PSYCHOPATHOLOGIE KINDEREN EN JONGEREN – NEUROBIOLOGIE
1. INLEIDING EN CONDUCT DISORDER
1.1. INLEIDING
Multilevel – multifactoriële etiopathogenese
- er ligt vaak een genetische kwetsbaarheid aan de basis van
problemen
• We zijn niet allemaal gelijk in de mate waarin we risico
op pathologische reactie hebben als we iets meemaken
• Veel verschil in hoe een lichaam reageert op
bedreigende stimuli
~ vb. special forces: sommige worden heel angstig in bepaalde
situaties terwijl anderen dat helemaal niet hebben
- die verschillen in fysiologische reactie op situaties → kunnen gevormd zijn door
psychologische dingen die je in je leven meemaakt
• MAAR er zijn ook vanaf de conceptie al verschillen
Bijna alles in ons leven is erfelijk bepaald
- persoonlijkheidskenmerken en affiniteiten die genetisch bepaald zijn kunnen
hiervoor zorgen
• Er is niet voor elk gedrag perse ‘een gen’
Tussen genetica en gedrag zit je lichaam
- genetica zit in elke cel van je lichaam → DNA bepaald hoe cellen reageren en
dus ook in onze hersenen
• Waardoor we kunnen zeggen dat ook alle gedrag gestuurd door hersenen
genetisch is
• Gedrag kan ook gestuurd worden door de bijnieren (adrenaline en cortisol
= stresshormonen)
1.1.1. ONTWIKKELING
je komt ergens op de wereld → je bent geen onbeschreven blad
- vanaf de conceptie gaat de omgeving op je inwerken
- deze invloeden maken of een van die genetische kwetsbaarheden al dan niet tot
uiting komen, hoe fel ze tot uiting komen,…
, - wie je bent doorheen de tijd blijft voortdurend in die interacties veranderen
= gen-omgevingssamenspel doorheen de tijd
→ betekent dat je invloed hebt op elk moment in het leven op hoe iemand is
• = belangrijk, want anders zou onze job niet bestaan
Onderliggend speelt dan ook nog de ontwikkeling mee
- een deel van de ontwikkeling is standaard
• Van het DNA dat we hebben is 99,8% gelijk voor ons allemaal
• = bijzonder want we zijn allemaal uniek maar toch delen we zo een groot
deel van onze genen
• ~ bewijs: we zien er allemaal uit als mensen
- kinderen kunnen vaak op exact dezelfde leeftijd bepaalde dingen wel of niet
- fysieke ontwikkeling: deze volgen een standaard stramien (met zekere variatie)
• Lichamelijke ontwikkeling (bewegingsstelsel en voortplantingssysteem)
• Hersenontwikkeling
• Stressverwerkingssysteem
• Autonoom zenuwstelsel
- functionele ontwikkeling: die sequentie volgen
• Motoriek
• Cognitie en communicatie
• Emotieregulatie en sociale relatievorming
• Seksualiteit en identiteit
• Moraliteit
Wat is er dan interessanter aan bestuderen van kinderen → volwassenen
- bij volwassenen zijn systemen al ontwikkeld ~> er kan enkel nog iets in mislopen
- kinderen en jongeren zijn biologisch nog heel dynamisch
• Veel flexibiliteit maar ook beperkingen (soms vragen we van kinderen
dingen waar ze ontwikkelingsgezien niet klaar voor zijn ~ vb. meta-denken)
1.1.2. KINDER-EN JEUGDPSYCHIATRISCHE BEELDEN
staan zeer uitgebreid in de DSM beschreven
“Dis”functionele ontwikkeling = functionele ontwikkeling in disbalans met
verwachtingen waardoor problemen optreden
, - de engelse term geeft dit eigenlijk veel beter weer
- op een bepaald moment functioneert iets niet meer zoals het zou moeten
Om van het stigma af te geraken → beter om over stoornissen te denken in een
continuüm
~ het is niet zo dat sommige mensen ADHD hebben en anderen niet
• ADHD betekend dat je op het uiterste van meerdere continua zit
• & dat je hierdoor in moeilijkheden komt
= minder stigmatiserend & je kan door ontwikkeling uit problemen kan groeien
MULTILEVEL – MULTIFACTORIEEL kijken naar disorders
- Genetische varianten: hoe sterk is het genetisch bepaald?
- Gen-omgevingsinteracties en –correlaties
- Neuro-anatomische / neurofysiologische / neuro endocrinologische /
neurotransmissie – varianten
• Zien de hersenen er anders uit of werken ze anders?
- Stressverwerkingsproblemen, speelt stress systeem een rol.
