1800-1900
4.2 Van handwerk naar machine
De eerste fabrieken in Engeland
- Eerst was er huisnijverheid, Thuis werken op hun eigen boerderij
probeerden mensen bij te verdienen om wollen stoffen te maken
vooral in avonduren en wintermaanden.
- de eerste fabrieken, doordat er meer vraag naar katoen was,
uitvinder gingen spinmachines maken, maar de machines waren te
groot voor thuis dus zetten ze in grote gebouwen.
- Fabrieken langs stromend water → waterkracht om machines
te laten draaien. Later kwamen er stoommachine -> hoefde
niet meer langs rivieren.
Oorzaken van industriële revolutie
Door verbeteringen in de landbouw -> bevolkingsgroei
Vraag naar katoen nam toe -> meer fabrieken en werknemers gingen van
het platteland naar de industriegebieden om te werken.
De komst van de fabrieken en machines is de Industriële revolutie
Engeland had veel steenkool en ijzererts.
Steenkool: werden huizen verwarmt en stoommachines laten
werken
Ijzererts: werden de machines, spoorwegen en bruggen gemaakt
Gevolgen van industriële revolutie (1750-1850):
1. veranderde Engeland landbouwstedelijke naar Industriële
samenleving
2. landbouw -> Fabrieken
3. Huisnijverheid -> massaproductie (=meer producten tegelijk
produceren)
4. Landelijk Gebied (=weilanden en kleine dorpjes met kasteeltjes) ->
industriegebied met dichtbevolkte steden
5. van 6 miljoen -> 17,5 miljoen mensen
6. oude landweggetjes -> betere wegen, kanalen en rails (betere
verbindingen over water en land)
1
, 4.3 De industriële samenleving
Kenmerken van het werken in de fabriek:
● Onveilig
● Slechte omstandigheden bv te koud in de winter / geen
afzuigkap
● Ze durfden geen commentaar te geven tegen baas anders
ontslagen
● Lichamelijk zwaar werk
● Verdienden heel weinig
● Kinder, vrouwenarbeid je hoefde geen opleiding te hebben
● Saai, eentonig werk
● Zeer lange werkdagen ( 12 tot 16 uur per dag) en geen
vakanties
● Lucht was smerig
Wonen mij de fabriek
Urbanisatie= van kleine dorpjes naar grote steden
Mensen gingen wonen vlak bij de fabriek want er was nauwelijks
openbaar vervoer -> arbeiderswijken.
Infrastructuur (= kanalen, wegen en spoorlijnen andere verbindingen)
verbeterde de door de aanleg van spoorlijnen die werden gebruikt voor
grondstoffen en producten werd niet gebruikt voor mensen
eind 19e eeuw kwamen er trams en bussen om mensen naar werk te
brengen.
wonen in de buurt van fabrieken:
- vuile rook
- smerig
- afval werd niet opgehaald
- uitwerpselen kwam in beerputten of rivieren en kanalen.
- geen schoon drinkwater
= oorzaak van cholera en andere besmettelijke ziekten.
gemiddelde leeftijd was laag.
2