4 casussen, elk 10 punten. ➔ 10/20 punten totaal
GEEF BIJ IEDERE VRAAG DUIDELIJK JE REDENERING, VAAAK MEERDERE GOEDE
ANTWOORDEN, MOET WEL KUNNEN UITLEGGEN WAAROM JE DAARVOOR KIEST,
SOMS IS EEN FOUT ANTWOORD OOK PUNTEN WAARD OMDAT JE REDENERING
WEL GEWOON CORRECT IS.
VRAAG 1.1
Melkveebedrijf. Jongste kalveren staan achteraan de melkstal. De kalverboxen
zijn oud, moeilijk te reinigen en desinfecteren. Veel diarreeproblemen bij kalveren
van 10dagen tot 4weken oud. Een nieuwe huisvesting is gewenst, teken/beschrijf
in detail een nieuwe huisvesting optimaal voor kalveren tot 4weken oud. Houdt
rekening met de wintermaanden, windrichting, afwatering en bodembedekking.
Geef aan hoe deze huisvesting zorgt voor ondersteuning van de gezondheid en
welzijn van de kalveren.
Buiteniglo’s (optimale ventilatie, lage ziektedruk),
Meeste wind van Westen, koudste wind van Noorden ➔ opening iglo naar Zuid-
Oosten plaatsen (veel zon, weinig neerslag, droge stal).
Individuele iglo’s ➔ infectiedruk diarree verminderen, wel minder goed voor
dierenwelzijn.
Iglo’s minimaal 1m uit elkaar.
Elke iglo aparte emmers.
de bodembedekking en wintermaanden ➔ dikke laag stro.
Afwatering ➔ naar achterkant iglo toe, voeding gebeurt vooraan, passage
gebeurd vooraan.
VRAAG 1.2
Biestbeleid is een andere belangrijke manier om diarree te voorkomen. Er is
twijfel over de kwaliteit van de biest van vaarzen die kalven.
geef 1 manier waarop de biestkwaliteit kan gemeten worden na kalving. Hoe
interpreteer je dit? En hoe weet je hoeveel biest een kalf moet krijgen aan de
hand van de biestkwaliteit?
Met een colostrometer meet men de kwaliteit, gebruikmakend van de dichtheid.
Hoe dieper de meter zakt, hoe lager de dichtheid, hoe lager de kwaliteit. Hiermee
schat je de hoeveelheid gram immunoglobilines er per liter in zit.
Er zijn verschillende methodes om biestkwaliteit te meten, maar het komt
uiteindelijk allemaal op het zelfde neer, het meet de dichtheid van de biest en
daarmee de kwaliteit.
Kwaliteitsvolle biest bevat minstens 50g immunoglobulines per liter, 200g
immunoglobulines /dag/kalf nodig. Hier geeft men dus 4liter biest/dag/kalf
,VRAAG 1.3
Kalf van 14dagen, 50kg. Op enkele uren tijd hevige, waterige diarree met
bloedbijmening. Wilt niet meer rechtstaan, slecht zuigreflex, muil en ledematen
voelen koud aan. Ogen er verdiept. Duidelijk vertraagde turgor.
10% uitgedroogd
VRAAG 1.3.1
Wat zijn 3 mogelijke oorzaken van de bloederige diarree bij kalveren van deze
leeftijd?
cryptosporidiose, BVD virus, Salmonella, Rotavirus
VRAAG 1.3.2
Welke specifieke test kan men doen op de mest om de veroorzaker van de
diarree te achterhalen?
ELISA antigen test --> rainbow test
VRAAG 1.3.3
Je beslist elektrolyten op te gieten met een slokdarmsonde. Bereken de
hoeveelheid vocht die je zal geven, over hoeveel beurten?
50kg, 10% uitdroging ➔ 50/10 = 5L tekort
Onderhoud = 50kg * 50mL = 2.5L onderhoud
Te verwacht verlies = ½ * tekort = 5/2 = 2.5L
Totaal: 5L + 2.5L + 2.5L = 10L
Hoeveel per beurt? norm 5% van LG = 50*0.05 = 2.5L/keer ➔ 4 keer 2.5L geven
voor totaal 10L
, VRAAG 2
Donkere Suri-alpacas. Bezoekers kunnen op de weide wandelen met alpacas. 6
vrouwtjes en 3 mannetjes worden in aparte groepen gehouden. Tussen oktober
en maart worden ze op stal gehouden in een grote strobox. Tussen april en
september gaan de dieren overdag enkele uren buiten. Voeding is luzernehooi en
maiskuil. Dieren staan goed in conditie, jaarlijk verschillende jongen. Terugkerend
probleem bij jongen van 1-2jaar die mank worden en pootafwijkingen (o-benen)
ontwikkelen.
VRAAG 2.1
Wat is een mogelijke verklaring voor het manken? Hoe ontstaat dit? Wat moet
men aanpassen om het probleem in de toekomst to vermijden.
Rachtitis, overmaat aan fosfor (eiwitrijke voeding) en tekort aan calcium (geen
mineralen supplementen, 100-150g/dier/dag).
Vitamine D tekort ➔ zwarte dieren + winter op stal, te veel op stal in het
algemeen.
Preventie: Preventieve injecties met vitamine D, Mineraalbrokken dagelijks
geven, meer buitenloop.
VRAAG 2.2
5 jarige dekhengst (alpaca), gaat vaak mee op wandelingen, transporte,
tentoonstellingen. Laatste tijd minder eetlust, kijken naar de buik, depressief. DA
verdenkt maagzweren en start IV met maagzuurremmers.
Geef advies rond het verdere management van het dier. Waar en hoe huisvesten?
Aanpassing aan acitiviteiten? Welke voeding?
Buiten op de wiede huisvesten, veel hooi, veel ruwvoer.
In groep hengsten huisvesten uit zicht van de merries, in groep voor welzijn.
Geen transport, tentoonstellingen en wandelingen ➔ te veel stress
Laten dekken nog mogelijk.
Voeding ➔ hooi (ruwvoer, weinig verzuring maaginhoud) + mineralen!