Sociologie en rechtssociologie
hoofdstuk 1
1.1 een beeld van een titel
Sociologie
= samenleving kunde/ maatschappijkunde
E.J. Sieyès (rond 1780-1785)
▪ Qu’est-ce que le tiers état?
▪ Doel: inrichting van nieuwe samenleving ten tijde van Franse Revolutie.
▪ Normatieve wetenschap: hoe kan de samenleving het beste worden
ingericht? Hoe
ziet ‘het goede leven’ eruit in zo’n nieuwe samenleving?
Normatieve sociologie= Gaat zeggen en beschrijven hoe een samenleving zou
moeten zijn
Comté: Eerste socioloog die begrip sociologie heeft gebruikt is
Hij is de sociologie als een echte wetenschap gaan beschouwen door empirisch
onderzoek te gaan doen en te kijken en beschrijven wat je ziet in de sl, dit deed
hij objectief zoals een echte wetenschap
→ Schreef een werk wat de verschillende wetenschappen zijn, en vond dat
sociologie vanboven moest staan omdat die stroming de volledige wetenschap
bestudeert en heel de sl, het is de ultieme wetenschap
samenleving spel/voetbal
→ sl vergelijken met een voetbalspel, er zijn regels die je niet mag overtreden,
het is een samenspel
sl wordt bepaald door regels
er zijn verschillende spelers in dit spel, sommige hebben een andere sociale
positie dan andere en daar staat ook een bepaalde waardering tegenover
veel verschillende zaken die je gelijk kan trekken met het voetbalspel ivm de sl
wie vindt zich buiten het spel, op de bank: de coach ( die het spel zelf x speelt
maar toch achter het scherm de touwtje in handen neemt), de socioloog als
wetenschapper zit daar als neutrale waarnemer, gaat empirisch onderzoek doen/
observeren/waarnemen en gaat dat op een wet. manier beschrijven
socioloog is neutraal en is geacht om neutraal te blijven
MAAR we zijn allemaal een onderdeel van de SL en hebben eenmaal voorkeuren
en die factoren kan je niet zomaar uitschakelen, die voorkeuren worden bepaalt
door je positionaliteit
positionaliteit= ieders zijn identiteit heeft een aantal kenmerken of dimensies
zie ppt
1
,bv. socio-economische achtergrond, geloof,…
je identiteit heeft een bepaalde invloed op de manier waarop je de werkelijkheid
waarneemt en hoe andere naar je kijken, hang vast aan je sociale positie
ALS je wet. onderzoek wilt doen moet je je ervan bewust zijn hoe die
positionaliteit invloed heeft op hoe je naar dingen kijkt en hoe dit je onderzoek
beïnvloed
bv. je hebt een beperking en je doet onderzoek naar de toegankelijkheid naar
scholen maar dat komt door je positi. dat je daar mss net meer interesse in hebt
methodologie moest je een wetenschapper zijn zou je je onderzoek mss veel
wetenschappelijk aanpakken
comm: wat doe je dan achteraf met dat onderzoek, als je journalist bent ga je het
mss eerder op een blog,.. zetten
⇒ is om aan te tonen hoe je identiteit en sociale positie invloed heeft op je
onderzoek
positionality statement
= positionaliteit uitspraak
gaat vooraf een uitspraak doen over hoe zijn positionaliteit een invloed zou
kunnen hebben en aantonen dat hij /zij bewust is van zijn positionaliteit
!! om je eigen objectiviteit te weten
positionaliteit = vertrekt vanuit jezelf
intersectionaliteit / kruispuntdenken = begrip dat ons helpt te begrijpen hoe
verschillende sociale identiteitskenmerken gelijktijdig en in samenhang invloed
hebben op hoe mensen privileges ervaren of juist worden onderdrukt
je wordt x perse extra gediscrimineerd maar je wordt gediscrimineerd op een
andere manier, een unieke vorm
verschil: er zijn meer identiteitskenmerken en gaat x over 1
2
,Kimberly Crenshaw: ging onderzoek doen naar intersectionaliteit
er waren aantal zwarte vrouwen die klacht indiende omdat ze
gediscrimineerd zijn
<-> andere zeiden x waar want er kan geen sprake zijn van racisme omdat
er zowel witten als zwarte mannen in dat bedrijf zijn
MAAR juridisch was er geen spraken van juridisch
AANTONEN: rechtssysteem is x in orde om die dubbele discriminatie op te
vangen en hierbij verwijst ze naar dat begrip
omdat het niet over 1 genderidentiteit gaat maar om meerdere kenmerken
die er voor kunnen zorgen dat je onderdrukt wordt
= negatief voorbeeld
positief voorbeeld
bv. witte hoogopgeleide zonder beperking, dan heb je heel veel kenmerken
die ervoor zorgen dat je in een geprivilegieerde omgeving terecht komt
1.2 het dagelijkse leven door de sociologische lens
socioloog kijkt met sociologische lens naar de SL
bv. tools die die dan heeft: technieken , enquêtes,...
