Psychodiagnostiek 3
→ kijk bij samenvatting van caroline op word voor allemaal oefeningen en toepassingen van in de les
Les 1: Handvatten voor kwaliteitsvolle psychodiagnostiek
Doel
Integraal en zelfstandig doorlopen van klinisch psychodiagnostisch traject
❖ Info verzamelen
❖ Hypothesen formuleren: onderkennend & verklarend
❖ Samenstellen van onderzoeksbatterij
❖ Analyseren, interpreteren en integreren van info
❖ Eerste stap in indicatiestelling & advies
PSD voor, tijdens en na de begeleiding
● Kwaliteitsvolle PSD = voorwaarde voor:
○ effectieve hulpverlening
○ efficiënte hulpverlening
● Maar … ruimer → PSD voor, tijdens en na interventies
○ startpunt voor interventies
○ middel om interventies bij te sturen
○ middel om effect van interventies te evalueren
● Interventies hebben ook diagnostische waarde
○ interventies als toets van je IB (integratief beeld)
○ nagaan of je beeld klopt
⇒ In continue interactie
ROM = Routine outcome monitoring
→ hetzelfde instrument, herhaalde metingen doen, om zicht te krijgen op de evolutie van bepaalde
klachten.
Instrumenten zijn hulpmiddelen:
➔ niet enkel tests en vragenlijsten (ook interview, observatie en registratie)
➔ niet enkel scores (ook inhoudelijke, formele en relationele aspecten)
,⇒ Niet de test staat centraal, maar wel de psychodiagnosticus die via interpretatie, op een
methodische wijze (=procesmodel) komt tot een integratie en indicatie.
Wanneer zijn andere middelen belangrijk?
- wanneer iemand weinig ziekte inzicht hebben (geen zelfrapportage)
De vele gezichten van PSD
0de lijn - weinig tot geen diagnostiek
Algemene preventie - opkomst van online screeningsinstrumenten
- zelf testing
1e lijn - exploratie, kortdurende begeleiding en doorverwijzing
Preventie & laagdrempelige - gericht op ernst en hulpvraag
hulpverlening - interview, klachtenlijsten, hulp vragenlijsten
2e lijn - meer diagnostische analyse
Ambulante begeleiding - gericht op indicatiestelling
- diepgaand interview, gerichte testing
3e lijn - uitgebreid en gespecialiseerd onderzoek
Residentiële begeleiding - brede testbatterij
4e lijn - onderzoek in kader van verder traject: predictie en evaluatie
Revalidatie en rehabilitatie - specifieke instrumenten, rapportage door derden
PSD gaat om het vaststellen van diagnoses en labels
Categoriaal:
➢ Stoornissen beschreven a.d.h.v. verschillende criteria
➢ Minimum aantal criteria moet voldaan zijn, anders wordt categorie niet toegekend
➢ Alles of niets opvatting
➢ Uitgangspunt: categorieën inhoudelijk te onderscheiden en niet overlappend
➢ Bv. DSM-5, ICD-10
Dimensionaal:
➢ Psychische stoornissen dimensionaal van aard
➢ Kwalitatief niet anders dan normale functioneren
➢ Elke persoon unieke positie op elk van deze dimensies
➢ Dimensies niet mutueel exclusief
➢ Bv. HiTOP
Transdiagnostische factoren = onderliggende mechanismen die leiden tot verschillende
problemen/stoornissen of deze in stand houden.
