Biologische grondslagen: cognitie
Cerebellum= Cruciaal in motorische controle. Het is verantwoordelijk voor coördinatie, precisie en
timing van motorische activiteiten.
Third ventricle= Een van de vier met vloeistof gevulde, het verbind gaatjes in het ventriculaire
systeem.
Laternal ventricles= Geeft een weg voor de circulatie voor de cerebrospinale vloeistof, om zo het
brein tegen zwellen te beschermen bij trauma.
Thalamus= Heruitzending en integratie centrum voor vele processen, Inclusief sensorische informatie
die het brein binnenkomt en motorische informatie die het brein verlaat.
,Basal ganglia= Belangrijk voor gedragsverandering, controle over vrijwillige bewegingen en het
aannemen van houdingen. Gerelateerde ziektes zijn Parkinson en Huntington.
Corpus collosum= Een dikke bundel van zenuw vezels, inclusief neuronen die de andere kant van het
brein bereiken. Belangrijk voor interhemisphere communicatie.
Cerebral cortex= Het wordt vaak ‘grijze stof’ genoemd en is verantwoordelijk voor vele ‘hogere-orde’
functies, zoals taal en informatie verwerking.
Ventricles= Geeft een weg voor de circulatie van de cerebrospinale vloeistof, beschermd het brein
voor zwellen trauma.
Pituitary gland (hypofyse)= Een klier die hormonen produceert die weer andere klieren onder
controle houden en reguleren verschillende lichamelijke functies.
Mammilary bodies= gemaakt van grijze stof en is deel van het limbisch systeem. Deze zijn een
heruitzending centrum voor de zenuwimpulsen voor bepaalde structuren in het brein.
Brainstem= Alle motorische en zintuigelijke zenuw connecties van het brein naar het lichaam gaan
door de breinstam.
Pons= De naam betekent ‘brug’ en is verantwoordelijk voor het overbrengen van zenuw signalen.
Olfactory bulbs= Dit deel is onderdeel van het limbisch systeem en is verantwoordelijk voor het
reukvermogen.
Optic chiasm= De helft van de axons in elke oogzenuw kruizen de middenlijn hier, om zo de andere
kant van het optische kanaal te kunnen bereiken.
Parietal lobe= De hoofdfuncties zijn sensatie, perceptie en integratie van sensorische input.
Occipital lobe= Het centrum voor het visuele perceptie systeem.
Frontal lobe= Functies houden aandacht, korte-termijn geheugen en hogere cognitieve functies in,
zoals plannen en aandacht.
Temporal lobe= Verwerkt horen, taal en zintuigelijke ervaringen zoals temperatuur, smaak etc.
Cerebrum= Controleert vrijwillige beweging en bij mensen is het het centrum voor emoties,
gedachten, geheugen en taal.
Uit de quiz van de eerste studietaak.
, Uit de eerste kennisclip 1 van studietaak 1.
, Uit kennisclip 2 van studietaak 1.
Cerebellum= Cruciaal in motorische controle. Het is verantwoordelijk voor coördinatie, precisie en
timing van motorische activiteiten.
Third ventricle= Een van de vier met vloeistof gevulde, het verbind gaatjes in het ventriculaire
systeem.
Laternal ventricles= Geeft een weg voor de circulatie voor de cerebrospinale vloeistof, om zo het
brein tegen zwellen te beschermen bij trauma.
Thalamus= Heruitzending en integratie centrum voor vele processen, Inclusief sensorische informatie
die het brein binnenkomt en motorische informatie die het brein verlaat.
,Basal ganglia= Belangrijk voor gedragsverandering, controle over vrijwillige bewegingen en het
aannemen van houdingen. Gerelateerde ziektes zijn Parkinson en Huntington.
Corpus collosum= Een dikke bundel van zenuw vezels, inclusief neuronen die de andere kant van het
brein bereiken. Belangrijk voor interhemisphere communicatie.
Cerebral cortex= Het wordt vaak ‘grijze stof’ genoemd en is verantwoordelijk voor vele ‘hogere-orde’
functies, zoals taal en informatie verwerking.
Ventricles= Geeft een weg voor de circulatie van de cerebrospinale vloeistof, beschermd het brein
voor zwellen trauma.
Pituitary gland (hypofyse)= Een klier die hormonen produceert die weer andere klieren onder
controle houden en reguleren verschillende lichamelijke functies.
Mammilary bodies= gemaakt van grijze stof en is deel van het limbisch systeem. Deze zijn een
heruitzending centrum voor de zenuwimpulsen voor bepaalde structuren in het brein.
Brainstem= Alle motorische en zintuigelijke zenuw connecties van het brein naar het lichaam gaan
door de breinstam.
Pons= De naam betekent ‘brug’ en is verantwoordelijk voor het overbrengen van zenuw signalen.
Olfactory bulbs= Dit deel is onderdeel van het limbisch systeem en is verantwoordelijk voor het
reukvermogen.
Optic chiasm= De helft van de axons in elke oogzenuw kruizen de middenlijn hier, om zo de andere
kant van het optische kanaal te kunnen bereiken.
Parietal lobe= De hoofdfuncties zijn sensatie, perceptie en integratie van sensorische input.
Occipital lobe= Het centrum voor het visuele perceptie systeem.
Frontal lobe= Functies houden aandacht, korte-termijn geheugen en hogere cognitieve functies in,
zoals plannen en aandacht.
Temporal lobe= Verwerkt horen, taal en zintuigelijke ervaringen zoals temperatuur, smaak etc.
Cerebrum= Controleert vrijwillige beweging en bij mensen is het het centrum voor emoties,
gedachten, geheugen en taal.
Uit de quiz van de eerste studietaak.
, Uit de eerste kennisclip 1 van studietaak 1.
, Uit kennisclip 2 van studietaak 1.