Oude examenvragen Neurowetenschappen
Waar niet/ waar vragen
Vraag 1: ‘tics’ maken deel uit van cerebellum?
Niet waar, tics zijn een hyperkinetisch fenomeen en dit wordt gestuurd door
ontregelde basale ganglia.
Vraag 2: Tics: hyperkinesie door probleem striatum
Waar, tics zijn een hyperkinetisch fenomeen en dit wordt gestuurd door ontregelde
basale ganglia. Striatum is een deel van basale ganglia.
Vraag 3: decrebatie-stijfheid kan verminderen door een
aantal zenuwuiteinden door te knippen; verdoving dorsale hoorn en
stijfheid nekspieren?
Waar, stijfheid wordt deels veroorzaakt door sensorische feedback, en door deze te
blokkeren verdwijnt een deel van de hypertonie.
Vraag 4: Laesie nervus opticus thv nasaal deel retina:
Pupilreflex verandert?
Waar, pupilreflex kan nog steeds optreden, maar minder sterk als het licht precies in
het defecte deel valt. Geen volledige afwezigheid van reflex zoals bij een volledige
nervus-opticus-laesie.
Vraag 5: smaakreceptoren worden geprikkeld bij alle stoffen?
Niet waar, de receptoren vangen niet algemeen alle stoffen op, maar er bestaan
specifieke receptoren die hun bijhorende smaak zullen opnemen (zout, zuur…)
Vraag 6: Spinocerebellum is zowel sensorisch als motorisch
Waar, het ontvangt sensorische input en verstuurt motorische output.
Vraag 7: pontocerebellum motorische controle en autonome functie
Niet waar, het is wel verantwoordelijk voor motorische controle maar niet voor
autonome functies.
Vraag 8: Motorisch geheugen enkel door motorische cortex
Niet waar, de engrammen bevinden zich in de somatosensorische cortex.
Vraag 9: Cerebellum belangrijk voor motorisch leren
Waar, cerebellum is belangrijk voor finetuning, coördinatie en aanleren van nieuwe
taken.
Vraag 10: Motorische geheugen ligt enkel en alleen in de motorische
cortex
, Niet waar, de engrammen bevinden zich in de somatosensorische cortex.
Vraag 11: Formatio reticularis zit in hersenstam en beïnvloed basale
ganglia
Niet waar, de locatie is juist maar de beïnvloeding is omgekeerd.
Vraag 12: Stria vascularis beïnvloed evenwicht
Niet waar, de primaire functie is voor het gehoor.
Vraag 13: lokalisatie van een geluid: colliculus superior belangrijke rol
Niet waar, lokalisatie van geluid: colliculus INFERIOR (visueel reflexen = superior)
Vraag 14: oogbewegingen door colliculi inferior
Niet waar, wel door colliculi SUPERIOR
Vraag 15: Parallax: door beweging oogbollen gaat men door interpositie
plaats bepalen
Waar, parallax is het verschil in waarneming van een object wanneer het oog of de
waarnemingspositie verandert. Door bewegende oogbollen kan het brein afstand en
diepte inschatten op basis van interpositie: welk object voor of achter ligt ten opzichte
van een ander.
Vraag 16: Bij nystagmus draait de oogbol tegengesteld aan de beweging
van het hoofd, maar bij hele snelle hoofdbewegingen niet en dit wordt
gecontroleerd door het cerebellum
Waar, bij snelle bewegingen kan de vestibulo-occulaire reflex niet volgen en
cerebellum speelt een sleutelrol in het afstemmen van deze reflex
Vraag 17: Temperatuursensoren adapteren weinig zodat je altijd
waarheidsgetrouw de temperatuur aanvoelt
Niet waar, temperatuursensoren zijn vrije zenuwuiteinden. Die adapteren zeer snel
om zo snel een verandering van temperatuur te voelen.
Vraag 18: lichaam vater pacini kan snel reageren/adapteren bij
huidverschuiving
Waar, het ligt in een dermale papil. Het is gevoelig aan trillingen en adapteert snel.
Vraag 19: iets met golgi-peeslichaam en 1A afferente vezels
Niet waar, het golgi-peeslichaam is gewricht gerelateerd en daarbij behoren de 1B-
afferente vezels.
Vraag 20: Thermosensoren adapteren niet zodat ze juiste temperatuur
kunnen doorgeven
, Niet waar, temperatuursensoren zijn vrije zenuwuiteinden. Die adapteren zeer snel
om zo snel een verandering van temperatuur te voelen.
