dia 2:
1ste uur = Romeinse keizerrijk
2de uur = vroege middeleeuwen, West-Europa.
We gaan eerst kijken hoe de overgang plaatsgevonden heeft van die republiek naar dat keizerrijk. we hadden eerst een koninkrijk, een kleine
stadstaat. die groeit uit tot een regionale italische macht op het italische schiereiland in de vroege Republiek en de late Republiek ontwikkelt
zich dat tot een Mediterraan wereldrijk rondom de middellandse zee.
Die enorme toename in omvang gaat het aantal gevolgen hebben. dat zorgt voor
- druk op de bestaande republikeinse instellingen
- maar ook op de SV als geheel
Het heeft enerzijds sociale implicaties en anderzijds bestuurlijke implicaties.
dia 3:
dus die Territoriale expansie heeft dan een dubbel gevolg op sociaal en institutioneel vlak.
Sociaal vlak:
- Het Romeinse leger was een burgerleger waar plebejers en boeren zeer actief in waren. In italië had je op dat moment ook heel veel
zelfstandige boeren maar door de vele oorlogen die Romen aan het voeren was omwille dat die de expansie aan het nastreven was waren
die boeren meer bezig met militaire campagnes dan met hun landbouwbedrijven.
- Gevolg = Ze gaan opgeven en naar de stad verhuizen en daar een andere baan proberen te zoeken.
- Landbouw blijf we belangrijk voor de Romeinse Republiek & landbouw gaat overgenomen worden door een aantal rijke patricische
families, die latifundiae gaan stichten en uitbaten en dat zijn zeer omvangrijke landbouwbedrijven die bewerkt worden door
loonarbeiders en vooral door slaven.
- Je krijgt ook een uitbreiding van de handel en nijverheid, die komt in handen van zeer grote ondernemingen waardoor kleine handelaars
& ambachtslui in de stad en in Rome weggeconcurreerd gaan worden en in de marge van de SV terecht gaan komen.
- gevolg = grote groep/ groeiende stadsproletariaat gaat krijgen die eerder in de marge vd SV leven.
- Daar staat tegenover dat er ook een aantal hogere klassen hebt, namelijk ridder en senaat stand. Dit zijn de belangrijkste hoge
klassen. Die tegenstelling tussen die 2 zal een ideale voedingsbodem worden voor sociale onrusten in de eeuwen die volgen.
,dia 4:
bestuurlijke implicatie = de senaat ( het belangrijkste bestuursorgaan in de Republiek ) gaat langzaam aan haar greep op het bestuur & Rijk
verliezen.
Hier speelt de oprichting van een beroepsleger een rol, waardoor je allemaal soldaten krijgt die eigenlijk eerder trouw zijn aan de generaal waar
ze voor werken en waar ze voor betaald worden dan dat ze nog trouw gaan zijn aan de Republiek of aan de senaat bv. daar verliest de Senaat de
greep op het leger zelf. Dit wordt ook nog eens versterkt door de afstand die er is tussen de Senaat in Rome enerzijds & die legers die met die
expansie bezig zijn en zich vooral in de grensgebieden bevinden ver weg van Rome en zich heel nauw verbonden voelen met die generaals
waarvoor ze werken. vb; Julius Caesar.
- in de 1ste eeuw v.C., de bevelhebbers van die legioenen zoals Julius Caesar dat dat eigenlijk de echte machthebbers worden in die
Romeinse republiek en dat gaat ten koste van de Senaat.
Senaat zelf heeft nog te kampen met interne verdeeldheid want je krijgt nu 2 groepen binnen de senaat:
- optimates
- populares
Dit heeft een beetje te maken met die tegenstelling tussen het proletariaat en de hogere standen. Er is een radicale progressieve minderheid
binnen de senaat die veel MEER wil doen voor de mensen die in de marge vd SV leven. Ze willen:
- landhervormingen
- uitbreiding burgerrecht
- graan verdelingen
Dit is een beetje tegen de zin van de conservatieve meerderheid die je nog in de senaat hebt, de senaatspartij of de optimates.
dia 5:
de sociale en bestuurlijke implicaties gaan er voor zorgen dat de eerste en tweede eeuw v.C dat je die kan karakteriseren als een ZEER onstabiele
periode, een periode van politieke onrust en regelrechte burgeroorlogen.
- er komt een einde aan deze woelige periode aan het einde van 31 v.C bij de slag bij Actium waar de octavianus (een man uit tweede
triumviraat) zijn tegenstander Marcus Antonius en die zijn minnares Cleopatra (koningin van Egypte) verslaat in een veldslag.
- Uiteindelijk wordt dan ook Egypte onderdeel van het Romeinse Rijk.
, - Octavianus keert na 4 jaar terug naar Rome na die slag, wordt daar als een held onthaald want hij heeft de orde weten te herstellen en
terug rust gebracht. Hij is de redder van de republiek, en krijgt de naam AUGUSTUS = betekent “verhevene”
Die Augustus had op dat moment redelijk veel macht, maar hij legt die macht die hij had terug bij het volk/senaat en hij wordt zelf terug een
senator MAAR geen gewone senator. Want iedereen is zo tevreden dat hij de orde heeft weten te kunnen herstellen dat ze hem toch een aantal
bevoegdheden gaan geven waardoor hij de leiding en het bestuur in handen kan nemen om ervoor te zorgen dat die orde bewaard blijft.
Dus je kan hem omschrijven als princeps inter pares = de eerste onder gelijken. Hij is de eerste onder zijn gelijken. dus een senator maar
een bijzondere senator. Hij is nog GEEN ALLEENHEERSER. er is nog sprake van dyarchie.
- Er volgt een periode dat men de pax Romana/ Romeinse vrede noemt, een bloeiperiode, politieke rust, economische bloei,... die volgt.
dia 6:
situatie van RR in 27 v.C.
dia 7:
men blijft nog uitbreiden tot ongv 117 na christus. En dan heb je keizer Hadrianus die politiek gaat voeren van consolidatie, het hoeft niet
groter te worden.
dia 8:
Dat keizerrijk waar we nu in beland zijn zullen we opdelen in 2 periodes.
1. principaat
2. dominaat
Principaat komt van princeps. Augustes, die de princeps inter pares is, is de meest invloedrijke. Wat er tijdens dat principaat gebeurt is dat
Augustes zich langzaam aan gaat ontwikkelen tot een daadwerkelijke alleenheerser die bijna alle macht in handen heeft MAAR hij gaat telkens
de schijn op houden dat Rome of Het keizerrijk op dat moment nog dyarchie is dus dat er 2 instellingen nog belangrijk zijn namelijk:
- de princeps