Minor Management in de Zorg
Samenvatting voor tentamen
Marit de Nobel
Maart 2021
Hogeschool Leiden
,Informatie tentamen.
Theorie HC:
Kennis toets bestaat volledig uit multiple choice vragen.
Toets doelen: vijf centrale doelen.
1. Wat een organisatie is en hoe een organisatie zich ontwikkeld.
twee vragen hierover.
2. Drie onderdelen planning, strategie, besluitvorming binnen de
managementfunctie planning inhoudt.
Negen vragen hierover.
3. Uitleggen wat de elementen structuur, coördinatie, HRM, cultuur & veranderen
betekenen binnen het onderdeel organisatie.
Elf vragen hierover.
4. Schetsen welke gedragsaspecten, rollen, leiderschapsstijlen bij leidinggevende
van toepassing zijn volgens literatuur (kennisboek).
Twaalf vragen hierover.
5. Weergeven hoe de planning & control cyclus eruit ziet en welke vormen van
beheersing er mogelijk zijn.
Tien vragen hierover.
Theorie vanuit kennis boek: Introductie in management van Peter Thuis.
Hoofdstuk 1 blz. 9 t/m 13 & blz. 22 t/m 27
Hoofdstuk 2 blz. 37 t/m 45 & blz. 52 t/m 63
Hoofdstuk 3 blz. 77 t/m 96 & blz. 100 t/m 114
Hoofdstuk 4 blz. 125 t/m 145 + blz. 157
Hoofdstuk 5 blz. 173 t/m 195
2
,Hoorcollege 1
Leiderschap, leiderschapskwaliteiten en stijlen.
1. Kan het verschil tussen leiderschap en management benoemen
Theorie HC:
Verpleegkundig leiderschap is het vermogen om leiding te geven ten aanzien van
vakinhoudelijke kennis en kunde.
Management is meer gericht op het begeleiden en motiveren van medewerkers, zodanig dat
zij gefaciliteerd worden en de taken kunnen uitvoeren die de organisatie geformuleerd heeft
in doelen. Als je de mensen weet te motiveren en te begeleiden om de taak zo goed mogelijk
uit te voeren dan ben je bezig met management.
Een manager: Een leider:
- Stuurt aan - Vernieuwt
- Onderhoudt - Ontwikkelt
- Is gericht op systemen en - Is gericht op mensen
structuren - Wekt vertrouwen
- Vertrouwt op controle - Kijkt naar de toekomst.
- Let op het bedrijfsresultaat - Doet de juiste dingen.
- Doet dingen op de juiste wijze.
Kernbegrippen theorieboek:
Leiderschap: het vermogen om leiding te geven.
Leiders: mensen die leiderschap uitoefenen.
Management: het zich richten op de planning, organisatie, leiding en beheersing van
een organisatie, waarbij menselijke en materiele middelen worden toegewezen om
de organisatiedoelen te bereiken.
2. Heeft kennis over de diverse leiderschapsstijlen & kan de verschillen tussen
leiderschapsstijlen benoemen
Theorie HC:
Stijl van de leidinggevende is de manier waarop iemand de leidinggevende taak invult.
Indeling op basis van drie criteria.
- Autoritair (mijn wil is wet) of democratisch (in overleg/meerderheid) ingesteld.
- Resultaatgericht of relatiegericht ingesteld. mengvorm is: participatief
(consultatief): leider is onderdeel van de groep, maar blijft de baas. Hij/zij betrekt de
groep bij zijn/haar besluiten.
- Transformationeel of transactioneel leiderschap.
3
, Transformationeel: Transactioneel
Mensen met een visie en wat ze hierin Mensen die prestaties belonen.
willen bereiken. - Corrigeren snel afwijkend gedrag.
- Anderen inspireren en - Als leider ga je snel opzoek naar
verwachtingen formuleren. ‘fouten’.
- Stimuleert zelfstandigheid en - Geen betrokkenheid men
intelligentie. controleren.
- Aandacht voor individu adviseert - Belonen en bestraffen materiele
en begeleid. beloning.
- Intrinsiek gemotiveerd, belangen
van organisatie en medewerkers
gaan samen. Transformeren van het
individuele belang naar het
groepsbelang.
Kernbegrippen en theorie vanuit theorieboek:
Autoritair leiderschap: een vorm van leidinggeven waarbij de leidinggevende alle
beslissingen zelf neemt.
Democratisch leiderschap: een vorm van leiderschap waarbij de leidinggevende
volledig onderdeel van de groep is die beslissingen neemt.
Consultatief of participerende leiderschap: een vorm van leiderschap waarbij de
leidinggevende onderdeel is van de groep, maar wel de baas blijft. Probeert de groep
bij zijn/haar besluiten te betrekken.
Theorie X van McGregor: zienswijze als leider dat de werknemer geen
verantwoordelijkheid kan en wil dragen en dat deze gedirigeerd en later
gecontroleerd moet worden.
Theorie Y van McGregor: de zienswijze dat de leidinggevende ervan uitgaat dat
mensen gemotiveerd zijn om het werk goed te doen en dat ze graag
verantwoordelijkheid dragen.
Autoritair leiderschap, beslissingen worden zelf genomen en de werknemers volgen deze
op. Ook wel autocraat (= eigenmachtig) genoemd. betweterig en niet geïnteresseerd
in de ondergeschikten. De autoritaire leidinggevende denkt volgens de X-theorie van
McGregor, wat erop neerkomt dat hij denkt dat de werknemer geen
verantwoordelijkheid kan en wil dragen en dat deze gedirigeerd en later gecontroleerd
moet worden. Gebruikt zijn sanctionele macht (vermogen om ‘af te straffen’) om te
onderwerpen.
