Samenvatting Anatomie 2
Doelstellingen/begrippenlijst anatomie 2
Student kent en begrijpt de bouw en de functie van de mondholte:
De mondholte PROM Blz. 186
Rima oris:
Rima oris – de mondopening
Labium superius – de bovenlip
Labium inferius – de onderlip
Commisura labialis of angulis oris – de mondhoek
Cavum oris:
Cavum oris propria – de ware mondholte
Vestibulum – de mondholte buiten de tanden
Mucosa – mondslijmvlies
Gingiva – het tandvlees. Onder te verdelen in de vaste en de vrije gingiva.
De tandbogen:
Tandkasboog – deel van de tandboog waar de elementen in staan. Ook wel de
processus alveolaris genoemd.
Elementen – de tanden. Er zijn insicieven, cuspidaten, premolaren en molaren. Een
volwassen dentitie heeft 32 elementen.
Jugae - bobbels op het palatum
De tong: PROM Blz. 188 & 189
De spieren die de tong bewegen:
• M. Palatoglossus
• M. Styloglossus
• M. Hyoglossus
• M. Genioglossus
• M. Geniohyoideus
Intrinsieke tongspieren – kunnen de tong van vorm laten veranderen
Extrinsieke tongspieren – kunnen de tong bewegen van boven naar beneden en van
links naar rechts.
De papillen van de tong:
- Papillae filliformes – draadvormige papillen.
- Papillae fungiformes – paddestoelvormige papillen
- Papillae circumvallatae – omwalde papillen.
Het speeksel: PROM Blz. 210
Functie van speeksel – lubricatie.
,Samenvatting Anatomie 2
2 soorten speeksel:
1. Muceus – bevat veel mucinen en is slijmerig
2. Sereus – bevat veel enzymen en is waterig
De speekselklieren
Naam klier Uitgang Sereus, muceus of gemengd
Glandula Parotis Ductus parotideus Sereus
Glandula sublingualis Carancula sublingualis Muceus
Glandula submandibularis Ductus submandibularis Gemengd
De mandibula: PROM Blz. 46
Ramus – opstijgende tak
Angulus – hoek
Corpus – lichaam
Proc. Coronoïdeus – voorste botuitsteeksel van de onderkaak
Proc. Condylaris – kaakkopje van de onderkaak in zijn geheel
Collum – verbindingsstuk
Foramen mandibulare – ligt aan weerszijde van de onderkaak aan de linguale zijde
Foramen mentale – opening ter hoogte van de eerste premolaar in de onderkaak.
Uitgang van de N. alveolaris inferior
Incisura mandibulae – horizontale uitholling tussen de Proc. Coronoïdeus en de Proc.
Condylaris.
Linea mylohyoidea – rand aan de binnenzijde van de mandibula waar de M.
Mylohyoideus aan hecht.
Spina mentalis – bot uitsteeksel van de kin.
Maxilla: PROM Blz. 30 & 31
Palatum – verhemelte. Bestaat uit het palatum durum
en het palatum molle.
Canalis incisivus – gang in de bovenkaak van de
foramen incisiva naar de fossa nasalis
Sinus maxillaris – de kaakholte.
Sutura intermaxillaris – lijn onder de neus welke de
maxilla in 2 delen verdeelt.
Foramen infraorbitale – opening/gaatje onder de
oogkas
Sutura palatina mediana – lijn die over het midden van het verhemelte loopt
Sutura palatina transversa – lijn die van links naar rechts over het verhemelte loopt.
Verbindt het voorste en achterste deel.
Het os palatinum: PROM Blz. 44 & 45
os palatinum – gehemeltebeen
Foramen palatinum Majus – grote gat in het verhemelte
Foramen palatinum Minus – kleine gaatje in het verhemelte
, Samenvatting Anatomie 2
De kauwspieren: PROM Blz. 82 t/m 84
M. Masseter – het optillen en naar voren schuiven van de onderkaak
M. Temporalis – het optillen van de onderkaak, het
terugtrekken van de naar voren geschoven
onderkaak en eenzijdige contractie (maalbeweging)
M. pterygoideus lateralis – open van de mond door
protrusie en verschuiven van de kaak naar
tegenoverliggende kant bij maalbeweging
M. pterygoideus medialis – optillen van de
onderkaak.
De inserties en origo’s van de kauwspieren:
De kauwspier De functie De origo De insertie
1. De m. masseter Het optillen van de Arcus zygomaticus Ramus
- Ter plaatse van onderkaak (sluiten mandibulae
de onderkaak. van de kaak =
adductie). Sluiten
mond.
2. De m. - Het optillen van Fossa temporalis Processus
temporalis de onderkaak (zijkant schedel) coronoideus en
- Ter plaatse van (sluiten van de binnenkant ramus.
het os temporale. kaak = adductie).
- Terugtrekken van
naar voren
geschoven
onderkaak
(retrusie).
3. De m. Het optillen van de Processus Tuberositas
pterygoideus onderkaak pterygoideus pterygoidea.
medialis (adductie). Sluiten Mediaal vlak van
- Loopt over de van de mond. de angulus
twee M3’s heen, mandibulae.
schuin naar
achteren.
4. De m. Dubbelzijdige Buitenkant lamina Collum
pterygoideus contractie: aanzet lateralis, mandibulae
lateralis tot openen van de processus
mond door naar pterygoideus en
achter schuiven ala major.
onderkaak
(protrusie) en
verplaatsing van
de discus
articularis naar
ventraal.
