SV Romeins Recht AJ 2024-25 Sofie Declerck
KUL Campus Brussel
Romeins Recht
Hoofdstuk 1: Inleiding: De wetenschap van het Romeinse
recht
- Waarom Romeins recht?
Maatschappij verandert, maar de juridische vragen blijven hetzelfde
RR is de basis v Europees privaatrecht: alle burgerlijke wetboeken zijn
gebaseerd op RR
Keizer v Rome in 6e E = Justinianus AKA “De wetgever van Europa” omdat zijn
wetgeving (Corpus Iuris Civilis, verzameling vh civiele recht, gebaseerd op het
RR) een grote invloed heeft op die van ons
- Verschil bezit – eigendom
Bezit = feitelijke macht over een zaak met de wil die zaak voor je te houden
Eigendom = rechthebbende eigenaar
- Einde 11e E in Bologna (Italië): stichting eerste universiteiten
Namen als 1 vd eerste vakken RR op zoals Justinianus het had gecodificeerd,
herontdekten het RR zoals J het had opgenomen in zijn CJC
- 1425: KUL gesticht met ook RR 1 vd eerste vakken
Filips de Goede ondersteunde dit want wilde het plaatselijke recht hervormen
- Ius commune
= gemeenschappelijke recht
= term voor RR in de ME tot 19e E
= combinatie van 80% RR en 20% kerkelijk recht
Van 11e tot 19e E: RR in Europa, nl. het ius commune
Bij geschil, eerst kijken naar lokaal recht (als geen oplossing bood voor
geschil) dan kijken naar RR
o Lokale recht was zeer beperkt en bood dus weinig oplossingen in bv
privaatrecht => bijna altijd oplossing uit RR halen
- Veel romanisten waren zelf bezig met de politiek: dubbele functies
Gillaume Durand: belangrijk voor procesrecht én ook bestuurder v Romagna
Viglius v Aytta: humanist die RRelijke teksten uitgaf én belangrijk staatsman
vd Nederlanden
Hugo Grotius: vader vh natuurrecht
Friedrich Carl von Savigny: Duitse rechtshistoricus en romanist én minister in
Pruisen
o = reden waarom het voor Duitsland zo lang duurde om een BW te
krijgen
o = stichter vd historische school
= misleidende term want het doel vd school ≠ geschiedenis
bekijken, geschiedenis was een middel om RR te gebruiken in de
huidige tijd
- 2 benaderingen van de studie van rechtsgeschiedenis
o Applicative legal history
Juridische wijze om rechtsgeschiedenis te bestuderen
Je gebruikt RR als hulpmiddel om huidige juridische problemen op te
lossen, geïnteresseerd in de toepassing vh RR
,SV Romeins Recht AJ 2024-25 Sofie Declerck
KUL Campus Brussel
Vertegenwoordiger van die beweging:
Bartolus:
o 14e Ese jurist
o Schreef veel commentaren op de CJC
o Zijn benadering = mos italicus: RR gebruiken voor het
oplossen van huidige problemen (vb van applicative
legal history)
Friedrich Carl von Savigny:
o 18e E
o Schreef System des heutigen römischen Rechts: RR in
zijn tijd MAAR was ook geïnteresseerd in geschiedenis
o Gebruikte ook contemplative legal history BEIDE
o Contemplative legal history
Historische wijze om rechtsgeschiedenis te bestuderen
Niet geïnteresseerd in toepassen vh RR maar kijken naar hoe
Romeinse juristen toen werkten, trekken gn conclusies voor het
huidige recht, kijken louter naar de geschiedenis
Vertegenwoordigers vd beweging:
Humanisten (15e - 16e E):
o Wilden oorspronkelijke teksten reconstrueren (terug
naar de oudheid)
Jacques Cujas (16e E):
o Zijn benadering heet de mos gallicus (= vb v
contemplative legal history)
Neohumanisten zoals Otto Lenel (Palingenesia Iuris Civilis):
o De PIC is een reconstructie ve belangrijke R wet
(vergelijkt ≠ handschriften om de oorspronkelijke tekst
te benaderen)
o In PIC werden interpollaties (= latere toevoegingen aan
de oorspronkelijke tekst door latere generaties) eruit
gehaald om terug te gaan naar de oorspronkelijke tekst
- Taal v RR is vnl Latijn, soms ook Grieks of een andere taal zoals Koptisch
o Bv Papyri van Oxyrhynchus: staan juridische documenten in zoals
testamenten, leenovereenkomsten, …
- Alle bronnen vóór 1450 (uitvinding boekdrukkunst) zijn handschriften (heel soms
inscripties)
2 hulpwetenschappen om die handschriften te bestuderen:
o Paleografie
Wetenschap over geschrift zelf vh handschrift