Bedoeld om de allerlei regelmatigheden en de achterliggende
werkelijkheid achter onze eerste waarnemingen te ‘lezen’.
Het is niet louter imaginair; de socioloog heeft ook praktische
werkinstrumenten, zoals surveys, observaties… (vgl. de MRI-scanner
van de radioloog)
Deze beelden moeten wel nog geïnterpreteerd worden: de socioloog
beschikt over kennis en ervaring om dat te doen. Hij bezit de nodige
sociologische verbeelding
Mills → sociologische verbeelding
= bepaalde manier van vaardigheid om dingen in de SL waar te nemen en te
verklaren
= het vermogen om te begrijpen dat iemands persoonlijke situatie in verband
staat met maatschappelijke krachten en de ruimere historische context
= jouw eigen verhaal (biografie) is op ontelbare wijzen beïnvloed door sociale
structuren en mensen die vòòr jou kwamen (historisch proces)
3
, kenmerken:
Kennis geschiedenis – hoe is samenleving tot stand gekomen? bv.
discriminatie en hoe dit historisch is gevormd
Kennis biografie – wie zijn de mensen in de samenleving?
Kennis sociale structuur – hoe werkt de samenleving via instituties?
voorwaarden om de sociologische verbeelding te kunnen toepassen
= men moet in staat zijn om van perspectief te wisselen door afstand te nemen
van de actuele toestand en een alternatief standpunt in te nemen
Men moet de schijnbare vanzelfsprekendheden van het dagelijkse leven
overstijgen
→ de manier waarop we naar de SL kijken is selectief omdat we leven in die SL
op een manier dat routineus is en je redeneert uit common sense: als dat en
dat gebeurt, is dit waarschijnlijk daarom , je gaat bepaalde zaken uit je gevoel al
kunnen weten
MAAR deze dingen maken dat we die automatische gedachten en routines
moeilijk loslaten, want we zijn dit gewoon, ze lijken de enige geldige waarheid te
zijn!
1.2.1 selectieve waarneming
common sense en routineus handelen positief voor dagelijks leven maar leiden
tot vertekend beeld van de werkelijkheid
reden: we nemen de WH selectief waar vanuit onze eigen positie in de wereld
kenmerken die de selectiviteit van onze waarneming verklaren:
fysieke en sociale beperkingen bv. je kan mensen x altijd leren kennen bv.
mensen met een beperking
belangen : sommige zaken ga je wat liever over denken/ kijken omdat dat
beter bij je aanpast bv. als je een bepaald idee hebt over iets ben je
geneigd om de info te selecteren wat bij je kraam past bv. hoe 2 kranten
op een totaal andere manier over hetzelfde onderwerp praten
kennis en informatie bv. info die je binnenkrijgt kleurt je beeld bv. als je
slachtoffer was van seksueel misbruik
voorkeur en afkeer: zaken die in de sl evolueren bv. trein/ holibi vlag
1.2.2 referentiekaders
we kijken allemaal op een bepaalde manier naar de werkelijkheid, we doen dit
selectief, vanuit onze eerdere ervaringen bouwen we een raamwerk op dat onze
latere waarnemingen zal beïnvloeden = je sociale bril / referentiekader
4
hoofdstuk 1
1.1 een beeld van een titel
Sociologie
= samenleving kunde/ maatschappijkunde
E.J. Sieyès (rond 1780-1785)
▪ Qu’est-ce que le tiers état?