Doelstellingen/begrippenlijst anatomie 2
Student kent en begrijpt de bouw en de functie van de mondholte:
De mondholte PROM Blz. 186
Rima oris:
Rima oris – de mondopening
Labium superius – de bovenlip
Labium inferius – de onderlip
Commisura labialis of angulis oris – de mondhoek
Cavum oris:
Cavum oris propria – de ware mondholte
Vestibulum – de mondholte buiten de tanden
Mucosa – mondslijmvlies
Gingiva – het tandvlees. Onder te verdelen in de vaste en de vrije gingiva.
De tandbogen:
Tandkasboog – deel van de tandboog waar de elementen in staan. Ook wel de
processus alveolaris genoemd.
Elementen – de tanden. Er zijn insicieven, cuspidaten, premolaren en molaren. Een
volwassen dentitie heeft 32 elementen.
Jugae - bobbels op het palatum
De tong: PROM Blz. 188 & 189
De spieren die de tong bewegen:
• M. Palatoglossus
• M. Styloglossus
• M. Hyoglossus
• M. Genioglossus
• M. Geniohyoideus
Intrinsieke tongspieren – kunnen de tong van vorm laten veranderen
Extrinsieke tongspieren – kunnen de tong bewegen van boven naar beneden en van
links naar rechts.
De papillen van de tong:
- Papillae filliformes – draadvormige papillen.
- Papillae fungiformes – paddestoelvormige papillen
- Papillae circumvallatae – omwalde papillen.
Het speeksel: PROM Blz. 210
Functie van speeksel – lubricatie.
,Samenvatting Anatomie 2
2 soorten speeksel:
1. Muceus – bevat veel mucinen en is slijmerig
2. Sereus – bevat veel enzymen en is waterig
De speekselklieren
Naam klier Uitgang Sereus, muceus of gemengd
Glandula Parotis Ductus parotideus Sereus
Glandula sublingualis Carancula sublingualis Muceus
Glandula submandibularis Ductus submandibularis Gemengd
De mandibula: PROM Blz. 46
Ramus – opstijgende tak
Angulus – hoek
Corpus – lichaam
Proc. Coronoïdeus – voorste botuitsteeksel van de onderkaak
Proc. Condylaris – kaakkopje van de onderkaak in zijn geheel
Collum – verbindingsstuk
Foramen mandibulare – ligt aan weerszijde van de onderkaak aan de linguale zijde
Foramen mentale – opening ter hoogte van de eerste premolaar in de onderkaak.
Uitgang van de N. alveolaris inferior
Incisura mandibulae – horizontale uitholling tussen de Proc. Coronoïdeus en de Proc.
Condylaris.
Linea mylohyoidea – rand aan de binnenzijde van de mandibula waar de M.
Mylohyoideus aan hecht.
Spina mentalis – bot uitsteeksel van de kin.
Maxilla: PROM Blz. 30 & 31
Palatum – verhemelte. Bestaat uit het palatum durum
en het palatum molle.
Canalis incisivus – gang in de bovenkaak van de
foramen incisiva naar de fossa nasalis
Sinus maxillaris – de kaakholte.
Sutura intermaxillaris – lijn onder de neus welke de
maxilla in 2 delen verdeelt.
Foramen infraorbitale – opening/gaatje onder de
oogkas
Sutura palatina mediana – lijn die over het midden van het verhemelte loopt
Sutura palatina transversa – lijn die van links naar rechts over het verhemelte loopt.
Verbindt het voorste en achterste deel.
Het os palatinum: PROM Blz. 44 & 45
os palatinum – gehemeltebeen
Foramen palatinum Majus – grote gat in het verhemelte
Foramen palatinum Minus – kleine gaatje in het verhemelte
, Samenvatting Anatomie 2
De kauwspieren: PROM Blz. 82 t/m 84
M. Masseter – het optillen en naar voren schuiven van de onderkaak
M. Temporalis – het optillen van de onderkaak, het
terugtrekken van de naar voren geschoven
onderkaak en eenzijdige contractie (maalbeweging)
M. pterygoideus lateralis – open van de mond door
protrusie en verschuiven van de kaak naar
tegenoverliggende kant bij maalbeweging
M. pterygoideus medialis – optillen van de
onderkaak.
De inserties en origo’s van de kauwspieren:
De kauwspier De functie De origo De insertie
1. De m. masseter Het optillen van de Arcus zygomaticus Ramus
- Ter plaatse van onderkaak (sluiten mandibulae
de onderkaak. van de kaak =
adductie). Sluiten
mond.
2. De m. - Het optillen van Fossa temporalis Processus
temporalis de onderkaak (zijkant schedel) coronoideus en
- Ter plaatse van (sluiten van de binnenkant ramus.
het os temporale. kaak = adductie).
- Terugtrekken van
naar voren
geschoven
onderkaak
(retrusie).
3. De m. Het optillen van de Processus Tuberositas
pterygoideus onderkaak pterygoideus pterygoidea.
medialis (adductie). Sluiten Mediaal vlak van
- Loopt over de van de mond. de angulus
twee M3’s heen, mandibulae.
schuin naar
achteren.
4. De m. Dubbelzijdige Buitenkant lamina Collum
pterygoideus contractie: aanzet lateralis, mandibulae
lateralis tot openen van de processus
mond door naar pterygoideus en
achter schuiven ala major.
onderkaak
(protrusie) en
verplaatsing van
de discus
articularis naar
ventraal.