o Codicologie
Wetenschap over externe kenmerken ve handschrift
Bv inkt, hoe gebundeld
- Fragment (dia 17) < Littera florentina < digesten < CJC
o CJC bestond uit 4 delen, waarvan 1 = digesten (= bloemlezing v
geschriften v bekende romeinse juristen)
o Dit stuk is het enige handschrift dat bewaard is van de wetgeving van J
o Dit stuk is van Pomponius
- We hebben nt zo veel oude handschriften want in 9e E zijn bijna alle oude HSen
omgezet in een nieuw schrift (de Karolingische minuskel)
,SV Romeins Recht AJ 2024-25 Sofie Declerck
KUL Campus Brussel
o Deze omzetting heet transliteratie
Voordeel (vooral voor theologische en literaire geschriften)
Eenvoudiger te leren
Nam minder plaats in (goed want papyrus uit dierenhuid =
duur dus duurzaam mee omgaan)
Makkelijker te lezen
Sneller te schrijven
Nadeel
Juridische geschriften werden niet omgezet en gingen dus
verloren (want er was gn interesse in oude rechtspraak)
o Deze periode van transliteratie heet de Karolingische Renaissance
- Papyrus dus gemaakt uit dierenhuiden => zeer duur => recycleren door 2 lagen
te schrijven: palimpsest
o 1 zeer belangrijke tekst geschreven in palimpsest: Instituten van Romeinse
jurist Gaius
In 1815 ontdekte een Duitse geleerde onder een andere laag
geschrift dit beroemde werk uit de 2e E
Dit is de enige tekst die we hebben in zijn geheel, andere teksten
zijn telkens slechts fragmenten die we bezitten
- Om een oorspronkelijke tekst zo goed mogelijk te reconstrueren (en dus
teksteditie/ kritische uitgave te bereiken), moesten alle HSen van die bron
o Verzameld w
o Die onderling vergeleken w
o De tekst aanvullen
Want doordat met de hand geschreven: soms foutjes
Bv homoioteleuton
: 2 afzonderlijke regels eindigen met hetzelfde woord
waardoor de kopiist de tussen gelegen tekst per ongeluk kan
weglaten
o Hierdoor ontbreken stukken tekst in sommige
manuscripten
- 19 E: Theodor Mommsen maakte laatste standaardeditie vd CJC
e
, SV Romeins Recht AJ 2024-25 Sofie Declerck
KUL Campus Brussel
DEEL 1: Externe rechtsgeschiedenis
Hoofstuk 2: Overzicht vd uitwendige geschiedenis en de
bronnen vh Romeinse Recht
1) Het koninkrijk: 8e/7e E – 509 vC
- Volgens de legende gesticht door Romulus en Remus
- 7 koningen gehad: Romulus – Tarquinibus Superbus, koning had absolute macht
- Vanuit die periode: nt veel over, wel verwijzingen naar “koningswetten” of “leges
regiae”
o Ius papirinianum = collectie vd koningswetten, nt bewaard
o Vb ve lex regiae: de lapis niger: zwart marmeren altaar met mogelijke
koningswet op
- 2 concepten uit die periode:
o Mancipatio
= heel formele wijze van eigendomsoverdracht (klein toneelstukje:
want bepaalde handelingen, woorden op voorhand vastgelegd)
o Familia
= klein bedrijfje met de pater familias (oudste man, enige die
vermogen kon hebben) aan het hoofd
2) De republiek: 509 – 27 vC
Lucretia w verkracht door zoon vd koning, volk w boos en jaagt koninklijke familie
weg,
einde koningstijd
Verdeling vd macht over meerdere instanties (senaat, volksvergadering)
2a) De vroege republiek: 509 – 367 vC
- 2 consuls aan macht voor 1 jaar (elkaar controleren en macht beperken)
- 2 grote bevolkingsgroepen in Rome:
o Patriciërs: rijke families, eerst konden alleen zij consul w
o Plebejers: nt zoveel rechten
=> sociale strijd
- 4 bepalende fasen waarin plebejers steeds meer rechten kregen:
1) 495 vC: Staking plebejers
Plebejers staken + dreigen nieuwe stad te stichten (zou
dramatisch zijn voor patriciërs want enkel de plebejers werkten
op land enzo)
Plebejers verkrijgen
o Volkstribunen te hebben
o Veto recht: konden wetten voorkomen maar niet zelf
voorstellen
2) 450 vC: 12tafelenwet
Enkel patriciërs konden priesters zijn en enkel priesters konden
rechter w + wet w niet opgeschreven nt gekend bij
plebejers (nadeel in rechtzaken)
Plebejers verkrijgen
KUL Campus Brussel
Romeins Recht
Hoofdstuk 1: Inleiding: De wetenschap van het Romeinse
recht
- Waarom Romeins recht?