Kunnen verwijzen naar:
● gelijke symptomen, gedragingen, copingstrategieën en psychologische factoren
● onderliggende overeenkomstige neurobiologische factoren
● gelijke behandelinterventies
● universele beschermende factoren
Handelingsgerichte diagnostiek
- gericht op geïndividualiseerd advies
- vertrekt steeds vanuit indicerende vraagstelling
, - onderkennende en verklarende diagnostiek kunnen aangewend worden i.f.v. indicatieanalyse,
maar vormen geen doelstelling op zich
Kwaliteitsvolle diagnostiek
→ 9 uitgangspunten psychodiagnostisch procesmodel (zie PSD 2 voor meer details)
1) De PD handelt en denkt als een scientist-practitioner
2) De PD stelt de cliënt steeds centraal
3) De PD handelt en denkt interventie gericht
4) De PD handelt en denkt systematisch
5) De PD hanteert een transactioneel referentiekader
6) De PD werkt constructief samen met de cliënt en andere betrokkenen
7) De PD handelt en denkt fair en cultuurbewust
8) De PD benut en versterkt de positieve aspecten van de cliënt en zijn omgeving
9) Het handelen van de PD is steeds in lijn met wettelijke en deontologische richtlijnen & ethische waarden en normen
● multi informant
● multi methodisch
● multidisciplinair
Definitie klinische PSD
➢ Oordeelsvorming/ zoek- en beslissingsproces: informatie verzamelen, interpreteren en
integreren
○ 4e uitgangspunt: systematische procedure
➢ In een dialoog tussen diagnosticus en client + omgeving
○ constructieve samenwerking
➢ Klachten en psychisch functioneren van de cliënt + invloed omgeving (extern) en
persoonlijkheid/temperament
○ KOP-model
➢ Gefaseerd proces, gebaseerd op hypothesetoetsing
○ 1e uitgangspunt: scientist practitioner
Doel = ontwerpen van de meest adequate aanpak van de problemen. (3e uitgangspunt)
Transactioneel referentiekader
Klachten en problemen zijn het gevolg van combinatie van de
omgeving en het individu
Les 2: werkcollege 1
Aanmelding
- alles wat voor het eerste contact/gesprek gebeurt
- startpunt PSD proces
Doel = antwoord op
1. is de aanmelding ontvankelijk
2. zo ja, wat is het vervolgtraject
, Resultaat:
● gezamenlijke beslissing van PD en cliënt om PSD proces voort te zetten of te beëindigen
● concrete afspraken voor vervolgtraject
Handelen
Informatie verzamelen: wie komt met wat net nu naar hier? Wie?
● Naam, leeftijd, geslacht, contactgegevens cliënt (Larysa, 36jarige vrouw)
● Cliënt – aanmelder – verwijzer
○ Als verwijzer contactgegevens? Functie? Setting? Referentiekader?
○ Als cliënt is er een verwijzer? Zo ja, wie? (Aanmelder - Arts via asielcentrum)
Met wat?
● Klacht: aard en ernst (Hoofdpijn, buikpijn, spierpijn, geen medische oorzaak voor te vinden)
○ Vraag/verwachting
○ Hulpvraag = vraag van cliënt specifieke hypothese(n)? (geen hulpvraag)
○ Aanvraag = vraag van de verwijzer, specifieke hypothese(n)?
■ (slaapmedicatie een goed idee? Welke interventies kunnen we voorstellen?)
○ Houding van cliënt? (ze is wat weigerachtig maar is bereid op intake te komen)
Net nu? = aanleiding (omdat na medisch onderzoek bleek er geen oorzaak te zijn gevonden)
Naar hier? = Waarom keuze voor deze setting? (Weten niet waarom de arts haar naar daar verwijst)
Informatie geven:
- zowel bij verderzetting van traject als bij doorverwijzen
- info over denkwijze, contactgegevens, praktische afspraken, kostprijs, terugbetaling…
Denken
Is de aanmelding ontvankelijk?
● Inhoudelijke criteria toetsen
- Is de aanmelding hier op de juiste plaats?
- Sluit deze aan bij werkterrein (setting) en deskundigheid (competenties PD)?