Vraag 21: Cerebellum maakt gebruik van sensorische cortex bij aanleren
Waar, het ontvangt input van de sensorische cortex.
Vraag 22: Colliculi superior belangrijk bij spatiele analyse
Niet waar, spatiele analyse hoort bij het gehoor en hierbij speelt de colliculus
INFERIOR een belangrijke rol.
Vraag 23: Spasticiteit door overactiviteit golgi-pees orgaan
Niet waar, spasticiteit is door een probleem met de gamma-motorneuronen waardoor
de reflexboog wordt geactiveerd.
Vraag 24: Basale ganglia zijn betrokkken in de planning van bewegingen
Waar, basale ganglia werkt samen met motorische cortex en cerebellum voor de
planning van bewegingen. BG = gewenste beweging faciliteren.
Vraag 25: RAS systeem nodig voor geheugen en aandacht
Waar, RAS speelt een belangrijke rol in regelen van bewustzijnsniveau. Hierdoor is
het nodig voor aandact + focus, bewustzijn en reactie op stimuli.
Open vragen
Pontocerebellum (motorisch)
Verbinding tussen pons en cerebellum. Het zorgt voor coördinatie en planning van de
bewegingen van de ledematen. Er komt sensorische info binnen en tegelijk ook een
handelingsplan vanuit de motorische cortex. De intentie van de beweging en de
uitvoering worden met elkaar vergeleken. Het berekent de correcties en stuur deze
door via de alfa- en gammaneuronen via de thalamus terug naar de motorische cortex.
Van hieruit vertrekken er neuronen naar RM en zo naar de specifieke spier. Zo is er
bijsturing mogelijk. Er is een sterke sensomotorische samenwerking.
Spinocerebellum (sensorisch)
Deel van het cerebellum. Het verstuurt info van cerebellum naar de nucleus ruber. De
nucleus ruber is een schakel die info verder naar de alfa- en gamma-
motorneuronpolen. Het zorgt voor axiale musculatuur en houding en heeft interactie
met de formatio reticularis (hersenstam). In deze kern is het RAS systeem gelegen.
Spinocerebellum ontvangt sensorische input vanuit afferente banen uit RM en vanuit
proprioceptoren. De sensorische input en intentie worden vergeleken. Daarna worden
er correcte signalen verstuurd via motorneuronen. Er is een sterke sensomotorische
samenwerking.
Waar niet/ waar vragen
Vraag 1: ‘tics’ maken deel uit van cerebellum?
Niet waar, tics zijn een hyperkinetisch fenomeen en dit wordt gestuurd door
ontregelde basale ganglia.
Vraag 2: Tics: hyperkinesie door probleem striatum
Waar, tics zijn een hyperkinetisch fenomeen en dit wordt gestuurd door ontregelde
basale ganglia. Striatum is een deel van basale ganglia.
Vraag 3: decrebatie-stijfheid kan verminderen door een
aantal zenuwuiteinden door te knippen; verdoving dorsale hoorn en
stijfheid nekspieren?
Waar, stijfheid wordt deels veroorzaakt door sensorische feedback, en door deze te
blokkeren verdwijnt een deel van de hypertonie.
Vraag 4: Laesie nervus opticus thv nasaal deel retina:
Pupilreflex verandert?
Waar, pupilreflex kan nog steeds optreden, maar minder sterk als het licht precies in
het defecte deel valt. Geen volledige afwezigheid van reflex zoals bij een volledige
nervus-opticus-laesie.
Vraag 5: smaakreceptoren worden geprikkeld bij alle stoffen?
Niet waar, de receptoren vangen niet algemeen alle stoffen op, maar er bestaan
specifieke receptoren die hun bijhorende smaak zullen opnemen (zout, zuur…)
Vraag 6: Spinocerebellum is zowel sensorisch als motorisch
Waar, het ontvangt sensorische input en verstuurt motorische output.
Vraag 7: pontocerebellum motorische controle en autonome functie
Niet waar, het is wel verantwoordelijk voor motorische controle maar niet voor
autonome functies.
Vraag 8: Motorisch geheugen enkel door motorische cortex
Niet waar, de engrammen bevinden zich in de somatosensorische cortex.
Vraag 9: Cerebellum belangrijk voor motorisch leren
Waar, cerebellum is belangrijk voor finetuning, coördinatie en aanleren van nieuwe
taken.
Vraag 10: Motorische geheugen ligt enkel en alleen in de motorische
cortex
, Niet waar, de engrammen bevinden zich in de somatosensorische cortex.
Vraag 11: Formatio reticularis zit in hersenstam en beïnvloed basale
ganglia
Niet waar, de locatie is juist maar de beïnvloeding is omgekeerd.
