviatie =1. Voor de kansen bij deze
standaard-normale verdeling hoort tabel B. Daarin kun je opp opzoeken die RECHTS van de grens
zitten.
HC2C
Wat is Zα(1)? dat is de waarde voor Z dat de kans dat
Z groter is dan Z0,05(1) =0,05.
α(2) = de tweezijdige verdeling