Maatschappij verandert, maar de juridische vragen blijven hetzelfde
RR is de basis v Europees privaatrecht: alle burgerlijke wetboeken zijn
gebaseerd op RR
Keizer v Rome in 6e E = Justinianus AKA “De wetgever van Europa” omdat zijn
wetgeving (Corpus Iuris Civilis, verzameling vh civiele recht, gebaseerd op het
RR) een grote invloed heeft op die van ons
- Verschil bezit – eigendom
Bezit = feitelijke macht over een zaak met de wil die zaak voor je te houden
Eigendom = rechthebbende eigenaar
- Einde 11e E in Bologna (Italië): stichting eerste universiteiten
Namen als 1 vd eerste vakken RR op zoals Justinianus het had gecodificeerd,
herontdekten het RR zoals J het had opgenomen in zijn CJC
- 1425: KUL gesticht met ook RR 1 vd eerste vakken
Filips de Goede ondersteunde dit want wilde het plaatselijke recht hervormen
- Ius commune
= gemeenschappelijke recht
= term voor RR in de ME tot 19e E
= combinatie van 80% RR en 20% kerkelijk recht
Van 11e tot 19e E: RR in Europa, nl. het ius commune
Bij geschil, eerst kijken naar lokaal recht (als geen oplossing bood voor
geschil) dan kijken naar RR
o Lokale recht was zeer beperkt en bood dus weinig oplossingen in bv
privaatrecht => bijna altijd oplossing uit RR halen
- Veel romanisten waren zelf bezig met de politiek: dubbele functies
Gillaume Durand: belangrijk voor procesrecht én ook bestuurder v Romagna
Viglius v Aytta: humanist die RRelijke teksten uitgaf én belangrijk staatsman
vd Nederlanden
Hugo Grotius: vader vh natuurrecht
Friedrich Carl von Savigny: Duitse rechtshistoricus en romanist én minister in
Pruisen
o = reden waarom het voor Duitsland zo lang duurde om een BW te
krijgen
o = stichter vd historische school
= misleidende term want het doel vd school ≠ geschiedenis
bekijken, geschiedenis was een middel om RR te gebruiken in de
huidige tijd
- 2 benaderingen van de studie van rechtsgeschiedenis
o Applicative legal history
Juridische wijze om rechtsgeschiedenis te bestuderen
Je gebruikt RR als hulpmiddel om huidige juridische problemen op te
lossen, geïnteresseerd in de toepassing vh RR
,SV Romeins Recht AJ 2024-25 Sofie Declerck
KUL Campus Brussel
Vertegenwoordiger van die beweging:
Bartolus:
o 14e Ese jurist
o Schreef veel commentaren op de CJC
o Zijn benadering = mos italicus: RR gebruiken voor het
oplossen van huidige problemen (vb van applicative
legal history)
Friedrich Carl von Savigny:
o 18e E
o Schreef System des heutigen römischen Rechts: RR in
zijn tijd MAAR was ook geïnteresseerd in geschiedenis
o Gebruikte ook contemplative legal history BEIDE
o Contemplative legal history
Historische wijze om rechtsgeschiedenis te bestuderen
Niet geïnteresseerd in toepassen vh RR maar kijken naar hoe
Romeinse juristen toen werkten, trekken gn conclusies voor het
huidige recht, kijken louter naar de geschiedenis
Vertegenwoordigers vd beweging:
Humanisten (15e - 16e E):
o Wilden oorspronkelijke teksten reconstrueren (terug
naar de oudheid)
Jacques Cujas (16e E):
o Zijn benadering heet de mos gallicus (= vb v
contemplative legal history)
Neohumanisten zoals Otto Lenel (Palingenesia Iuris Civilis):
o De PIC is een reconstructie ve belangrijke R wet
(vergelijkt ≠ handschriften om de oorspronkelijke tekst
te benaderen)
o In PIC werden interpollaties (= latere toevoegingen aan
de oorspronkelijke tekst door latere generaties) eruit
gehaald om terug te gaan naar de oorspronkelijke tekst
- Taal v RR is vnl Latijn, soms ook Grieks of een andere taal zoals Koptisch
o Bv Papyri van Oxyrhynchus: staan juridische documenten in zoals
testamenten, leenovereenkomsten, …
- Alle bronnen vóór 1450 (uitvinding boekdrukkunst) zijn handschriften (heel soms
inscripties)
2 hulpwetenschappen om die handschriften te bestuderen:
o Paleografie
Wetenschap over geschrift zelf vh handschrift
