DERDENWERKING VAN AANNEMINGSCONTRACTEN: Rechtstreekse vordering onderaannemer en theorie van
kwalitatieve rechten
1
,Inleiding
1. Bouwproject als contractueel netwerk
-Contractsoverschrijdende samenwerking (interne werking bouwnetwerk)
-Aansprakelijkheid (externe werking bouwnetwerk)
-Aannemersstructuren in het bouwproces
Keten van onderaanneming (verticale structuur)
o Er is één hoofdaannemer, die op zijn beurt verschillende onderaannemers inschakelt (bv.
dakwerker, loodgieter, vloerder).
o Deze onderaannemers kunnen op hun beurt ook weer onderaannemers inschakelen → zo
ontstaat een verticale keten.
o Deze keten van onderaanneming kan theoretisch oneindig doorgaan (meerdere graden)
o Juridische structuur: contractuele relaties verlopen verticaal tussen opeenvolgende partijen in de
keten
Nevenaanneming (horizontale structuur)
o Opdrachtgever sluit zelf meerdere aannemingsovereenkomsten met verschillende aannemers.
o Er is geen hoofdaannemer; alle aannemers werken parallel naast elkaar.
o De opdrachtgever is hier de "spin in het web", en coördineert alle betrokken partijen.
o Juridische structuur: alle aannemers zijn rechtstreeks verbonden met de opdrachtgever, maar
niet met elkaar
-Samenwerking in het bouwproces: juridische en feitelijke verhoudingen
Er zijn veel personen betrokken bij een bouwproject.
Ze zijn juridisch onafhankelijk van elkaar, maar feitelijk wel sterk afhankelijk van elkaars werk.
Er bestaat een grote interafhankelijkheid, zowel op:
o 1. Chronologisch niveau
Volgende aannemer kan pas starten als de vorige zijn werk goed heeft afgerond.
Voorbeeld: schilder kan pas beginnen als het pleisterwerk (plamuursel) van de stukadoor
goed is aangebracht.
o 2. Technisch niveau
Materiaal of infrastructuur wordt gedeeld (bv. bouwkraan, steigers).
Goede onderlinge coördinatie is noodzakelijk.
-Contractoverschrijdende samenwerking
In de praktijk werken partijen vaak nauw samen, ook al hebben ze geen rechtstreekse contractuele band
met elkaar
Contractsoverschrijdende samenwerking (interne werking bouwnetwerk) => valt buiten deze les
Aansprakelijkheid (externe werking bouwnetwerk) => wat we in deze les gaan behandelen
o Bv. de dakwerker maakt een fout, waardoor de schilder schade lijdt.
o Ze hebben geen contract met elkaar – kan er toch aansprakelijkheid zijn?
o Kunnen bouwpartijen aansprakelijk gesteld worden buiten contract om (ASA – aansprakelijkheid
uit onrechtmatige daad)?
2. Contractuele aansprakelijkheid derden-bouwactoren
-Derdenwerking (als uitzondering op relativiteitsbeginsel)
Derdenwerking betekent dat rechtsgevolgen van een rechtshandeling (zoals een contract) doorwerken
naar iemand die geen partij is bij die rechtshandeling
o <-> klassieke uitgangspunt in het contractenrecht: enkel contractspartijen gebonden zijn
(relativiteitsbeginsel)
2
, o Derdenwerking doorbreekt die regel: derde kan toch de gevolgen ondervinden van een
overeenkomst waar hij geen partij in is
In het klassieke contractenrecht bestaat er symmetrie: wie partij is bij de overeenkomst, ondervindt de
gevolgen.
o Bij derdenwerking wordt symmetrie doorgeknipt: overeenkomst kan toch gevolgen hebben voor
derden
o Bv. onderaannemer spreekt de opdrachtgever aan, hoewel zij geen contract met elkaar hebben
-Derdenwerking is een uitzondering op het relativiteitsbeginsel, dat fundamenteel is in het contractenrecht
(artikel 5.103 eerste lid BW)
Een overeenkomst houdt afspraken in voor partijen
o In principe kunnen andere personen (dan de contractspartijen) hier geen rechten uit putten of
verplicht worden iets te doen.
Het respecteert normaal gezien de autonomie en zelfbeschikking van de derde:
o Een derde mag niet tegen zijn wil gebonden worden aan een contract.
Ook het belang van de contractspartijen wordt beschermd
o Zij mogen niet worden aangesproken door derden die geen invloed hebben gehad op de inhoud
of de uitvoering van het contract.
