Inhoudsopgave:
- Hoorcollege 1 - 2
- Hoorcollege 2 - 3
- Hoorcollege 4 - 5
- Hoorcollege 5 - 8
- Hoorcollege 6 -11
- Hoorcollege 7 - 13
- Hoorcollege 8 - 15
- Hoorcollege 10 - 18
- Hoorcollege 11 - 22
- Hoorcollege 13 - 25
- Hoorcollege 14 - 27
- Hoorcollege 15 - 32
- Hoorcollege 16 - 34
- Herhaling hoorcollege 14 - 37
- Hoorcollege 17 - 38
- Hoorcollege 18 - 39
- Hoorcollege 20 - 43
- Samenvatting: begrippen, theorieën/belangen/concepten,
personen - 46
1
,Hoorcollege 1 (IB) Kennismaking met de politicologie I
Politieke definities:
- Politiek als verdeling: wie krijgt wat, wanneer en hoe? (Lipset)
- Politiek als een relatie die gekenmerkt wordt door gezag, heerschappij of macht
(Aristoteles, Weber, Dahl)
- Politiek waarbij men tot collectieve beslissingen komt in een samenleving met
conflicterende waarden (via oorlog of niet)
- Politiek als gezaghebbende (geaccepteerde macht die op een vredige manier aan
iemand overhandigd is) toedeling van waarden voor de samenleving (Easton)
- Politiek om tot een collectief goed te komen
Politiek: besluitvorming voor de samenleving
Staten: de afhankelijkheid van internationale invloeden en besluiten in macht
Tragedy of the commons (Elinor Ostrom) (concept)
De tragedy of the commons beschrijft wat er gebeurt wanneer mensen een
gemeenschappelijke hulpbron delen (zoals een weiland, visgebied, of atmosfeer) en ieder
handelt in zijn eigenbelang — zonder rekening te houden met het collectieve belang.
Gevolg: de hulpbron raakt uitgeput of beschadigd, waardoor iedereen er uiteindelijk slechter
aan toe is.
- Normatieve vragen: is het fair, goed, rechtvaardig, terecht?
- Empirische vragen: wat is het en waarom is het zo?
- Conceptuele vragen: waarom zou het moeten werken, waarom is het logisch?
Wereldlijke macht en geestelijke macht
IB is opgericht vanwege een ideaal: als je de oorzaken van oorlogen kent, dan kan je
oorlogen in de toekomst voorkomen en uitbannen -> leidde tot theoretische
benaderingen: utopisme/idealisme en liberalisme.
Behaviorisme: niet alleen kijken naar wat mensen doen, maar ook naar de motivatie
van iets kijken
2
,Hoorcollege 2: Kennismaking met de politicologie II: Kernbegrippen (IB)
Macht: Macht is het vermogen of het middel om anderen zijn/haar wil op te leggen, ook als die
anderen niet mee willen werken: uiteindelijk berust het op (dreigen met) negatieve sancties en
dat bij herhaling kunnen doen; het is daarom bindend voor langere tijd.
- Macht en invloed hebben betrekking op een relatie tussen twee of meer actoren
- Macht is in meer of mindere mate aanvaard
- Machtsuitoefening kent ook grenzen
Weber: De staat is die organisatievorm waarbij de overheid/staat het legitieme monopolie op
de geweldsmiddelen bezit.
Volgens Max Weber heeft de staat het legitieme monopolie op fysiek geweld binnen een
bepaald grondgebied.
Dat betekent: alleen de staat heeft het recht om geweld te gebruiken (of het gebruik van
geweld toe te staan) om orde, veiligheid en wetshandhaving te garanderen.
Gezag: is die macht (of invloed) die als juist (rechtvaardig) en redelijk wordt aanvaard. Het gaat
om het aanvaarden van een (ongelijke) relatie
Max Weber: Herrschaftsverband: Een recht op gehoorzaamheid voor de gezagsdrager en een
plicht tot gehoorzamen voor de volger
Een Herrschaftsverband is een relatie waarin iemand gezag uitoefent over anderen en dat
gezag door de ondergeschikten erkend wordt.
