Samenvatting onderzoek
vaardigheden Samenvatting – Sessie 1:
Kritisch denken
1. Waarom is kritisch denken belangrijk?
We leven in een innovatie-economie die nood heeft aan wendbare professionals.
Die professionals moeten niet alleen vakkennis hebben, maar ook:
o creatieve ideeën kunnen genereren,
o multidisciplinair en internationaal samenwerken,
o nieuwe technologische toepassingen onder de knie krijgen.
Naast vakkennis zijn er dus conceptuele vakoverschrijdende vaardigheden nodig → future
proof skills.
Daarom focust dit deel van de cursus op kritisch denken en het ontwikkelen van kritische
vaardigheden en een kritische houding.
Om een wendbare professional te worden heb je ook onderzoekscompetenties nodig:
kennis, vaardigheden en attitudes om methodisch complexe vraagstukken uit de
beroepspraktijk te beantwoorden.
2. Wat verstaan we onder kritisch denken?
Kritisch denken vraagt om:
o Specifieke vaardigheden: betrouwbare bronnen vinden, interpreteren en analyseren,
drogredenen herkennen.
o Een bepaalde houding: open geest, nieuwsgierigheid, de juiste vragen stellen.
Kritische vaardigheden en een kritische houding zijn niet eenvoudig, maar je kan ze trainen.
3. Bedreigingen voor ons kritisch denkvermogen
3.1 Misleid door ons eigen brein
Type 1- en type 2-denken:
o Systeem 1 (snel systeem): onbewust, emotioneel, associatief, moeiteloos,
automatisch.
o Systeem 2 (traag systeem): bewust, rationeel, reflectief, moeizaam.
Kritisch denken draait rond het onderdrukken van het snelle denken (type 1) en meer
bewust nadenken (type 2).
Ons brein filtert informatie → iedereen interpreteert info op zijn eigen manier.
Confirmation bias (tunnelvisie): ons brein zoekt bevestiging van wat we al denken.
, o Oplossing: type 2-denken activeren, niet te snel oordelen, tegenbewijs zoeken,
perspectieven wisselen.
Groepsdruk: natuurlijke neiging om ons aan te passen aan de groep (bv. Asch-experiment).
3.2 Misleid door anderen
Filterbubbel: algoritmes van websites/sociale media stemmen resultaten af op jouw gedrag
→ je ziet vooral info die past bij je wereldbeeld.
Framing: communicatiestrategie waarbij bepaalde kenmerken benadrukt worden en andere
genegeerd → interpretatie wordt gestuurd.
Brand journalism & clickbait: misleidende titels of marketing om aandacht te trekken.
Slordige journalistiek: bronnen onvoldoende checken, onderzoeksresultaten verkeerd
interpreteren.
Complottheorieën en pseudowetenschappen: alternatieve maar foutieve verklaringen, niet
wetenschappelijk onderbouwd.
4. Hoe kan je zelf kritisch leren denken?
4.1 Kritisch omgaan met bronnen
Verschillende soorten bronnen herkennen – 1 bron is geen bron.
Kritische analyse van beeldmateriaal: beelden zijn krachtig en kunnen gemanipuleerd
worden.
o Technieken: context veranderen, foto bewerken, montage, deepfake.
Feiten en meningen onderscheiden.
CRAAP-test: kwaliteit van een bron beoordelen via:
o Currency (actualiteit),
o Relevance (relevantie),
o Authority (autoriteit),
o Accuracy (volledigheid),
o Purpose (bedoeling).
o Oefeningen: Marie (gezonde voeding, verlaagcholesterol.be) en Arthur (videotrends,
Frankwatching).
Omgaan met tegenstrijdige informatie:
o Kan komen door voortschrijdend inzicht, complexiteit, subjectieve vs. objectieve
bronnen, onzekerheid in onderzoeksdomein.
o Oplossing: verder onderzoek doen, nagaan of een bron fout of verouderd is.