o Codicologie
Wetenschap over externe kenmerken ve handschrift
Bv inkt, hoe gebundeld
- Fragment (dia 17) < Littera florentina < digesten < CJC
o CJC bestond uit 4 delen, waarvan 1 = digesten (= bloemlezing v
geschriften v bekende romeinse juristen)
o Dit stuk is het enige handschrift dat bewaard is van de wetgeving van J
o Dit stuk is van Pomponius
- We hebben nt zo veel oude handschriften want in 9e E zijn bijna alle oude HSen
omgezet in een nieuw schrift (de Karolingische minuskel)
,SV Romeins Recht AJ 2024-25 Sofie Declerck
KUL Campus Brussel
o Deze omzetting heet transliteratie
Voordeel (vooral voor theologische en literaire geschriften)
Eenvoudiger te leren
Nam minder plaats in (goed want papyrus uit dierenhuid =
duur dus duurzaam mee omgaan)
Makkelijker te lezen
Sneller te schrijven
Nadeel
Juridische geschriften werden niet omgezet en gingen dus
verloren (want er was gn interesse in oude rechtspraak)
o Deze periode van transliteratie heet de Karolingische Renaissance
- Papyrus dus gemaakt uit dierenhuiden => zeer duur => recycleren door 2 lagen
te schrijven: palimpsest
o 1 zeer belangrijke tekst geschreven in palimpsest: Instituten van Romeinse
jurist Gaius
In 1815 ontdekte een Duitse geleerde onder een andere laag
geschrift dit beroemde werk uit de 2e E
Dit is de enige tekst die we hebben in zijn geheel, andere teksten
zijn telkens slechts fragmenten die we bezitten
- Om een oorspronkelijke tekst zo goed mogelijk te reconstrueren (en dus
teksteditie/ kritische uitgave te bereiken), moesten alle HSen van die bron
o Verzameld w
o Die onderling vergeleken w
o De tekst aanvullen
Want doordat met de hand geschreven: soms foutjes
Bv homoioteleuton
: 2 afzonderlijke regels eindigen met hetzelfde woord
waardoor de kopiist de tussen gelegen tekst per ongeluk kan
weglaten
o Hierdoor ontbreken stukken tekst in sommige
manuscripten
- 19 E: Theodor Mommsen maakte laatste standaardeditie vd CJC
e
, SV Romeins Recht AJ 2024-25 Sofie Declerck
KUL Campus Brussel
DEEL 1: Externe rechtsgeschiedenis
Hoofstuk 2: Overzicht vd uitwendige geschiedenis en de
bronnen vh Romeinse Recht
1) Het koninkrijk: 8e/7e E – 509 vC
- Volgens de legende gesticht door Romulus en Remus
- 7 koningen gehad: Romulus – Tarquinibus Superbus, koning had absolute macht
- Vanuit die periode: nt veel over, wel verwijzingen naar “koningswetten” of “leges
regiae”
o Ius papirinianum = collectie vd koningswetten, nt bewaard
o Vb ve lex regiae: de lapis niger: zwart marmeren altaar met mogelijke
koningswet op
- 2 concepten uit die periode:
o Mancipatio
= heel formele wijze van eigendomsoverdracht (klein toneelstukje:
want bepaalde handelingen, woorden op voorhand vastgelegd)
o Familia
= klein bedrijfje met de pater familias (oudste man, enige die
vermogen kon hebben) aan het hoofd
2) De republiek: 509 – 27 vC
Lucretia w verkracht door zoon vd koning, volk w boos en jaagt koninklijke familie
weg,
einde koningstijd
Verdeling vd macht over meerdere instanties (senaat, volksvergadering)
2a) De vroege republiek: 509 – 367 vC
- 2 consuls aan macht voor 1 jaar (elkaar controleren en macht beperken)
- 2 grote bevolkingsgroepen in Rome:
o Patriciërs: rijke families, eerst konden alleen zij consul w
o Plebejers: nt zoveel rechten
=> sociale strijd
- 4 bepalende fasen waarin plebejers steeds meer rechten kregen:
1) 495 vC: Staking plebejers
Plebejers staken + dreigen nieuwe stad te stichten (zou
dramatisch zijn voor patriciërs want enkel de plebejers werkten
op land enzo)
Plebejers verkrijgen
o Volkstribunen te hebben
o Veto recht: konden wetten voorkomen maar niet zelf
voorstellen
2) 450 vC: 12tafelenwet
Enkel patriciërs konden priesters zijn en enkel priesters konden
rechter w + wet w niet opgeschreven nt gekend bij
plebejers (nadeel in rechtzaken)
Plebejers verkrijgen