▪ Doel: inrichting van nieuwe samenleving ten tijde van Franse Revolutie.
▪ Normatieve wetenschap: hoe kan de samenleving het beste worden
ingericht? Hoe
ziet ‘het goede leven’ eruit in zo’n nieuwe samenleving?
Normatieve sociologie= Gaat zeggen en beschrijven hoe een samenleving zou
moeten zijn
Comté: Eerste socioloog die begrip sociologie heeft gebruikt is
Hij is de sociologie als een echte wetenschap gaan beschouwen door empirisch
onderzoek te gaan doen en te kijken en beschrijven wat je ziet in de sl, dit deed
hij objectief zoals een echte wetenschap
→ Schreef een werk wat de verschillende wetenschappen zijn, en vond dat
sociologie vanboven moest staan omdat die stroming de volledige wetenschap
bestudeert en heel de sl, het is de ultieme wetenschap
samenleving spel/voetbal
→ sl vergelijken met een voetbalspel, er zijn regels die je niet mag overtreden,
het is een samenspel
sl wordt bepaald door regels
er zijn verschillende spelers in dit spel, sommige hebben een andere sociale
positie dan andere en daar staat ook een bepaalde waardering tegenover
veel verschillende zaken die je gelijk kan trekken met het voetbalspel ivm de sl
wie vindt zich buiten het spel, op de bank: de coach ( die het spel zelf x speelt
maar toch achter het scherm de touwtje in handen neemt), de socioloog als
wetenschapper zit daar als neutrale waarnemer, gaat empirisch onderzoek doen/
observeren/waarnemen en gaat dat op een wet. manier beschrijven
socioloog is neutraal en is geacht om neutraal te blijven
MAAR we zijn allemaal een onderdeel van de SL en hebben eenmaal voorkeuren
en die factoren kan je niet zomaar uitschakelen, die voorkeuren worden bepaalt
door je positionaliteit
positionaliteit= ieders zijn identiteit heeft een aantal kenmerken of dimensies
zie ppt
1
,bv. socio-economische achtergrond, geloof,…
je identiteit heeft een bepaalde invloed op de manier waarop je de werkelijkheid
waarneemt en hoe andere naar je kijken, hang vast aan je sociale positie
ALS je wet. onderzoek wilt doen moet je je ervan bewust zijn hoe die
positionaliteit invloed heeft op hoe je naar dingen kijkt en hoe dit je onderzoek
beïnvloed
bv. je hebt een beperking en je doet onderzoek naar de toegankelijkheid naar
scholen maar dat komt door je positi. dat je daar mss net meer interesse in hebt
methodologie moest je een wetenschapper zijn zou je je onderzoek mss veel
wetenschappelijk aanpakken
comm: wat doe je dan achteraf met dat onderzoek, als je journalist bent ga je het
mss eerder op een blog,.. zetten
⇒ is om aan te tonen hoe je identiteit en sociale positie invloed heeft op je
onderzoek
positionality statement
= positionaliteit uitspraak
gaat vooraf een uitspraak doen over hoe zijn positionaliteit een invloed zou
kunnen hebben en aantonen dat hij /zij bewust is van zijn positionaliteit
!! om je eigen objectiviteit te weten
positionaliteit = vertrekt vanuit jezelf
intersectionaliteit / kruispuntdenken = begrip dat ons helpt te begrijpen hoe
verschillende sociale identiteitskenmerken gelijktijdig en in samenhang invloed
hebben op hoe mensen privileges ervaren of juist worden onderdrukt
je wordt x perse extra gediscrimineerd maar je wordt gediscrimineerd op een
andere manier, een unieke vorm
verschil: er zijn meer identiteitskenmerken en gaat x over 1
2
,Kimberly Crenshaw: ging onderzoek doen naar intersectionaliteit
er waren aantal zwarte vrouwen die klacht indiende omdat ze
gediscrimineerd zijn
<-> andere zeiden x waar want er kan geen sprake zijn van racisme omdat
er zowel witten als zwarte mannen in dat bedrijf zijn
MAAR juridisch was er geen spraken van juridisch
AANTONEN: rechtssysteem is x in orde om die dubbele discriminatie op te
vangen en hierbij verwijst ze naar dat begrip
omdat het niet over 1 genderidentiteit gaat maar om meerdere kenmerken
die er voor kunnen zorgen dat je onderdrukt wordt
= negatief voorbeeld
positief voorbeeld
bv. witte hoogopgeleide zonder beperking, dan heb je heel veel kenmerken
die ervoor zorgen dat je in een geprivilegieerde omgeving terecht komt
1.2 het dagelijkse leven door de sociologische lens
socioloog kijkt met sociologische lens naar de SL
bv. tools die die dan heeft: technieken , enquêtes,...
