100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na je betaling Lees online óf als PDF Geen vaste maandelijkse kosten 4.2 TrustPilot
logo-home
Samenvatting

Samenvatting Uitwerkingen Taken Blok 3: Introductie Wetenschappelijke Onderzoeksmethoden (GZW1023), Maastricht University.

Beoordeling
-
Verkocht
-
Pagina's
35
Geüpload op
26-01-2021
Geschreven in
2020/2021

Dit zijn de uitwerkingen van de taken (problemen) van blok 3; Introductie Wetenschappelijke Onderzoeksmethoden, Gezondheidswetenschappen aan de Maastricht University. De uitwerkingen van de taken zijn gebaseerd op de colleges die bij dit blok horen, en op het boek Analyseren in Kwalitatief Onderzoek van Boeije. Dit zijn taken 1-4 en 6-8 . Taak 5 hebben wij in presentatievorm behandeld en hier heb ik helaas geen uitwerking van.

Meer zien Lees minder
Instelling
Vak











Oeps! We kunnen je document nu niet laden. Probeer het nog eens of neem contact op met support.

Geschreven voor

Instelling
Studie
Vak

Documentinformatie

Geüpload op
26 januari 2021
Aantal pagina's
35
Geschreven in
2020/2021
Type
Samenvatting

Onderwerpen

Voorbeeld van de inhoud

Probleem 1: de geschiedenis van HIV en AIDS


Wat is de empirische cyclus en wat houden de verschillende stappen in?
Leerboek epidemiologie
Empirische cyclus: wordt gebruikt om te
controleren of bepaalde waarnemingen
correct zijn.
De onderzoeker gaat uit van een bepaalde
theorie: ‘een uitspraak of een
samenhangende reeks van uitspraken met
een algemeen geldend karakter’.

Zo’n theorie is soms ontstaan door
overlevering, maar is doorgaans mede
gebaseerd op waarnemingen van concrete
gebeurtenissen. Deze waarnemingen
hoeven niet per definitie systematisch te
zijn. Meestal zijn er echter ook
systematische waarnemingen: de
resultaten van eerder verricht onderzoek
over hetzelfde onderwerp, uitgevoerd door
de onderzoeker zelf of door anderen.

Het integreren van deze systematische en niet-systematische waarnemingen tot een
theorie gaat niet automatisch. Het vereist de nodige creativiteit en inventiviteit.
Dit proces van concrete waarnemingen naar een meer abstract, algemeen geldend
beeld van de werkelijkheid, wordt inductie genoemd.
Inductief redeneren stelt dat een nieuwe theorie niet alleen opgaat voor de
waargenomen gevallen, maar ook opgaat in alle vergelijkbare gevallen. Om erachter
te komen of dat zo is, voert men nieuwe – systematische – waarnemingen uit. Als
die kloppen met de verwachtingen, is dat een bevestiging dat men met de theorie op
het goede spoor zit.

Een andere manier om een theorie te ontwikkelen is om te trachten de onjuistheid
ervan aan te tonen (Karl Popper). Confirmatie is onmogelijk met zekerheid te doen,
maar falsificatie wel. Popper stelde daarom dat iedere wetenschappelijke theorie
falsificeerbaar moet zijn. Falsificeerbaarheid wil zeggen dat men probeert de
theorie met behulp van (bijvoorbeeld epidemiologisch) onderzoek onderuit te halen.
Hiervoor moeten eerst, uitgaande van de theorie, hypothesen worden
geformuleerd, toetsbare stellingen die op grond van waarnemingen in de praktijk al
dan niet kunnen worden verworpen.

Dit proces van een abstracte theorie naar een of meer te toetsen hypothesen heet
deductie. In feite correspondeert het deductieproces met het vertalen van een
globaal onderzoeksidee in een of meer onderzoeksvraagstellingen. Niet ieder
systematisch opgezet onderzoek is hypothese toetsend. Er is ook onderzoek met
een meer verkennend karakter (exploratief onderzoek).

,Voor het toetsen van een hypothese of het verkennen van een nieuw
probleemgebied is, zoals gezegd, empirisch onderzoek noodzakelijk.
Empirisch onderzoek omvat de volgende verschillende fasen:
1. Formuleren van de onderzoeksvraagstelling.
2. Maken van een onderzoeksopzet (design).
- Selectie van onderzoekspopulatie
- Selectie van de meetinstrumenten
- Selectie van meetmomenten
- Selectie van statistische analysetechnieken
3. Uitvoeren van het onderzoek (verrichten van observaties,
gegevensverzameling).
4. Analyseren van de onderzoeksresultaten.
- Frequentie van de meetwaarden van de relevante variabelen
- Relaties tussen variabelen
5. Interpretatie van de onderzoeksresultaten (conclusies).

De resultaten van één onderzoek kunnen een theorie of hypothese zelden maken of
breken. Een theorie representeert de stand van de kennis over een bepaald
onderwerp op een bepaald moment. Meestal is er veel onderzoek nodig voordat een
theorie voldoende in de empirie verankerd is. In feite betekent ieder onderzoek een
hernieuwde rondgang door de empirische cyclus, of liever de empirische spiraal,
die zich een weg baant in de richting van een steeds betere beschrijving van de
werkelijkheid.




Waar wordt de empirische cyclus voor gebruikt?
Leerboek epidemiologie
Onderzoekers krijgen de behoefte om resultaten van een eerder onderzoek of
rapportage te bevestigen (verificatie), tegen te spreken (contradictie), te weerleggen
(falsificatie) of nader te specificeren (elaboratie). Soms is er ook de behoefte om de
zwakke elementen in het onderwerp van een eerder onderzoek te verbeteren. Door

,de opeenvolging van onderzoeken met vraagstellingen die voortkomen uit eerder
onderzoek, neemt het begrip van hoe het betreffende onderdeel van de werkelijkheid
in elkaar zit, gestaag toe. Men drukt dit ook wel uit met het begrip ‘empirische
cyclus’.