Toch bestaan er uitzonderingen
o In sommige gevallen toelaatbaar of wenselijk dat een derde toch rechten of plichten ondervindt
van een contract.
o Er bestaan juridische constructies waarbij derdenwerking wel wordt aanvaard.
-Twee belangrijke rechtsfiguren in het Belgische recht
Rechtstreekse vordering van de onderaannemer
o De onderaannemer kan in bepaalde gevallen de opdrachtgever rechtstreeks aanspreken,
ondanks het ontbreken van een contractuele band.
Leer van de kwalitatieve rechten
o Bepaalde contractuele rechten kunnen overgaan op een derde (bv. bij eigendomsoverdracht)
o Derde kan dan rechten uitoefenen uit een contract, ook al heeft hij dat contract zelf niet
gesloten
Rechtstreekse vordering onderaannemer
1. Begrip
-In de verhouding tussen onderaannemer en opdrachtgever => rechtstreekse vordering is typisch voorbeeld van
derdenwerking: de onderaannemer is geen partij bij het contract tussen opdrachtgever en hoofdaannemer,
maar kan opdrachtgever toch aanspreken
-Typisch Frans-Belgische rechtsfiguur: de rechtstreekse vordering => oorsprong in het oude Franse recht
De rechtstreekse vordering bestond al in het Franse Burgerlijk Wetboek van 1804.
Oorspronkelijk zeer beperkt toepassingsgebied: enkel voor metselaars, timmerlieden en andere werklui.
Deze werkmannen konden hun loon rechtstreeks vorderen van de opdrachtgever, voor zover die nog iets
verschuldigd was aan de hoofdaannemer
-Uitbreiding in 1990: Wet van 17 februari 1990
Economische achtergrond
o De bouwsector kreeg zware klappen door de economische crisissen in de jaren 1970-80 (zoals
de tweede oliecrisis).
o Dit leidde tot veel faillissementen van aannemers.
o Gevolg: onderaannemers werden niet meer betaald en gingen zelf ook failliet → sneeuwbaleffect
o Onderaannemers zaten vaak in een kwetsbaardere financiële positie dan hoofdaannemers.
Doel van de wet van 1990: twee belangrijke maatregelen om de bouwsector te steunen
3
kwalitatieve rechten
1
,Inleiding
1. Bouwproject als contractueel netwerk
-Contractsoverschrijdende samenwerking (interne werking bouwnetwerk)
-Aansprakelijkheid (externe werking bouwnetwerk)
-Aannemersstructuren in het bouwproces
Keten van onderaanneming (verticale structuur)
o Er is één hoofdaannemer, die op zijn beurt verschillende onderaannemers inschakelt (bv.
dakwerker, loodgieter, vloerder).
o Deze onderaannemers kunnen op hun beurt ook weer onderaannemers inschakelen → zo
ontstaat een verticale keten.
o Deze keten van onderaanneming kan theoretisch oneindig doorgaan (meerdere graden)
o Juridische structuur: contractuele relaties verlopen verticaal tussen opeenvolgende partijen in de
keten
Nevenaanneming (horizontale structuur)
o Opdrachtgever sluit zelf meerdere aannemingsovereenkomsten met verschillende aannemers.
o Er is geen hoofdaannemer; alle aannemers werken parallel naast elkaar.
o De opdrachtgever is hier de "spin in het web", en coördineert alle betrokken partijen.
o Juridische structuur: alle aannemers zijn rechtstreeks verbonden met de opdrachtgever, maar
niet met elkaar
-Samenwerking in het bouwproces: juridische en feitelijke verhoudingen
Er zijn veel personen betrokken bij een bouwproject.
Ze zijn juridisch onafhankelijk van elkaar, maar feitelijk wel sterk afhankelijk van elkaars werk.
Er bestaat een grote interafhankelijkheid, zowel op:
o 1. Chronologisch niveau
Volgende aannemer kan pas starten als de vorige zijn werk goed heeft afgerond.
Voorbeeld: schilder kan pas beginnen als het pleisterwerk (plamuursel) van de stukadoor
goed is aangebracht.
o 2. Technisch niveau
Materiaal of infrastructuur wordt gedeeld (bv. bouwkraan, steigers).
Goede onderlinge coördinatie is noodzakelijk.