- (is hier van de orde) (op voorhand verdiepen en informatie opzoeken)
● Deontologische en wettelijke criteria toetsen
- Zijn de posities van de betrokkenen conform de deontologie en de wettelijke
bepalingen? (is hier in orde)
Afronding
Resultaat van de aanmelding = beslissing of het PSD proces verder gezet kan worden
Is de aanmelding ontvankelijk? Ja → intake/vooronderzoek, Nee → doorverwijzen
Intake/vooronderzoek
Doelstellingen:
1. gericht informatie verzamelen
2. opbouwen van een professionele relatie
⇒ Evenwicht tussen:
- volgen: open vragen stellen, parafraseren, samenvatten
- sturen: gerichte vragen stellen, nieuwe onderwerpen, terugkomen op iets, concretiseren…
→ kijk bij samenvatting van caroline op word voor allemaal oefeningen en toepassingen van in de les
Les 1: Handvatten voor kwaliteitsvolle psychodiagnostiek
Doel
Integraal en zelfstandig doorlopen van klinisch psychodiagnostisch traject
❖ Info verzamelen
❖ Hypothesen formuleren: onderkennend & verklarend
❖ Samenstellen van onderzoeksbatterij
❖ Analyseren, interpreteren en integreren van info
❖ Eerste stap in indicatiestelling & advies
PSD voor, tijdens en na de begeleiding
● Kwaliteitsvolle PSD = voorwaarde voor:
○ effectieve hulpverlening
○ efficiënte hulpverlening
● Maar … ruimer → PSD voor, tijdens en na interventies
○ startpunt voor interventies
○ middel om interventies bij te sturen
○ middel om effect van interventies te evalueren
● Interventies hebben ook diagnostische waarde
○ interventies als toets van je IB (integratief beeld)
○ nagaan of je beeld klopt
⇒ In continue interactie
ROM = Routine outcome monitoring
→ hetzelfde instrument, herhaalde metingen doen, om zicht te krijgen op de evolutie van bepaalde
klachten.
Instrumenten zijn hulpmiddelen:
➔ niet enkel tests en vragenlijsten (ook interview, observatie en registratie)
➔ niet enkel scores (ook inhoudelijke, formele en relationele aspecten)
,⇒ Niet de test staat centraal, maar wel de psychodiagnosticus die via interpretatie, op een
methodische wijze (=procesmodel) komt tot een integratie en indicatie.
Wanneer zijn andere middelen belangrijk?
- wanneer iemand weinig ziekte inzicht hebben (geen zelfrapportage)
De vele gezichten van PSD
0de lijn - weinig tot geen diagnostiek
Algemene preventie - opkomst van online screeningsinstrumenten
- zelf testing
1e lijn - exploratie, kortdurende begeleiding en doorverwijzing
Preventie & laagdrempelige - gericht op ernst en hulpvraag
hulpverlening - interview, klachtenlijsten, hulp vragenlijsten
2e lijn - meer diagnostische analyse
Ambulante begeleiding - gericht op indicatiestelling
- diepgaand interview, gerichte testing
3e lijn - uitgebreid en gespecialiseerd onderzoek
Residentiële begeleiding - brede testbatterij
4e lijn - onderzoek in kader van verder traject: predictie en evaluatie
Revalidatie en rehabilitatie - specifieke instrumenten, rapportage door derden
PSD gaat om het vaststellen van diagnoses en labels
Categoriaal:
➢ Stoornissen beschreven a.d.h.v. verschillende criteria
➢ Minimum aantal criteria moet voldaan zijn, anders wordt categorie niet toegekend
➢ Alles of niets opvatting
➢ Uitgangspunt: categorieën inhoudelijk te onderscheiden en niet overlappend
➢ Bv. DSM-5, ICD-10
Dimensionaal:
➢ Psychische stoornissen dimensionaal van aard
➢ Kwalitatief niet anders dan normale functioneren
➢ Elke persoon unieke positie op elk van deze dimensies
➢ Dimensies niet mutueel exclusief
➢ Bv. HiTOP
Transdiagnostische factoren = onderliggende mechanismen die leiden tot verschillende
problemen/stoornissen of deze in stand houden.