Wat zijn inductie en deductie en wat voegen ze toe aan de cyclus?
Leerboek epidemiologie
Inductie:
Het integreren van deze systematische en niet-systematische waarnemingen tot een
theorie gaat niet automatisch. Het vereist de nodige creativiteit en inventiviteit.
Dit proces van concrete waarnemingen naar een meer abstract, algemeen geldend
beeld van de werkelijkheid, wordt inductie genoemd.
➔ Op basis van waarnemingen een theorie opstellen (of een al bestaande
theorie aan te vallen/te verwerpen).

Deductie:
Falsificeerbaarheid wil zeggen dat men probeert de theorie met behulp van
(bijvoorbeeld epidemiologisch) onderzoek onderuit te halen. Hiervoor moeten eerst,
uitgaande van de theorie, hypothesen worden geformuleerd, toetsbare stellingen die
op grond van waarnemingen in de praktijk al dan niet kunnen worden verworpen.
Dit proces van een abstracte theorie naar een of meer te toetsen hypothesen heet
deductie.
➔ Theorie omzetten naar hypothesen om zo de theorie onderuit te kunnen
halen.

, Probleem 2: er zijn geen stomme vragen, zeggen ze


Wat is een theorie en aan welke eisen moet deze voldoen?
Analyseren in kwalitatief onderzoek
Theorie = ‘een samenhangend geheel van uitspraken over patronen in de
werkelijkheid’.
Wetenschappers zijn niet zo geïnteresseerd in losse feitjes, maar ze hopen patronen
te ontdekken die een verschijnsel verklaren en deze in een theorie weer te geven.

De flexibele methoden van kwalitatief onderzoek hebben een exploratief vermogen
en zijn daardoor bij uitstek geschikt voor de ontwikkeling van een theorie. Er is een
periode geweest dat men het in kwalitatief onderzoek niet passend vond om vooraf
te lezen over het onderwerp van het onderzoek. Men ging ervan uit dat het lezen van
onderzoek en theorie van anderen de ontwikkeling van eigen ideeën zou
bemoeilijken. Kennisname van voorgaand onderzoek en bestaande theorieën zou de
open blik verstoren.

Een manier om met theorie om te gaan in kwalitatief onderzoek is door de
formulering van globale noties en ideeën die nog niet voldoende zijn uitgewerkt.
➔ Sensitizing concepts: attenderende, gevoelig makende of richtinggevende
begrippen.
Deze begrippen worden gezien als de theoretische bril of lens die de onderzoeker
richt op het veld van onderzoek en ze spelen een belangrijke rol in de analyse.
Theorie wordt gebruikt om verschijnselen die we al kennen uit vorig onderzoek te
benoemen.

Theorieën zijn erg tijd gerelateerd, ze moeten weerlegd kunnen worden. Ook moeten
theorieën toetsbaar en rationeel zijn.

Paradigmashift:
1. Theorie (tijdig geldig, paradigma)
2. Vragen binnen deze theorie worden onderzocht (normale wetenschap)
3. Crisis treedt op als de theorie in strijd raakt met voorgaande theorie
4. Zoeken naar verklaringen
5. Wetenschappelijke revolutie, nieuwe theorie (deductie)


Wat is een vraagstelling en aan welke eisen moet deze voldoen? (Incl. soorten)
PICO eisen voor de formulering van een vraagstelling:
Patiënten
De specifieke doelgroep waar jouw onderzoeksvraag over gaat. Bijvoorbeeld: 65+
patiënten met diabetes type 2, vrouwen onder de 30 met een hartritmestoornis,
mensen die Lisinopril gebruiken, etc.

Intervention
De interventie waar je onderzoeksvraag over gaat. Bijvoorbeeld: Het toepassen van
een farmaceutische, somatische of psychische therapie, het aanpassen van een
leefstijl of dieet, etc.
€2,99
Krijg toegang tot het volledige document:

100% tevredenheidsgarantie
Direct beschikbaar na je betaling
Lees online óf als PDF
Geen vaste maandelijkse kosten

Maak kennis met de verkoper
Seller avatar
studentsaartje

Maak kennis met de verkoper

Seller avatar
studentsaartje Maastricht University
Volgen Je moet ingelogd zijn om studenten of vakken te kunnen volgen
Verkocht
6
Lid sinds
4 jaar
Aantal volgers
6
Documenten
2
Laatst verkocht
3 jaar geleden

0,0

0 beoordelingen

5
0
4
0
3
0
2
0
1
0

Recent door jou bekeken

Waarom studenten kiezen voor Stuvia

Gemaakt door medestudenten, geverifieerd door reviews

Kwaliteit die je kunt vertrouwen: geschreven door studenten die slaagden en beoordeeld door anderen die dit document gebruikten.

Niet tevreden? Kies een ander document

Geen zorgen! Je kunt voor hetzelfde geld direct een ander document kiezen dat beter past bij wat je zoekt.

Betaal zoals je wilt, start meteen met leren

Geen abonnement, geen verplichtingen. Betaal zoals je gewend bent via Bancontact, iDeal of creditcard en download je PDF-document meteen.

Student with book image

“Gekocht, gedownload en geslaagd. Zo eenvoudig kan het zijn.”

Alisha Student

Veelgestelde vragen