Het onderwijs staat nooit stil en er zijn ten alle tijden mensen die het onderwijs willen
vernieuwen vanuit nieuwe invalshoeken in het pedagogische werkveld.
Reformpedagogen zijn pedagogen die nieuwe ideeën ontwikkelen over opvoeding
en onderwijs. Hun uitgangspunten zijn:
Kindgerichtheid: het kind staat centraal
Vertrouwen: opvoeders moeten vertrouwen hebben in de kinderen
Totaliteitsonderwijs: alle onderwerpen houden verband met elkaar en sluiten
aan bij de belevingswereld van kinderen
Vormen van traditioneel vernieuwingsonderwijs:
Maria Montessori: is in 1896 de eerste vrouwelijke arts in Italië.
Haar visie: kinderen zijn van nature actief en leergierig en hebben een
innerlijke drang zichzelf te ontwikkelen
Kernbegrippen die horen bij deze visie:
gevoelige periode: moment waarop een kind spontaan belangstelling krijgt om
een specifieke vaardigheid te leren en te ontwikkelen
voorbereid milieu: een leeromgeving die is ingericht met uitnodigend
materiaal, dat aansluit bij het ontwikkelingsniveau van het kind
o Peter Petersen: was een Duitse hoogleraar in de opvoedkunde. Vanaf 1923
krijgt hij op een oefenschool in Jena de kans zijn ideeën – het zogenaamde
Jenaplan – vorm te geven
Zijn visie: volgens Petersen ontwikkelt een kind zijn identiteit door relaties op
te bouwen met de mensen en de wereld om zich heen
Kernbegrippen die horen bij deze visie:
o Wereldoriëntatie is het meest belangrijke vormingsgebied waarbij kinderen
zich verdiepen in de natuur, de mens en de zin van het leven
o Kinderen werken in heterogene stamgroepen, tafelgroepen, niveaugroepen.
Kinderen leren en zorgen voor elkaar omdat ze drie jaar lang in de stamgroep
zitten
o Het ritmisch weekplan vervangt het klassieke lesrooster en bestaat uit vier
soorten activiteiten die elkaar steeds afwisselen: gesprek, werk, spel en
viering