Kunnen verwijzen naar:
● gelijke symptomen, gedragingen, copingstrategieën en psychologische factoren
● onderliggende overeenkomstige neurobiologische factoren
● gelijke behandelinterventies
● universele beschermende factoren
Handelingsgerichte diagnostiek
- gericht op geïndividualiseerd advies
- vertrekt steeds vanuit indicerende vraagstelling
, - onderkennende en verklarende diagnostiek kunnen aangewend worden i.f.v. indicatieanalyse,
maar vormen geen doelstelling op zich
Kwaliteitsvolle diagnostiek
→ 9 uitgangspunten psychodiagnostisch procesmodel (zie PSD 2 voor meer details)
1) De PD handelt en denkt als een scientist-practitioner
2) De PD stelt de cliënt steeds centraal
3) De PD handelt en denkt interventie gericht
4) De PD handelt en denkt systematisch
5) De PD hanteert een transactioneel referentiekader
6) De PD werkt constructief samen met de cliënt en andere betrokkenen
7) De PD handelt en denkt fair en cultuurbewust
8) De PD benut en versterkt de positieve aspecten van de cliënt en zijn omgeving
9) Het handelen van de PD is steeds in lijn met wettelijke en deontologische richtlijnen & ethische waarden en normen
● multi informant
● multi methodisch
● multidisciplinair
Definitie klinische PSD
➢ Oordeelsvorming/ zoek- en beslissingsproces: informatie verzamelen, interpreteren en
integreren
○ 4e uitgangspunt: systematische procedure
➢ In een dialoog tussen diagnosticus en client + omgeving
○ constructieve samenwerking
➢ Klachten en psychisch functioneren van de cliënt + invloed omgeving (extern) en
persoonlijkheid/temperament
○ KOP-model
➢ Gefaseerd proces, gebaseerd op hypothesetoetsing
○ 1e uitgangspunt: scientist practitioner
Doel = ontwerpen van de meest adequate aanpak van de problemen. (3e uitgangspunt)
Transactioneel referentiekader
Klachten en problemen zijn het gevolg van combinatie van de
omgeving en het individu
Les 2: werkcollege 1
Aanmelding
- alles wat voor het eerste contact/gesprek gebeurt
- startpunt PSD proces
Doel = antwoord op
1. is de aanmelding ontvankelijk
2. zo ja, wat is het vervolgtraject
, Resultaat:
● gezamenlijke beslissing van PD en cliënt om PSD proces voort te zetten of te beëindigen
● concrete afspraken voor vervolgtraject
Handelen
Informatie verzamelen: wie komt met wat net nu naar hier? Wie?
● Naam, leeftijd, geslacht, contactgegevens cliënt (Larysa, 36jarige vrouw)
● Cliënt – aanmelder – verwijzer
○ Als verwijzer contactgegevens? Functie? Setting? Referentiekader?
○ Als cliënt is er een verwijzer? Zo ja, wie? (Aanmelder - Arts via asielcentrum)
Met wat?
● Klacht: aard en ernst (Hoofdpijn, buikpijn, spierpijn, geen medische oorzaak voor te vinden)
○ Vraag/verwachting
○ Hulpvraag = vraag van cliënt specifieke hypothese(n)? (geen hulpvraag)
○ Aanvraag = vraag van de verwijzer, specifieke hypothese(n)?
■ (slaapmedicatie een goed idee? Welke interventies kunnen we voorstellen?)
○ Houding van cliënt? (ze is wat weigerachtig maar is bereid op intake te komen)
Net nu? = aanleiding (omdat na medisch onderzoek bleek er geen oorzaak te zijn gevonden)
Naar hier? = Waarom keuze voor deze setting? (Weten niet waarom de arts haar naar daar verwijst)
Informatie geven:
- zowel bij verderzetting van traject als bij doorverwijzen
- info over denkwijze, contactgegevens, praktische afspraken, kostprijs, terugbetaling…
Denken
Is de aanmelding ontvankelijk?
● Inhoudelijke criteria toetsen
- Is de aanmelding hier op de juiste plaats?
- Sluit deze aan bij werkterrein (setting) en deskundigheid (competenties PD)?
- (is hier van de orde) (op voorhand verdiepen en informatie opzoeken)
● Deontologische en wettelijke criteria toetsen
- Zijn de posities van de betrokkenen conform de deontologie en de wettelijke
bepalingen? (is hier in orde)
Afronding
Resultaat van de aanmelding = beslissing of het PSD proces verder gezet kan worden
Is de aanmelding ontvankelijk? Ja → intake/vooronderzoek, Nee → doorverwijzen
Intake/vooronderzoek
Doelstellingen:
1. gericht informatie verzamelen
2. opbouwen van een professionele relatie
⇒ Evenwicht tussen:
- volgen: open vragen stellen, parafraseren, samenvatten
- sturen: gerichte vragen stellen, nieuwe onderwerpen, terugkomen op iets, concretiseren…