-Contractoverschrijdende samenwerking
In de praktijk werken partijen vaak nauw samen, ook al hebben ze geen rechtstreekse contractuele band
met elkaar
Contractsoverschrijdende samenwerking (interne werking bouwnetwerk) => valt buiten deze les
Aansprakelijkheid (externe werking bouwnetwerk) => wat we in deze les gaan behandelen
o Bv. de dakwerker maakt een fout, waardoor de schilder schade lijdt.
o Ze hebben geen contract met elkaar – kan er toch aansprakelijkheid zijn?
o Kunnen bouwpartijen aansprakelijk gesteld worden buiten contract om (ASA – aansprakelijkheid
uit onrechtmatige daad)?
2. Contractuele aansprakelijkheid derden-bouwactoren
-Derdenwerking (als uitzondering op relativiteitsbeginsel)
Derdenwerking betekent dat rechtsgevolgen van een rechtshandeling (zoals een contract) doorwerken
naar iemand die geen partij is bij die rechtshandeling
o <-> klassieke uitgangspunt in het contractenrecht: enkel contractspartijen gebonden zijn
(relativiteitsbeginsel)
2
, o Derdenwerking doorbreekt die regel: derde kan toch de gevolgen ondervinden van een
overeenkomst waar hij geen partij in is
In het klassieke contractenrecht bestaat er symmetrie: wie partij is bij de overeenkomst, ondervindt de
gevolgen.
o Bij derdenwerking wordt symmetrie doorgeknipt: overeenkomst kan toch gevolgen hebben voor
derden
o Bv. onderaannemer spreekt de opdrachtgever aan, hoewel zij geen contract met elkaar hebben
-Derdenwerking is een uitzondering op het relativiteitsbeginsel, dat fundamenteel is in het contractenrecht
(artikel 5.103 eerste lid BW)
Een overeenkomst houdt afspraken in voor partijen
o In principe kunnen andere personen (dan de contractspartijen) hier geen rechten uit putten of
verplicht worden iets te doen.
Het respecteert normaal gezien de autonomie en zelfbeschikking van de derde:
o Een derde mag niet tegen zijn wil gebonden worden aan een contract.
Ook het belang van de contractspartijen wordt beschermd
o Zij mogen niet worden aangesproken door derden die geen invloed hebben gehad op de inhoud
of de uitvoering van het contract.
Toch bestaan er uitzonderingen
o In sommige gevallen toelaatbaar of wenselijk dat een derde toch rechten of plichten ondervindt
van een contract.
o Er bestaan juridische constructies waarbij derdenwerking wel wordt aanvaard.
-Twee belangrijke rechtsfiguren in het Belgische recht
Rechtstreekse vordering van de onderaannemer
o De onderaannemer kan in bepaalde gevallen de opdrachtgever rechtstreeks aanspreken,
ondanks het ontbreken van een contractuele band.
Leer van de kwalitatieve rechten
o Bepaalde contractuele rechten kunnen overgaan op een derde (bv. bij eigendomsoverdracht)
o Derde kan dan rechten uitoefenen uit een contract, ook al heeft hij dat contract zelf niet
gesloten
Rechtstreekse vordering onderaannemer
1. Begrip
-In de verhouding tussen onderaannemer en opdrachtgever => rechtstreekse vordering is typisch voorbeeld van
derdenwerking: de onderaannemer is geen partij bij het contract tussen opdrachtgever en hoofdaannemer,
maar kan opdrachtgever toch aanspreken
-Typisch Frans-Belgische rechtsfiguur: de rechtstreekse vordering => oorsprong in het oude Franse recht
De rechtstreekse vordering bestond al in het Franse Burgerlijk Wetboek van 1804.
Oorspronkelijk zeer beperkt toepassingsgebied: enkel voor metselaars, timmerlieden en andere werklui.
Deze werkmannen konden hun loon rechtstreeks vorderen van de opdrachtgever, voor zover die nog iets
verschuldigd was aan de hoofdaannemer
-Uitbreiding in 1990: Wet van 17 februari 1990
Economische achtergrond
o De bouwsector kreeg zware klappen door de economische crisissen in de jaren 1970-80 (zoals
de tweede oliecrisis).
o Dit leidde tot veel faillissementen van aannemers.
o Gevolg: onderaannemers werden niet meer betaald en gingen zelf ook failliet → sneeuwbaleffect
o Onderaannemers zaten vaak in een kwetsbaardere financiële positie dan hoofdaannemers.
Doel van de wet van 1990: twee belangrijke maatregelen om de bouwsector te steunen
3