1. Leerdoelen:
Operatiekwartier
Kledij in het operatiekwartier
• Groen/blauw broekpak (jas met korte mouwen en lange broek).
• Disposable muts (model voor dames, heren, heren met baard).
• Mondmasker (verplicht tijdens operaties, vervangen na elke ingreep).
• Goedkeurde schoenen (veiligheid).
• Soms extra: beschermende bril, steriele schorten en handschoenen.
Positieve druk in de zaal
• In de operatiezaal wordt gewerkt met positieve druk: lucht stroomt bij openen
van de deur vanuit de zaal naar de gang → voorkomt binnendringen van kiemen.
• Bij besmette ingrepen: onderdruk, zodat kiemen niet naar buiten gaan.
Scialitiek
• Operatielamp, verbonden aan plafondarm, groot en klein aanwezig.
• Zorgt voor helder, verstelbaar licht.
• Vaak met ingebouwde camera → live surgery mogelijk.
Groepen verpleegkundigen en hun taken
• Anesthesieverpleegkundige: ondersteunt anesthesist, bereidt materiaal,
assisteert bij anesthesie, in-/extubatie, overdracht patiënt.
• Omloopverpleegkundige: bedrijfsklaar maken zaal, helpen positioneren, steriel
aankleden team, aanreiken materialen, tellen kompressen, administratie.
• Instrumenterende verpleegkundige: lid chirurgisch team, instrumenten
aanreiken, steriliteit bewaken, verbandstoffen tellen.
Checklist patiëntveiligheid
• Belangrijk om fouten te vermijden (verkeerde patiënt/zijde, allergieën,
bloedverliesrisico).
• Verplicht af te nemen en te bewaren in patiëntendossier.
• Doel: standaardisatie, geheugensteun, minder menselijke fouten.
, Monitoring bij narcose
• EKG (3- of 5-leads).
• Bloeddruk (manchette, liefst bovenarm).
• Saturatieprobe (vinger, teen, oorlel).
• Eventueel meer invasieve monitoring afhankelijk van ingreep.
Sodalimekorrels
• Gebruikt in beademingstoestel (gesloten systeem).
• Filteren CO₂ uit uitgeademde lucht zodat hergebruik met zuurstof mogelijk is.
• Kleurverandering bij verzadiging (wit → paars/roze).
Afzuigsysteem narcosegassen
• Nodig om uitgeademde gassen (zoals lachgas, sevofluraan) niet in de zaal te
laten hangen.
• Beschermt personeel tegen intoxicatie.
Materiaal voor intubatie en inductie
• Monitor, beademingsmachine en slangen, bacteriefilter, masker, laryngoscoop
(licht testen), endotracheale tube (ETT) met cuff, mandrain, Magill-tang, spuit 10
ml, fixatiemateriaal, aspiratiemateriaal, medicatie, stethoscoop, capnografie,
oogzalf.
• Aandachtspunten: cuffdruk controleren, juiste maat tube, alles klaarleggen vóór
inductie.
Proces inductie & intubatie
• Voorbereiding materiaal + patiënt.
• Opiaten → hypnoticum → curare.
• Maskerballoneren, laryngoscoop plaatsen, tube door stembanden, cuff
opblazen, tube fixeren, aansluiten op toestel, controle met stethoscoop +
capnografie.
Methoden om luchtweg vrij te houden
• Laryngeaal masker: eenvoudig, geen curarisatie, niet bij niet-nuchtere
patiënten.
• Endotracheale tube (ETT): beste bescherming, oraal/nasaal, cuffdruk
belangrijk.
• Mayocanule (Guedel): voorkomt terugvallen tong, enkel bij bewusteloze patiënt.
Operatiekwartier
Kledij in het operatiekwartier
• Groen/blauw broekpak (jas met korte mouwen en lange broek).
• Disposable muts (model voor dames, heren, heren met baard).
• Mondmasker (verplicht tijdens operaties, vervangen na elke ingreep).
• Goedkeurde schoenen (veiligheid).
• Soms extra: beschermende bril, steriele schorten en handschoenen.
Positieve druk in de zaal
• In de operatiezaal wordt gewerkt met positieve druk: lucht stroomt bij openen
van de deur vanuit de zaal naar de gang → voorkomt binnendringen van kiemen.
• Bij besmette ingrepen: onderdruk, zodat kiemen niet naar buiten gaan.
Scialitiek
• Operatielamp, verbonden aan plafondarm, groot en klein aanwezig.
• Zorgt voor helder, verstelbaar licht.
• Vaak met ingebouwde camera → live surgery mogelijk.
Groepen verpleegkundigen en hun taken
• Anesthesieverpleegkundige: ondersteunt anesthesist, bereidt materiaal,
assisteert bij anesthesie, in-/extubatie, overdracht patiënt.
• Omloopverpleegkundige: bedrijfsklaar maken zaal, helpen positioneren, steriel
aankleden team, aanreiken materialen, tellen kompressen, administratie.
• Instrumenterende verpleegkundige: lid chirurgisch team, instrumenten
aanreiken, steriliteit bewaken, verbandstoffen tellen.
Checklist patiëntveiligheid
• Belangrijk om fouten te vermijden (verkeerde patiënt/zijde, allergieën,
bloedverliesrisico).
• Verplicht af te nemen en te bewaren in patiëntendossier.
• Doel: standaardisatie, geheugensteun, minder menselijke fouten.
, Monitoring bij narcose
• EKG (3- of 5-leads).
• Bloeddruk (manchette, liefst bovenarm).
• Saturatieprobe (vinger, teen, oorlel).
• Eventueel meer invasieve monitoring afhankelijk van ingreep.
Sodalimekorrels
• Gebruikt in beademingstoestel (gesloten systeem).
• Filteren CO₂ uit uitgeademde lucht zodat hergebruik met zuurstof mogelijk is.
• Kleurverandering bij verzadiging (wit → paars/roze).
Afzuigsysteem narcosegassen
• Nodig om uitgeademde gassen (zoals lachgas, sevofluraan) niet in de zaal te
laten hangen.
• Beschermt personeel tegen intoxicatie.
Materiaal voor intubatie en inductie
• Monitor, beademingsmachine en slangen, bacteriefilter, masker, laryngoscoop
(licht testen), endotracheale tube (ETT) met cuff, mandrain, Magill-tang, spuit 10
ml, fixatiemateriaal, aspiratiemateriaal, medicatie, stethoscoop, capnografie,
oogzalf.
• Aandachtspunten: cuffdruk controleren, juiste maat tube, alles klaarleggen vóór
inductie.
Proces inductie & intubatie
• Voorbereiding materiaal + patiënt.
• Opiaten → hypnoticum → curare.
• Maskerballoneren, laryngoscoop plaatsen, tube door stembanden, cuff
opblazen, tube fixeren, aansluiten op toestel, controle met stethoscoop +
capnografie.
Methoden om luchtweg vrij te houden
• Laryngeaal masker: eenvoudig, geen curarisatie, niet bij niet-nuchtere
patiënten.
• Endotracheale tube (ETT): beste bescherming, oraal/nasaal, cuffdruk
belangrijk.
• Mayocanule (Guedel): voorkomt terugvallen tong, enkel bij bewusteloze patiënt.