Invloed is het vermogen om door suggestie of overreding anderen ertoe te brengen om te
handelen in overeenstemming met het doeleinde van de beïnvloede -> dus geen verhulde
dreigementen (met argumenten iemand proberen te overtuigen (overtreding))
Negatieve sancties, als iemand iets niet doet wat je wil:
- Moord
- Boete
- Gevangenisstraffen
- Met een leger binnenvallen
Invloed anders dan macht: bij invloed dreig je niet met negatieve sancties en bij macht wel.
Dreigen en uitvoeren van een sanctie maakt het verschil tussen macht en invloed. Je kan het
beeld manipuleren tot het lijkt op macht wanneer het eigenlijk invloed is.
Max Weber: Een sociologisch idee veel terugkomt in deze soorten conceptuele verhalen, veel
over macht geschreven, mening:
- Staat is die organisatie die macht (negatieve sancties) en geweld die in de samenleving
kan worden toegepast. De staat heeft geweld op legitieme wijze gemonopoliseerd.
Soevereinen --> groep mensen die de Nederlandse overheid niet erkennen (ook niet de
Nederlandse monopolie.)
3
, Dergelijke gezagshoudingen zijn gebaseerd op een mix van drie bronnen (Weber): Weber
praatte over een samenleving en een heerschappij, wat een sterke vorm van afhankelijkheid is.
Het gaat over de heerschappij van de een over een ander. Het is geen absolute macht, want hij
heeft wel plichten tegenover de anderen.
Gezagsverhouding komt uit 3 mogelijke overwegingen het verlenen van het gezag, maar
waarom?:
- Traditioneel gezag: feodale stelsel
- Rationeel of legaal gezag: gekozen iemand die gezag krijgt van de samenleving na
verkiezingen
- Charismatisch gezag: goddelijke genade, op een bepaalde manier heeft een leider
goddelijke genade gekregen. De persoon is zo speciaal en heeft zoveel individuele
kenmerken, waardoor vele mensen hem willen volgen. Kan ook een groep mensen zijn.
Max Weber onderscheidt drie vormen van gezag. Traditioneel gezag berust op gewoonte en
traditie, zoals bij koningen of stamoudsten. Rationeel-legaal gezag is gebaseerd op regels en
wetten, zoals bij moderne staten en bureaucratieën. Charismatisch gezag komt voort uit de
bijzondere kwaliteiten van een leider, zoals bij revolutionaire of religieuze figuren. Alle drie
worden erkend, omdat mensen ze legitiem vinden.
Volgens Weber kan iemand meerdere vormen van gezag krijgen, dit is gemixt gezag.
Historisch gezien is er een ontwikkeling van traditioneel naar rationeel/legaal gezag
Drie gezichten van macht (Steven Lukes):
- First face of power: relatie tussen A en B. A handelt met de intentie om B iets te laten
doen wat B niet wil, en slaagt daarin -> het gaat om concrete beslissingen en
gedragingen die zichtbaar zijn
- Second face of power: agendamacht of hindermacht --> sommige problemen komen
niet op de agenda, dat is in het voordeel van sommige en in het nadeel van anderen
(non-decisions). Dit is minder zichtbaar
- Third face of power: In de status quo noemen we bepaalde zaken voor lief, aanvaarden
we ze zonder erover na te denken en dat is in het voordeel van sommigen en in het
nadeel van anderen. Dit is nog minder zichtbaar (verhoudingen van gender, klasse etc.)
Macht meten:
- Formele positie-methode: accent op de politieke, militaire en economische elite: hoe
worden zij gerecruteerd? Hoe komen ze aan de macht?
- Maar staat positie gelijk aan effectieve macht?
- Netwerkmethode: probleem is, de potentiële of daadwerkelijke macht? En hoe werkt
dat dan?
- Reputatiemethode: meet percepties van macht
- Besluitvormingsmethodiek: reconstructie van besluitvormingsprocessen: leidde tot
idee van democratie als pluralisme, op de langere termijn wint en verliest iedereen wel
een keer
4