Mechanica
, VOORWOORD
In deze samenvatting staat alle informatie van de module mechanica. Ik
probeer hier zoveel mogelijk belangrijke informatie te stoppen die nuttig
kan zijn voor mezelf.
Ik zou alles linken aan de titels van mijn boek, zodat ik makkelijk kan terug
bladeren in mijn boek als het niet duidelijk genoeg is.
3
, Kracht + Vorm | paragraaf 6.1 t/m
6.3 & 3.1 t/m 3.3
6.1 Doorsnedegrootheden
De tekst gaat over de inwendige krachten die
optreden in constructie-elementen en hoe deze
krachten worden geanalyseerd door middel
van doorsnedes. Hierbij wordt gebruik gemaakt
van verschillende doorsnedegrootheden, zoals
de oppervlakte en het zwaartepunt. De meest
voorkomende doorsnedevormen zijn rech-
thoekige en I-vormige doorsneden, zoals vaak Het traagheidsmoment I (inertie) van een
te zien is bij hout, beton of staal. doorsnede, ook genoemd het kwadratisch op-
pervlaktemoment. Het traagheidsmoment wordt
Een van de belangrijkste kenmerken van een in het algemeen gebruikt bij het berekenen van
doorsnede is de oppervlakte, aangeduid met vormveranderingen (meestal doorbuigingen).
het symbool A, gemeten in vierkante millimeters Hoe groter I is, hoe kleiner de doorbuiging.
(mm²). Daarnaast heeft elke doorsnede een
zwaartepunt, het punt waar het gewicht van
de doorsnede in evenwicht is. Bij symmetrische
doorsneden valt dit zwaartepunt samen met de
middellijn, terwijl bij asymmetrische doorsned-
en het zwaartepunt kan worden berekend door
middel van het oppervlaktemoment.
Het weerstandsmoment W van een doorsnede
wordt gebruikt voor het berekenen van de
maximale buigspanningen. Deze grootheid
wordt afgeleid van het traagheidsmoment door
dit te delen door de afstand van de rand van de
doorsnede tot de middenlijn W= I/(1/2Xh)
In elke doorsnede kunnen zwaartelijnen
worden getrokken. Deze lijnen hebben gemeen
dat ze door het zwaartepunt gaan. Wanneer
een doorsnedeschijf lijnvormig wordt onders-
teund volgens een zwaartelijn, is de schijf in 6.2 Samenstellen en ontbinden van krachten
evenwocht. Het statisch moment S gebruikt Krachten die op bouwwerken of onderdelen
om te bepalen hoe sterk en stijf een construc- daarvan worden uitgeoefend, hebben een richt-
tie-element is. Ook wordt het statisch moment ing en een grootte F (force). Met een pijl wordt
onder meer gebruikt bij het bepalen van de de richting aangeduid, als de pijl op schaal is
schuifspanningen in een doorsnede door deen getekend geeft de lengte van de pijl ook de
dwarskracht. Omdat de middelijn een zwaarteli- grootte van de kracht weer. De pijl noemen ze
jn is, is het statisch moment van het deel dat een vector 100N= 10kg. Gewicht in de pijl wordt
onder de middenlijn ligt gelijk aan dat van het aangeduid met (Fg). Bij een toren werkt niet al-
deel erboven ligt. leen de kracht van de massa van de toren maar
ook bijvoorbeeld wind. Ook wel de wrijvingsk-
racht (Fw) genoemd, dat is de kracht die op een
voorwerp werkt, doordat er wrijving ontstaat