Personenbelas
ting
2024-2025
,BASISBEGINSELEN FISCAAL RECHT
BEGRIP EN KENMERKEN VAN DE BELASTING
BEGRIP “BELASTING”
De “belasting” is een bijdrage die volgens bepaalde rechtsregels door een overheid
wordt opgelegd met als doel het verzamelen van financiële middelen die nodig zijn om
uitgaven te doen in het algemeen belang en voor zover die bijdrage bij wet (decreet,
besluit … ) als belasting wordt erkend.
HOOFDKENMERKEN VAN “EEN BELASTING”
- Het financieel doel – het dekken en financieren van overheidsuitgaven
o Betreft diensten van openbaar nut (inrichten van onderwijs, voorzien van
gezondheidszorg …)
o Beoogt geen ‘indidueel’ toewijsbare tegenprestatie
- Het dwingend karakter: afdwingbaar via administratieve ofwel strafrechtelijke
sancties
o Europees Hof voor de Rechten van de Mens hanteert principe “non bis in
idem”
o Wet 20 september 2012 bevestigt het ‘una via’-principe
OVERHEIDSINKOMSTEN DIE GEEN BELASTINGEN ZIJN
1. Retributies
o Een retributie is een vergoeding die de overheid van bepaalde
heffingsplichtigen vordert als tegenprestatie voor de levering van een
bijzondere dienst in hun persoonlijk belang of de toestemming voor een
rechtstreeks bijzonder voordeel. Voorbeelden zijn het gebruik van de
sporthal, de toegang tot een museum, de inname van een standplaats op
een kermis, de parkeerretributie, tolgelden voor gebruik van bruggen, enz.
…)
o Soms is verschil met een belasting moeilijk te maken bv.
”urbanisatiebelasting”. Deze verhaalbelasting wordt forfaitair
doorgerekend aan een groep van mensen en is niet steeds gebonden aan
specifieke werken
o ‘Toetsting’ van deze administratieve maatregel mogelijk door Raad van
State
2. Parafiscale of sociale bijdragen
o De lasten van de sociale zekerheid worden niet alleen door de werkgevers
en de werknemers gedragen. De federale overheid betaalt jaarlijks een
forfaitaire som aan de RSZ. Daarnaast bestaat er sinds enkele jaren ook
een alternatieve financiering van de sociale zekerheid.
1
, o In 2021 bedroegen de totale uitgaven voor sociale bescherming in België
zo’n 152,4 miljard euro of 30,3% van het bbp -
https://www.nbb.be/nl/artikels/zijn-de-overheidsuitgaven-voor-pensioenen-
belgie-houdbaar-een-vergelijking-met-andere
FUNCTIES VAN DE BELASTING
1. De financiële functie van de belasting
o Betreft de hoofdfunctie van de belastingen (ong. 97% van de
overheidsinkomsten)
o Wordt gerealiseerd door geldelijke bijdragen en geregeld via de techniek
van voorschotten (evt. verrekenbaarheid en terugbetaalbaarheid)
2. De economische functie van de belasting laat haar invloed gelden:
o Op de prijsvorming bv. brandstof, sigaretten, verzekeringsdiensten
(verzekering rechtsbijstand) …
o Op het spaarwezen bv. vrijstelling van interesten op spaardeposito’s en
dividen, verhoging roerende voorheffing, belastingvoordelen voor
pesioensparen …
o Op het consumptiegedrag bv. invoerrechten, toepassing verschillende
btw-tarieven (nieuwbouw versus vernieuwbouw), registratierechten bij
aankoop woning met beperkt KI …
o Op de investeringen bv. bijkomende fiscale aftrek voor nieuwe
investeringen “investeringsaftrek”
o Op de tewerkstelling bv. belastingkrediet voor lage activiteitinkomsten,
verminderingen bedrijfsvoorheffing
3. De sociale functie van de belasting
o Inkomens-herverdelend via progressieve belastingtarieven in de
personenbelasting
o Verlenen van specifieke verminderingen bv. handicap, personen ten laste
…
WIE (OVERHEDEN) MAG BELASTING HEFFEN
De overheden die bevoegd zijn om belastingen te heffen zijn vastgelegd in de art. 170 en
173 Gw. Het gaat i.c. over volgende instanties:
- Federale overheid (bv. personenbelasting en vennootschapsbelasting)
- Lokale en regionale overheden (bv. gewesten, gemeenschappen, gemeenten,
provincies en de agglomeratie Brussel) – ook met betrekkingen tot de
personenbelasting
- Supranationale overheden (bv. Europa)
2
, - Publiekrechtelijke instellingen (bv. Polders en Wateringen)
Opmerkingen:
- Sommige belastingen worden bepaald door diverse overheden (bv.