4
Samenvatting voor tentamen
Marit de Nobel
Maart 2021
Hogeschool Leiden
,Informatie tentamen.
Theorie HC:
Kennis toets bestaat volledig uit multiple choice vragen.
Toets doelen: vijf centrale doelen.
1. Wat een organisatie is en hoe een organisatie zich ontwikkeld.
twee vragen hierover.
2. Drie onderdelen planning, strategie, besluitvorming binnen de
managementfunctie planning inhoudt.
Negen vragen hierover.
3. Uitleggen wat de elementen structuur, coördinatie, HRM, cultuur & veranderen
betekenen binnen het onderdeel organisatie.
Elf vragen hierover.
4. Schetsen welke gedragsaspecten, rollen, leiderschapsstijlen bij leidinggevende
van toepassing zijn volgens literatuur (kennisboek).
Twaalf vragen hierover.
5. Weergeven hoe de planning & control cyclus eruit ziet en welke vormen van
beheersing er mogelijk zijn.
Tien vragen hierover.
Theorie vanuit kennis boek: Introductie in management van Peter Thuis.
Hoofdstuk 1 blz. 9 t/m 13 & blz. 22 t/m 27
Hoofdstuk 2 blz. 37 t/m 45 & blz. 52 t/m 63
Hoofdstuk 3 blz. 77 t/m 96 & blz. 100 t/m 114
Hoofdstuk 4 blz. 125 t/m 145 + blz. 157
Hoofdstuk 5 blz. 173 t/m 195
2
,Hoorcollege 1
Leiderschap, leiderschapskwaliteiten en stijlen.
1. Kan het verschil tussen leiderschap en management benoemen
Theorie HC:
Verpleegkundig leiderschap is het vermogen om leiding te geven ten aanzien van
vakinhoudelijke kennis en kunde.
Management is meer gericht op het begeleiden en motiveren van medewerkers, zodanig dat
zij gefaciliteerd worden en de taken kunnen uitvoeren die de organisatie geformuleerd heeft
in doelen. Als je de mensen weet te motiveren en te begeleiden om de taak zo goed mogelijk
uit te voeren dan ben je bezig met management.
Een manager: Een leider:
- Stuurt aan - Vernieuwt
- Onderhoudt - Ontwikkelt
- Is gericht op systemen en - Is gericht op mensen
structuren - Wekt vertrouwen
- Vertrouwt op controle - Kijkt naar de toekomst.
- Let op het bedrijfsresultaat - Doet de juiste dingen.
- Doet dingen op de juiste wijze.
Kernbegrippen theorieboek:
Leiderschap: het vermogen om leiding te geven.
Leiders: mensen die leiderschap uitoefenen.
Management: het zich richten op de planning, organisatie, leiding en beheersing van
een organisatie, waarbij menselijke en materiele middelen worden toegewezen om
de organisatiedoelen te bereiken.
2. Heeft kennis over de diverse leiderschapsstijlen & kan de verschillen tussen
leiderschapsstijlen benoemen
Theorie HC:
Stijl van de leidinggevende is de manier waarop iemand de leidinggevende taak invult.
Indeling op basis van drie criteria.
- Autoritair (mijn wil is wet) of democratisch (in overleg/meerderheid) ingesteld.
- Resultaatgericht of relatiegericht ingesteld. mengvorm is: participatief
(consultatief): leider is onderdeel van de groep, maar blijft de baas. Hij/zij betrekt de
groep bij zijn/haar besluiten.
- Transformationeel of transactioneel leiderschap.
3
, Transformationeel: Transactioneel
Mensen met een visie en wat ze hierin Mensen die prestaties belonen.
willen bereiken. - Corrigeren snel afwijkend gedrag.
- Anderen inspireren en - Als leider ga je snel opzoek naar
verwachtingen formuleren. ‘fouten’.
- Stimuleert zelfstandigheid en - Geen betrokkenheid men
intelligentie. controleren.
- Aandacht voor individu adviseert - Belonen en bestraffen materiele
en begeleid. beloning.
- Intrinsiek gemotiveerd, belangen
van organisatie en medewerkers
gaan samen. Transformeren van het
individuele belang naar het
groepsbelang.
Kernbegrippen en theorie vanuit theorieboek:
Autoritair leiderschap: een vorm van leidinggeven waarbij de leidinggevende alle
beslissingen zelf neemt.
Democratisch leiderschap: een vorm van leiderschap waarbij de leidinggevende
volledig onderdeel van de groep is die beslissingen neemt.
Consultatief of participerende leiderschap: een vorm van leiderschap waarbij de
leidinggevende onderdeel is van de groep, maar wel de baas blijft. Probeert de groep
bij zijn/haar besluiten te betrekken.
Theorie X van McGregor: zienswijze als leider dat de werknemer geen
verantwoordelijkheid kan en wil dragen en dat deze gedirigeerd en later
gecontroleerd moet worden.
Theorie Y van McGregor: de zienswijze dat de leidinggevende ervan uitgaat dat
mensen gemotiveerd zijn om het werk goed te doen en dat ze graag
verantwoordelijkheid dragen.
Autoritair leiderschap, beslissingen worden zelf genomen en de werknemers volgen deze
op. Ook wel autocraat (= eigenmachtig) genoemd. betweterig en niet geïnteresseerd
in de ondergeschikten. De autoritaire leidinggevende denkt volgens de X-theorie van
McGregor, wat erop neerkomt dat hij denkt dat de werknemer geen
verantwoordelijkheid kan en wil dragen en dat deze gedirigeerd en later gecontroleerd
moet worden. Gebruikt zijn sanctionele macht (vermogen om ‘af te straffen’) om te
onderwerpen.
4