Informatie ordenen: overzicht bewaren door rangschikken en categoriseren (bv. mindmap).
5. Hoe kan je werken aan een kritische houding?
, Algemene houding van een kritische denker
Nieuwsgierig naar een breed scala aan onderwerpen.
Behoefte om goed geïnformeerd te zijn en te blijven.
Alert op mogelijkheden om kritisch denken toe te passen.
Vertrouwen in beredeneerd onderzoek en eigen redeneervermogen.
Open-minded tegenover verschillende wereldbeelden.
Flexibel in het overwegen van alternatieven en meningen.
Willen begrijpen van de mening van anderen.
Rechtvaardig in het beoordelen van redeneringen.
Eerlijk over eigen vooroordelen en egoïsme.
Voorzichtig in het vormen en veranderen van besluiten.
Bereid om zienswijzen te herzien bij eerlijke reflectie.
Specifieke houding bij onderwerpen of problemen
Duidelijkheid in het presenteren van vragen of thema’s.
Ordelijk werken met complexe zaken.
IJverig in het zoeken naar informatie.
Redelijk in selectie en toepassing van criteria.
Zorgvuldig aandacht richten op het onderwerp.
Doorzetten bij problemen.
Precisie toepassen tot het niveau dat nodig is.
Samenvatting Sessie 2: Kennismaking met
onderzoek en onderzoeksontwerp
Onderzoekscompetenties
Onderzoekscompetenties bestaan uit drie componenten:
Kennis: weten welke methoden en technieken er bestaan.
Vaardigheden: kunnen toepassen van die methoden in de praktijk.
Attitudes: een kritische, open en ethische houding aannemen.
Ze zijn belangrijk omdat ze studenten in staat stellen om complexe vraagstukken uit de
beroepspraktijk methodisch en onderbouwd aan te pakken. Dit is essentieel voor zowel de
bachelorproef als latere professionele opdrachten.
Kennismaking met onderzoek
vaardigheden Samenvatting – Sessie 1:
Kritisch denken
1. Waarom is kritisch denken belangrijk?
We leven in een innovatie-economie die nood heeft aan wendbare professionals.
Die professionals moeten niet alleen vakkennis hebben, maar ook:
o creatieve ideeën kunnen genereren,
o multidisciplinair en internationaal samenwerken,
o nieuwe technologische toepassingen onder de knie krijgen.
Naast vakkennis zijn er dus conceptuele vakoverschrijdende vaardigheden nodig → future
proof skills.
Daarom focust dit deel van de cursus op kritisch denken en het ontwikkelen van kritische
vaardigheden en een kritische houding.
Om een wendbare professional te worden heb je ook onderzoekscompetenties nodig:
kennis, vaardigheden en attitudes om methodisch complexe vraagstukken uit de
beroepspraktijk te beantwoorden.
2. Wat verstaan we onder kritisch denken?
Kritisch denken vraagt om:
o Specifieke vaardigheden: betrouwbare bronnen vinden, interpreteren en analyseren,
drogredenen herkennen.
o Een bepaalde houding: open geest, nieuwsgierigheid, de juiste vragen stellen.
Kritische vaardigheden en een kritische houding zijn niet eenvoudig, maar je kan ze trainen.
3. Bedreigingen voor ons kritisch denkvermogen
3.1 Misleid door ons eigen brein
Type 1- en type 2-denken:
o Systeem 1 (snel systeem): onbewust, emotioneel, associatief, moeiteloos,
automatisch.
o Systeem 2 (traag systeem): bewust, rationeel, reflectief, moeizaam.
Kritisch denken draait rond het onderdrukken van het snelle denken (type 1) en meer
bewust nadenken (type 2).
Ons brein filtert informatie → iedereen interpreteert info op zijn eigen manier.
Confirmation bias (tunnelvisie): ons brein zoekt bevestiging van wat we al denken.