- Biologische omgevingsimpact
• ~ voeding, verontreiniging, ACEs (Adverse Childhood Experiences), stress (studie,
sociaal, familiaal) en bedreiging, …
• Invloeden die op je inwerken via je lichaam of psychologische weg
- Negatieve leereffecten (opvoeding, leeftijdsgenoten, sociale media, …)
Disorder (in medische terminologie) =
- a disturbance of normal functioning of the mind or body
- a set of problems, which result in causing significant difficulty, distress,
impairment and/or suffering in a person's daily life
• Sommige problematieken: vooral de omgeving die er last van heeft
- may be caused by genetic factors, disease, or ‘trauma’
- Disorder ≠ Disease
Disease = a particular distinctive process in the body with a specific cause, symptoms
and course
→ Ziekte kan leiden tot “stoornissen” & “stoornissen” tot ziekte, maar vallen niet samen
, Hoe representeren de meeste gedragingen die tot problemen leiden zich in realiteit
- kunnen categoriaal of uiterste van continuüm
(dimensioneel) zijn
- dimensionele distributie kan nog steeds een
“taxon” herbergen
- halve gauscurve: omdat er in psychiatrie vaak
enkel naar de kant van problemen wordt gekeken
- links = 0 en meer naar rechts = steeds meer mensen die moeilijkheden hebben
- het is niet omdat we deze curve zien in de realiteit dat
• Er onderliggend niet een groep mensen is dat anders in elkaar zit
(categoriaal) en die zich kan verbergen onder de curve
- toepassing: rode mannetjes zijn mensen die het moeilijk hebben met aandacht
• Die bevinden zich in de curve ook onder de
curve van de groene die hiermee geen
probleem hebben
• Het is niet omdat het er in de realiteit
dimensioneel uit ziet dat het onderliggend niet
2 categoriaal andere groepen kunnen zijn
→ als we zeggen dat iets op een continuüm ligt dan is dat omdat we het ook echt
kunnen aantonen (biologisch ook)
~ er is een verdeling in kenmerken -> naarmate je meer van dat kenmerk hebt hoe
meer kans op een bepaalde stoornis die hiermee te maken heeft
Het is belangrijk om te blijven zoeken naar dimensies of categorieën
- als we iets kunnen vinden dat onderliggend zijn aan problematieken
→ en we kunnen hier iets aan doen, waarom zou je het dan niet doen?
1.1.3. DEZE LESSEN
Kinder en jeugd psychiatrische beelden vanuit ontwikkeling psychopathologisch
perspectief
- met nadruk op
• Genetische en neurobiologische factoren
• Gen-omgevingssamenspel over de tijd
• Medisch-psychiatrische aspecten van behandeling
1. INLEIDING EN CONDUCT DISORDER
1.1. INLEIDING
Multilevel – multifactoriële etiopathogenese
- er ligt vaak een genetische kwetsbaarheid aan de basis van
problemen
• We zijn niet allemaal gelijk in de mate waarin we risico
op pathologische reactie hebben als we iets meemaken
• Veel verschil in hoe een lichaam reageert op
bedreigende stimuli
~ vb. special forces: sommige worden heel angstig in bepaalde
situaties terwijl anderen dat helemaal niet hebben
- die verschillen in fysiologische reactie op situaties → kunnen gevormd zijn door
psychologische dingen die je in je leven meemaakt
• MAAR er zijn ook vanaf de conceptie al verschillen
Bijna alles in ons leven is erfelijk bepaald
- persoonlijkheidskenmerken en affiniteiten die genetisch bepaald zijn kunnen
hiervoor zorgen
• Er is niet voor elk gedrag perse ‘een gen’
Tussen genetica en gedrag zit je lichaam
- genetica zit in elke cel van je lichaam → DNA bepaald hoe cellen reageren en
dus ook in onze hersenen
• Waardoor we kunnen zeggen dat ook alle gedrag gestuurd door hersenen
genetisch is
• Gedrag kan ook gestuurd worden door de bijnieren (adrenaline en cortisol
= stresshormonen)
1.1.1. ONTWIKKELING
je komt ergens op de wereld → je bent geen onbeschreven blad
- vanaf de conceptie gaat de omgeving op je inwerken
- deze invloeden maken of een van die genetische kwetsbaarheden al dan niet tot
uiting komen, hoe fel ze tot uiting komen,…
, - wie je bent doorheen de tijd blijft voortdurend in die interacties veranderen
= gen-omgevingssamenspel doorheen de tijd
→ betekent dat je invloed hebt op elk moment in het leven op hoe iemand is
• = belangrijk, want anders zou onze job niet bestaan
Onderliggend speelt dan ook nog de ontwikkeling mee
- een deel van de ontwikkeling is standaard
• Van het DNA dat we hebben is 99,8% gelijk voor ons allemaal
• = bijzonder want we zijn allemaal uniek maar toch delen we zo een groot
deel van onze genen