Bedoeld om de allerlei regelmatigheden en de achterliggende
werkelijkheid achter onze eerste waarnemingen te ‘lezen’.
Het is niet louter imaginair; de socioloog heeft ook praktische
werkinstrumenten, zoals surveys, observaties… (vgl. de MRI-scanner
van de radioloog)
Deze beelden moeten wel nog geïnterpreteerd worden: de socioloog
beschikt over kennis en ervaring om dat te doen. Hij bezit de nodige
sociologische verbeelding
Mills → sociologische verbeelding
= bepaalde manier van vaardigheid om dingen in de SL waar te nemen en te
verklaren
= het vermogen om te begrijpen dat iemands persoonlijke situatie in verband
staat met maatschappelijke krachten en de ruimere historische context
= jouw eigen verhaal (biografie) is op ontelbare wijzen beïnvloed door sociale
structuren en mensen die vòòr jou kwamen (historisch proces)
3
, kenmerken:
Kennis geschiedenis – hoe is samenleving tot stand gekomen? bv.
discriminatie en hoe dit historisch is gevormd
Kennis biografie – wie zijn de mensen in de samenleving?
Kennis sociale structuur – hoe werkt de samenleving via instituties?
voorwaarden om de sociologische verbeelding te kunnen toepassen
= men moet in staat zijn om van perspectief te wisselen door afstand te nemen
van de actuele toestand en een alternatief standpunt in te nemen
Men moet de schijnbare vanzelfsprekendheden van het dagelijkse leven
overstijgen
→ de manier waarop we naar de SL kijken is selectief omdat we leven in die SL
op een manier dat routineus is en je redeneert uit common sense: als dat en
dat gebeurt, is dit waarschijnlijk daarom , je gaat bepaalde zaken uit je gevoel al
kunnen weten
MAAR deze dingen maken dat we die automatische gedachten en routines
moeilijk loslaten, want we zijn dit gewoon, ze lijken de enige geldige waarheid te
zijn!
1.2.1 selectieve waarneming
common sense en routineus handelen positief voor dagelijks leven maar leiden
tot vertekend beeld van de werkelijkheid
reden: we nemen de WH selectief waar vanuit onze eigen positie in de wereld
kenmerken die de selectiviteit van onze waarneming verklaren:
fysieke en sociale beperkingen bv. je kan mensen x altijd leren kennen bv.
mensen met een beperking
belangen : sommige zaken ga je wat liever over denken/ kijken omdat dat
beter bij je aanpast bv. als je een bepaald idee hebt over iets ben je
geneigd om de info te selecteren wat bij je kraam past bv. hoe 2 kranten
op een totaal andere manier over hetzelfde onderwerp praten
kennis en informatie bv. info die je binnenkrijgt kleurt je beeld bv. als je
slachtoffer was van seksueel misbruik
voorkeur en afkeer: zaken die in de sl evolueren bv. trein/ holibi vlag
1.2.2 referentiekaders
we kijken allemaal op een bepaalde manier naar de werkelijkheid, we doen dit
selectief, vanuit onze eerdere ervaringen bouwen we een raamwerk op dat onze
latere waarnemingen zal beïnvloeden = je sociale bril / referentiekader
4