, o Oplossing: type 2-denken activeren, niet te snel oordelen, tegenbewijs zoeken,
perspectieven wisselen.
Groepsdruk: natuurlijke neiging om ons aan te passen aan de groep (bv. Asch-experiment).
3.2 Misleid door anderen
Filterbubbel: algoritmes van websites/sociale media stemmen resultaten af op jouw gedrag
→ je ziet vooral info die past bij je wereldbeeld.
Framing: communicatiestrategie waarbij bepaalde kenmerken benadrukt worden en andere
genegeerd → interpretatie wordt gestuurd.
Brand journalism & clickbait: misleidende titels of marketing om aandacht te trekken.
Slordige journalistiek: bronnen onvoldoende checken, onderzoeksresultaten verkeerd
interpreteren.
Complottheorieën en pseudowetenschappen: alternatieve maar foutieve verklaringen, niet
wetenschappelijk onderbouwd.
4. Hoe kan je zelf kritisch leren denken?
4.1 Kritisch omgaan met bronnen
Verschillende soorten bronnen herkennen – 1 bron is geen bron.
Kritische analyse van beeldmateriaal: beelden zijn krachtig en kunnen gemanipuleerd
worden.
o Technieken: context veranderen, foto bewerken, montage, deepfake.
Feiten en meningen onderscheiden.
CRAAP-test: kwaliteit van een bron beoordelen via:
o Currency (actualiteit),
o Relevance (relevantie),
o Authority (autoriteit),
o Accuracy (volledigheid),
o Purpose (bedoeling).
o Oefeningen: Marie (gezonde voeding, verlaagcholesterol.be) en Arthur (videotrends,
Frankwatching).
Omgaan met tegenstrijdige informatie:
o Kan komen door voortschrijdend inzicht, complexiteit, subjectieve vs. objectieve
bronnen, onzekerheid in onderzoeksdomein.
o Oplossing: verder onderzoek doen, nagaan of een bron fout of verouderd is.
Informatie ordenen: overzicht bewaren door rangschikken en categoriseren (bv. mindmap).
5. Hoe kan je werken aan een kritische houding?
, Algemene houding van een kritische denker
Nieuwsgierig naar een breed scala aan onderwerpen.
Behoefte om goed geïnformeerd te zijn en te blijven.
Alert op mogelijkheden om kritisch denken toe te passen.
Vertrouwen in beredeneerd onderzoek en eigen redeneervermogen.
Open-minded tegenover verschillende wereldbeelden.
Flexibel in het overwegen van alternatieven en meningen.
Willen begrijpen van de mening van anderen.
Rechtvaardig in het beoordelen van redeneringen.
Eerlijk over eigen vooroordelen en egoïsme.
Voorzichtig in het vormen en veranderen van besluiten.
Bereid om zienswijzen te herzien bij eerlijke reflectie.
Specifieke houding bij onderwerpen of problemen
Duidelijkheid in het presenteren van vragen of thema’s.
Ordelijk werken met complexe zaken.
IJverig in het zoeken naar informatie.
Redelijk in selectie en toepassing van criteria.
Zorgvuldig aandacht richten op het onderwerp.
Doorzetten bij problemen.
Precisie toepassen tot het niveau dat nodig is.
Samenvatting Sessie 2: Kennismaking met
onderzoek en onderzoeksontwerp
Onderzoekscompetenties
Onderzoekscompetenties bestaan uit drie componenten:
Kennis: weten welke methoden en technieken er bestaan.
Vaardigheden: kunnen toepassen van die methoden in de praktijk.
Attitudes: een kritische, open en ethische houding aannemen.
Ze zijn belangrijk omdat ze studenten in staat stellen om complexe vraagstukken uit de
beroepspraktijk methodisch en onderbouwd aan te pakken. Dit is essentieel voor zowel de
bachelorproef als latere professionele opdrachten.
Kennismaking met onderzoek