• ~ bewijs: we zien er allemaal uit als mensen
- kinderen kunnen vaak op exact dezelfde leeftijd bepaalde dingen wel of niet
- fysieke ontwikkeling: deze volgen een standaard stramien (met zekere variatie)
• Lichamelijke ontwikkeling (bewegingsstelsel en voortplantingssysteem)
• Hersenontwikkeling
• Stressverwerkingssysteem
• Autonoom zenuwstelsel
- functionele ontwikkeling: die sequentie volgen
• Motoriek
• Cognitie en communicatie
• Emotieregulatie en sociale relatievorming
• Seksualiteit en identiteit
• Moraliteit
Wat is er dan interessanter aan bestuderen van kinderen → volwassenen
- bij volwassenen zijn systemen al ontwikkeld ~> er kan enkel nog iets in mislopen
- kinderen en jongeren zijn biologisch nog heel dynamisch
• Veel flexibiliteit maar ook beperkingen (soms vragen we van kinderen
dingen waar ze ontwikkelingsgezien niet klaar voor zijn ~ vb. meta-denken)
1.1.2. KINDER-EN JEUGDPSYCHIATRISCHE BEELDEN
staan zeer uitgebreid in de DSM beschreven
“Dis”functionele ontwikkeling = functionele ontwikkeling in disbalans met
verwachtingen waardoor problemen optreden
, - de engelse term geeft dit eigenlijk veel beter weer
- op een bepaald moment functioneert iets niet meer zoals het zou moeten
Om van het stigma af te geraken → beter om over stoornissen te denken in een
continuüm
~ het is niet zo dat sommige mensen ADHD hebben en anderen niet
• ADHD betekend dat je op het uiterste van meerdere continua zit
• & dat je hierdoor in moeilijkheden komt
= minder stigmatiserend & je kan door ontwikkeling uit problemen kan groeien
MULTILEVEL – MULTIFACTORIEEL kijken naar disorders
- Genetische varianten: hoe sterk is het genetisch bepaald?
- Gen-omgevingsinteracties en –correlaties
- Neuro-anatomische / neurofysiologische / neuro endocrinologische /
neurotransmissie – varianten
• Zien de hersenen er anders uit of werken ze anders?
- Stressverwerkingsproblemen, speelt stress systeem een rol.
- Biologische omgevingsimpact
• ~ voeding, verontreiniging, ACEs (Adverse Childhood Experiences), stress (studie,
sociaal, familiaal) en bedreiging, …
• Invloeden die op je inwerken via je lichaam of psychologische weg
- Negatieve leereffecten (opvoeding, leeftijdsgenoten, sociale media, …)
Disorder (in medische terminologie) =
- a disturbance of normal functioning of the mind or body
- a set of problems, which result in causing significant difficulty, distress,
impairment and/or suffering in a person's daily life
• Sommige problematieken: vooral de omgeving die er last van heeft
- may be caused by genetic factors, disease, or ‘trauma’
- Disorder ≠ Disease
Disease = a particular distinctive process in the body with a specific cause, symptoms
and course
→ Ziekte kan leiden tot “stoornissen” & “stoornissen” tot ziekte, maar vallen niet samen
, Hoe representeren de meeste gedragingen die tot problemen leiden zich in realiteit
- kunnen categoriaal of uiterste van continuüm
(dimensioneel) zijn
- dimensionele distributie kan nog steeds een
“taxon” herbergen
- halve gauscurve: omdat er in psychiatrie vaak
enkel naar de kant van problemen wordt gekeken
- links = 0 en meer naar rechts = steeds meer mensen die moeilijkheden hebben
- het is niet omdat we deze curve zien in de realiteit dat
• Er onderliggend niet een groep mensen is dat anders in elkaar zit
(categoriaal) en die zich kan verbergen onder de curve
- toepassing: rode mannetjes zijn mensen die het moeilijk hebben met aandacht
• Die bevinden zich in de curve ook onder de
curve van de groene die hiermee geen
probleem hebben
• Het is niet omdat het er in de realiteit
dimensioneel uit ziet dat het onderliggend niet
2 categoriaal andere groepen kunnen zijn
→ als we zeggen dat iets op een continuüm ligt dan is dat omdat we het ook echt
kunnen aantonen (biologisch ook)
~ er is een verdeling in kenmerken -> naarmate je meer van dat kenmerk hebt hoe
meer kans op een bepaalde stoornis die hiermee te maken heeft
Het is belangrijk om te blijven zoeken naar dimensies of categorieën
- als we iets kunnen vinden dat onderliggend zijn aan problematieken
→ en we kunnen hier iets aan doen, waarom zou je het dan niet doen?
1.1.3. DEZE LESSEN
Kinder en jeugd psychiatrische beelden vanuit ontwikkeling psychopathologisch
perspectief
- met nadruk op
• Genetische en neurobiologische factoren
• Gen-omgevingssamenspel over de tijd
• Medisch-psychiatrische aspecten van behandeling