Personenbelasting wordt verhoogd met gemeentelijke opcentiemen. De
onroerende voorheffing: het bedrag van de onroerende voorheffing wordt bepaald
door het Gewest, de provincie en de gemeente van de ligging van het onroerend
goed)
https://www.vlaanderen.be/lokaal-bestuur/opcentiemen-en-aanvullende-lokale-
belastingen/aanslagvoeten-per-gemeente
- Art. 170, §2 Gw. verleent aan de gewesten een eigenlijke fiscale autonomie (vnl.
mileubelastingen zoals bv. heffing op meststoffen)
- Art. 175 en 177 Gw. verleent aan de gewesten een oneigenlijke fiscale
bevoegdheid door de “overgedragen en toegewezen belastingen afkomstig van de
federale staat” (Bijzondere Financieringswet (BFW) 16 januari 1989)
- BFW 6 januari 2014: uitbreiding van de fiscale autonomie van de gewesten in de
personenbelasting (enkel inzake berekeningen en niet in bepaling van de
belastbare grondslag of belastbaar inkomen)
GRONDWETTELIJKE BEGINSELEN VAN DE BELASTINGHEFFING
De grondwet bevat ter bescherming van de burgers 3 basisbeginselen (art. 170-172 Gw.):
- Het legaliteits- of wettelijkheidsbeginsel (art. 170 Gw.)
- Het anualiteits- of éénjarigheidsbeginsel (art. 171 Gw.)
- Het gelijkheidsbeginsel (art. 172 Gw.)
HET LEGALITEITSBEGINSEL (ART. 170 GW. )
- Principiële belastingvrijdom: geen belastingheffing tenzij de wetgever
(wetgevende macht) ander bepaalt
- De invoering van een belasting bevat noodzakelijkerwijze een aantal facetten:
o Vaststelling van het belastingsubject (belastingplichtige)
o Bepaling van de grondslag (belastbare basis)
o Bepaling van de heffing (belastingberekening)
o Procedurele aspecten in verband met de belastingen
- Gevolgen van het legaliteitsbeginsel:
o Het principe van de “belastingvrijdom” of vermoeden van “niet-
belastbaarheid” (bv. vergoeding voor geleden morele schade, meerwaarde
verkoop van eigen woning …)
o Gebonden bevoegdheid van de belastingadministratie d.w.z. geen
kwijtschelding of vermindering van belastingen verleend door de
belastingadministratie en administratieve richtlijnen dienen conform de wet
opgesteld te worden (dura lex sed lex)
o Minister van Financiën heeft wel de mogelijkheid om fiscale boetes en
interesten geheel of ten dele kwijt te schelden maar niet de belasting zelf!
3
ting
2024-2025
,BASISBEGINSELEN FISCAAL RECHT
BEGRIP EN KENMERKEN VAN DE BELASTING
BEGRIP “BELASTING”
De “belasting” is een bijdrage die volgens bepaalde rechtsregels door een overheid
wordt opgelegd met als doel het verzamelen van financiële middelen die nodig zijn om
uitgaven te doen in het algemeen belang en voor zover die bijdrage bij wet (decreet,
besluit … ) als belasting wordt erkend.
HOOFDKENMERKEN VAN “EEN BELASTING”
- Het financieel doel – het dekken en financieren van overheidsuitgaven
o Betreft diensten van openbaar nut (inrichten van onderwijs, voorzien van
gezondheidszorg …)
o Beoogt geen ‘indidueel’ toewijsbare tegenprestatie
- Het dwingend karakter: afdwingbaar via administratieve ofwel strafrechtelijke
sancties
o Europees Hof voor de Rechten van de Mens hanteert principe “non bis in
idem”
o Wet 20 september 2012 bevestigt het ‘una via’-principe
OVERHEIDSINKOMSTEN DIE GEEN BELASTINGEN ZIJN
1. Retributies
o Een retributie is een vergoeding die de overheid van bepaalde
heffingsplichtigen vordert als tegenprestatie voor de levering van een
bijzondere dienst in hun persoonlijk belang of de toestemming voor een
rechtstreeks bijzonder voordeel. Voorbeelden zijn het gebruik van de
sporthal, de toegang tot een museum, de inname van een standplaats op
een kermis, de parkeerretributie, tolgelden voor gebruik van bruggen, enz.
…)
o Soms is verschil met een belasting moeilijk te maken bv.
”urbanisatiebelasting”. Deze verhaalbelasting wordt forfaitair
doorgerekend aan een groep van mensen en is niet steeds gebonden aan
specifieke werken
o ‘Toetsting’ van deze administratieve maatregel mogelijk door Raad van
State
2. Parafiscale of sociale bijdragen
o De lasten van de sociale zekerheid worden niet alleen door de werkgevers
en de werknemers gedragen. De federale overheid betaalt jaarlijks een
forfaitaire som aan de RSZ. Daarnaast bestaat er sinds enkele jaren ook
een alternatieve financiering van de sociale zekerheid.
