Biologie H26
Evolutie
Natuurlijke selectie volgens Darwin komt voort uit 4 oorzaken:
1) Meer dan genoeg nakomelingen
- Vervanging voor individuen die sterven
2) Strijd om het voortbestaan
- Omgeving beïnvloedt overlevingskans met voedsel, leefruimte, roofdieren en
concurrenten
= selectiedruk
3) Niet ieder individu is hetzelfde
- Sommige hebben een grotere overlevingskans
- Adaptie = door uiterlijk beter aangepast
- Survival of the fittest
4) Erfelijkheid
- Deel variatie is erfelijk
- Goede eigenschappen willen mensen doorgeven
o Gunstige fenotypes worden uitgeselecteerd
o Vergroot fitness
Neo-darwinistische evolutietheorie = Darwintheorie + genetica
- Mutaties
- Gezonde populaties hebben genetische variatie
- Reproducatieve isolatie: als groepen gescheiden worden en dan gaan verschillen totdat
ze elkaar niet meer herkennen
o In kleine geïsoleerde groep is dit sneller (genetic drift)
o Soms door natuurlijke barrières
Allopatrische soortvorming: nadat een populatie in tweeën is gesplitst evolueren de twee groepen
tot verschillende soorten
Sypatrische soortvoming: er ontstaan nieuwe soorten binnen hetzelfde leefgebied uit dezelfde
populatie. Hier speelt soortvorming een grote rol.
Eilandtheorie
- Soortvorming verloopt sneller door het ontbreken van predatoren, genetic drift en
beperkte hoeveelheden voedsel
o Uitsterven wordt ook versneld
- S=I+s–E
o S = aantal soorten op eiland
o I = immigratie
o s = soortvorming op het eiland (door evolutie)
o E = extinctie (uitsterving)
Door competitie en externe gebeurtenissen op het eiland
- Na verloop va tijd: evenwicht tussen I en E en zal het aantal soorten stabiel blijven als de
omstandigheden dat ook zijn
- Groter eiland: hoge I en lage E
1
Evolutie
Natuurlijke selectie volgens Darwin komt voort uit 4 oorzaken:
1) Meer dan genoeg nakomelingen
- Vervanging voor individuen die sterven
2) Strijd om het voortbestaan
- Omgeving beïnvloedt overlevingskans met voedsel, leefruimte, roofdieren en
concurrenten
= selectiedruk
3) Niet ieder individu is hetzelfde
- Sommige hebben een grotere overlevingskans
- Adaptie = door uiterlijk beter aangepast
- Survival of the fittest
4) Erfelijkheid
- Deel variatie is erfelijk
- Goede eigenschappen willen mensen doorgeven
o Gunstige fenotypes worden uitgeselecteerd
o Vergroot fitness
Neo-darwinistische evolutietheorie = Darwintheorie + genetica
- Mutaties
- Gezonde populaties hebben genetische variatie
- Reproducatieve isolatie: als groepen gescheiden worden en dan gaan verschillen totdat
ze elkaar niet meer herkennen
o In kleine geïsoleerde groep is dit sneller (genetic drift)
o Soms door natuurlijke barrières
Allopatrische soortvorming: nadat een populatie in tweeën is gesplitst evolueren de twee groepen
tot verschillende soorten
Sypatrische soortvoming: er ontstaan nieuwe soorten binnen hetzelfde leefgebied uit dezelfde
populatie. Hier speelt soortvorming een grote rol.
Eilandtheorie
- Soortvorming verloopt sneller door het ontbreken van predatoren, genetic drift en
beperkte hoeveelheden voedsel
o Uitsterven wordt ook versneld
- S=I+s–E
o S = aantal soorten op eiland
o I = immigratie
o s = soortvorming op het eiland (door evolutie)
o E = extinctie (uitsterving)
Door competitie en externe gebeurtenissen op het eiland
- Na verloop va tijd: evenwicht tussen I en E en zal het aantal soorten stabiel blijven als de
omstandigheden dat ook zijn
- Groter eiland: hoge I en lage E
1