Vraag 12: Stria vascularis beïnvloed evenwicht
Niet waar, de primaire functie is voor het gehoor.
Vraag 13: lokalisatie van een geluid: colliculus superior belangrijke rol
Niet waar, lokalisatie van geluid: colliculus INFERIOR (visueel reflexen = superior)
Vraag 14: oogbewegingen door colliculi inferior
Niet waar, wel door colliculi SUPERIOR
Vraag 15: Parallax: door beweging oogbollen gaat men door interpositie
plaats bepalen
Waar, parallax is het verschil in waarneming van een object wanneer het oog of de
waarnemingspositie verandert. Door bewegende oogbollen kan het brein afstand en
diepte inschatten op basis van interpositie: welk object voor of achter ligt ten opzichte
van een ander.
Vraag 16: Bij nystagmus draait de oogbol tegengesteld aan de beweging
van het hoofd, maar bij hele snelle hoofdbewegingen niet en dit wordt
gecontroleerd door het cerebellum
Waar, bij snelle bewegingen kan de vestibulo-occulaire reflex niet volgen en
cerebellum speelt een sleutelrol in het afstemmen van deze reflex
Vraag 17: Temperatuursensoren adapteren weinig zodat je altijd
waarheidsgetrouw de temperatuur aanvoelt
Niet waar, temperatuursensoren zijn vrije zenuwuiteinden. Die adapteren zeer snel
om zo snel een verandering van temperatuur te voelen.
Vraag 18: lichaam vater pacini kan snel reageren/adapteren bij
huidverschuiving
Waar, het ligt in een dermale papil. Het is gevoelig aan trillingen en adapteert snel.
Vraag 19: iets met golgi-peeslichaam en 1A afferente vezels
Niet waar, het golgi-peeslichaam is gewricht gerelateerd en daarbij behoren de 1B-
afferente vezels.
Vraag 20: Thermosensoren adapteren niet zodat ze juiste temperatuur
kunnen doorgeven
, Niet waar, temperatuursensoren zijn vrije zenuwuiteinden. Die adapteren zeer snel
om zo snel een verandering van temperatuur te voelen.
Vraag 21: Cerebellum maakt gebruik van sensorische cortex bij aanleren
Waar, het ontvangt input van de sensorische cortex.
Vraag 22: Colliculi superior belangrijk bij spatiele analyse
Niet waar, spatiele analyse hoort bij het gehoor en hierbij speelt de colliculus
INFERIOR een belangrijke rol.
Vraag 23: Spasticiteit door overactiviteit golgi-pees orgaan
Niet waar, spasticiteit is door een probleem met de gamma-motorneuronen waardoor
de reflexboog wordt geactiveerd.
Vraag 24: Basale ganglia zijn betrokkken in de planning van bewegingen
Waar, basale ganglia werkt samen met motorische cortex en cerebellum voor de
planning van bewegingen. BG = gewenste beweging faciliteren.
Vraag 25: RAS systeem nodig voor geheugen en aandacht
Waar, RAS speelt een belangrijke rol in regelen van bewustzijnsniveau. Hierdoor is
het nodig voor aandact + focus, bewustzijn en reactie op stimuli.
Open vragen
Pontocerebellum (motorisch)
Verbinding tussen pons en cerebellum. Het zorgt voor coördinatie en planning van de
bewegingen van de ledematen. Er komt sensorische info binnen en tegelijk ook een
handelingsplan vanuit de motorische cortex. De intentie van de beweging en de
uitvoering worden met elkaar vergeleken. Het berekent de correcties en stuur deze
door via de alfa- en gammaneuronen via de thalamus terug naar de motorische cortex.
Van hieruit vertrekken er neuronen naar RM en zo naar de specifieke spier. Zo is er
bijsturing mogelijk. Er is een sterke sensomotorische samenwerking.
Spinocerebellum (sensorisch)
Deel van het cerebellum. Het verstuurt info van cerebellum naar de nucleus ruber. De
nucleus ruber is een schakel die info verder naar de alfa- en gamma-
motorneuronpolen. Het zorgt voor axiale musculatuur en houding en heeft interactie
met de formatio reticularis (hersenstam). In deze kern is het RAS systeem gelegen.
Spinocerebellum ontvangt sensorische input vanuit afferente banen uit RM en vanuit
proprioceptoren. De sensorische input en intentie worden vergeleken. Daarna worden
er correcte signalen verstuurd via motorneuronen. Er is een sterke sensomotorische
samenwerking.