1
, o In 2021 bedroegen de totale uitgaven voor sociale bescherming in België
zo’n 152,4 miljard euro of 30,3% van het bbp -
https://www.nbb.be/nl/artikels/zijn-de-overheidsuitgaven-voor-pensioenen-
belgie-houdbaar-een-vergelijking-met-andere
FUNCTIES VAN DE BELASTING
1. De financiële functie van de belasting
o Betreft de hoofdfunctie van de belastingen (ong. 97% van de
overheidsinkomsten)
o Wordt gerealiseerd door geldelijke bijdragen en geregeld via de techniek
van voorschotten (evt. verrekenbaarheid en terugbetaalbaarheid)
2. De economische functie van de belasting laat haar invloed gelden:
o Op de prijsvorming bv. brandstof, sigaretten, verzekeringsdiensten
(verzekering rechtsbijstand) …
o Op het spaarwezen bv. vrijstelling van interesten op spaardeposito’s en
dividen, verhoging roerende voorheffing, belastingvoordelen voor
pesioensparen …
o Op het consumptiegedrag bv. invoerrechten, toepassing verschillende
btw-tarieven (nieuwbouw versus vernieuwbouw), registratierechten bij
aankoop woning met beperkt KI …
o Op de investeringen bv. bijkomende fiscale aftrek voor nieuwe
investeringen “investeringsaftrek”
o Op de tewerkstelling bv. belastingkrediet voor lage activiteitinkomsten,
verminderingen bedrijfsvoorheffing
3. De sociale functie van de belasting
o Inkomens-herverdelend via progressieve belastingtarieven in de
personenbelasting
o Verlenen van specifieke verminderingen bv. handicap, personen ten laste
…
WIE (OVERHEDEN) MAG BELASTING HEFFEN
De overheden die bevoegd zijn om belastingen te heffen zijn vastgelegd in de art. 170 en
173 Gw. Het gaat i.c. over volgende instanties:
- Federale overheid (bv. personenbelasting en vennootschapsbelasting)
- Lokale en regionale overheden (bv. gewesten, gemeenschappen, gemeenten,
provincies en de agglomeratie Brussel) – ook met betrekkingen tot de
personenbelasting
- Supranationale overheden (bv. Europa)
2
, - Publiekrechtelijke instellingen (bv. Polders en Wateringen)
Opmerkingen:
- Sommige belastingen worden bepaald door diverse overheden (bv.
Personenbelasting wordt verhoogd met gemeentelijke opcentiemen. De
onroerende voorheffing: het bedrag van de onroerende voorheffing wordt bepaald
door het Gewest, de provincie en de gemeente van de ligging van het onroerend
goed)
https://www.vlaanderen.be/lokaal-bestuur/opcentiemen-en-aanvullende-lokale-
belastingen/aanslagvoeten-per-gemeente
- Art. 170, §2 Gw. verleent aan de gewesten een eigenlijke fiscale autonomie (vnl.
mileubelastingen zoals bv. heffing op meststoffen)
- Art. 175 en 177 Gw. verleent aan de gewesten een oneigenlijke fiscale
bevoegdheid door de “overgedragen en toegewezen belastingen afkomstig van de
federale staat” (Bijzondere Financieringswet (BFW) 16 januari 1989)
- BFW 6 januari 2014: uitbreiding van de fiscale autonomie van de gewesten in de
personenbelasting (enkel inzake berekeningen en niet in bepaling van de
belastbare grondslag of belastbaar inkomen)
GRONDWETTELIJKE BEGINSELEN VAN DE BELASTINGHEFFING
De grondwet bevat ter bescherming van de burgers 3 basisbeginselen (art. 170-172 Gw.):
- Het legaliteits- of wettelijkheidsbeginsel (art. 170 Gw.)
- Het anualiteits- of éénjarigheidsbeginsel (art. 171 Gw.)
- Het gelijkheidsbeginsel (art. 172 Gw.)
HET LEGALITEITSBEGINSEL (ART. 170 GW. )
- Principiële belastingvrijdom: geen belastingheffing tenzij de wetgever
(wetgevende macht) ander bepaalt
- De invoering van een belasting bevat noodzakelijkerwijze een aantal facetten:
o Vaststelling van het belastingsubject (belastingplichtige)
o Bepaling van de grondslag (belastbare basis)
o Bepaling van de heffing (belastingberekening)
o Procedurele aspecten in verband met de belastingen
- Gevolgen van het legaliteitsbeginsel:
o Het principe van de “belastingvrijdom” of vermoeden van “niet-
belastbaarheid” (bv. vergoeding voor geleden morele schade, meerwaarde
verkoop van eigen woning …)
o Gebonden bevoegdheid van de belastingadministratie d.w.z. geen
kwijtschelding of vermindering van belastingen verleend door de
belastingadministratie en administratieve richtlijnen dienen conform de wet
opgesteld te worden (dura lex sed lex)
o Minister van Financiën heeft wel de mogelijkheid om fiscale boetes en
interesten geheel of ten dele kwijt te schelden maar niet de belasting zelf!
3