Hoofdstuk 22: Motivatie:
§22.1: Wat is motivatie?:
De wil of iets te doen of te bereiken noemen we motivatie. Het woord motivatie is afgeleid
van het Latijnse woord movere dat in beweging brengen betekent. Psychologen
onderscheiden motivatie in twee vormen: de intrinsieke motivatie, en de extrinsieke
motivatie. Bij intrinsieke motivatie doe je iets als het voor jezelf is. Je doet het voor de
activiteit, omdat deze activiteit blijkbaar een behoefte voor jou bevredigt. Dit kan bijvoorbeeld
hardlopen zijn, maar ook dat je studeert vanuit een interesse naar het onderwerp. Je hoeft
de activiteit overigens niet per se leuk te vinden. Je doet de activiteit dus, omdat je activiteit
zelf belangrijk vindt. Bij extrinsieke motivatie gaat het erom dat de activiteit je altijd wat
oplevert. Een goed voorbeeld hiervan is werken bij je bijbaantje. Je werkt er, omdat je geld
wilt verdienen. Er is een externe prikkel die je tot actie aanzet. Als deze externe prikkel te
groot is raak je juist minder gemotiveerd. Wanneer je bijvoorbeeld bij je bantje veel geld
krijgt voor het werk dat je doet, ga je denken: ‘als ik het doe voor het geld, dan doe ik het
blijkbaar niet, omdat ik het leuk vind’. Met als gevolg dat je plezier en inzet gaat afnemen. Dit
noemen we onrechtvaardiging.
Onder motivatie liggen altijd verschillende redenen die jou tot het gevoel van
motivatie aanzetten. Deze redenen noemen we motieven.
Volgens de theorie van psycholoog
Abraham Maslow (humanistisch
psycholoog) zijn we voortdurend
bezig met het bevredigen van onze
behoeften. In het bevredigen van
onze behoeften stellen we steeds
prioriteiten. In zijn theorie is er een
rangorde van onze behoeften: een
hiërarchie. Hoe hoger onze behoefte
in de hiërarchie, hoe hoger de
motivatie om deze te bevredigen. Dit
noemen we de behoeftehiërarchie.
De behoeftehiërarchie is opgebouwd in vijf lagen:
1. Groei: Dit is de behoefte om te kunnen groeien op persoonlijk en mentaal gebied. Dit
kan door middel van studeren, creativiteit, problemen oplossen en het zelfbewust
zijn.
2. Waardering: Het gaat erom dat je de beste versie van jezelf wordt. Je ontwikkelt
jezelf, waardoor je iets bereikt en een status krijgt.
3. Sociaal contact: De behoefte aan vriendschap, liefde en positief-sociale relaties. Het
laat je voelen dat je deel uitmaakt van een groter sociaal geheel.
4. Zekerheid: Zaken zoals huisvesting, een netwerk, werk en inkomen.
5. Overleven: Deze zaken zorgen dat wij onszelf in leven houden. Als je honger hebt
ga je eten, als je moe bent ga je slapen, etc.
Als iemand vooral bezig is met de laagste laag, is het voor deze persoon veel lastiger om te
zorgen dat de overige vier lagen ook nog worden bevredigd. Iemand kan pas groeien als
deze persoon de onderste laag minimaal heeft bevredigd.
§22.1: Wat is motivatie?:
De wil of iets te doen of te bereiken noemen we motivatie. Het woord motivatie is afgeleid
van het Latijnse woord movere dat in beweging brengen betekent. Psychologen
onderscheiden motivatie in twee vormen: de intrinsieke motivatie, en de extrinsieke
motivatie. Bij intrinsieke motivatie doe je iets als het voor jezelf is. Je doet het voor de
activiteit, omdat deze activiteit blijkbaar een behoefte voor jou bevredigt. Dit kan bijvoorbeeld
hardlopen zijn, maar ook dat je studeert vanuit een interesse naar het onderwerp. Je hoeft
de activiteit overigens niet per se leuk te vinden. Je doet de activiteit dus, omdat je activiteit
zelf belangrijk vindt. Bij extrinsieke motivatie gaat het erom dat de activiteit je altijd wat
oplevert. Een goed voorbeeld hiervan is werken bij je bijbaantje. Je werkt er, omdat je geld
wilt verdienen. Er is een externe prikkel die je tot actie aanzet. Als deze externe prikkel te
groot is raak je juist minder gemotiveerd. Wanneer je bijvoorbeeld bij je bantje veel geld
krijgt voor het werk dat je doet, ga je denken: ‘als ik het doe voor het geld, dan doe ik het
blijkbaar niet, omdat ik het leuk vind’. Met als gevolg dat je plezier en inzet gaat afnemen. Dit
noemen we onrechtvaardiging.
Onder motivatie liggen altijd verschillende redenen die jou tot het gevoel van
motivatie aanzetten. Deze redenen noemen we motieven.
Volgens de theorie van psycholoog
Abraham Maslow (humanistisch
psycholoog) zijn we voortdurend
bezig met het bevredigen van onze
behoeften. In het bevredigen van
onze behoeften stellen we steeds
prioriteiten. In zijn theorie is er een
rangorde van onze behoeften: een
hiërarchie. Hoe hoger onze behoefte
in de hiërarchie, hoe hoger de
motivatie om deze te bevredigen. Dit
noemen we de behoeftehiërarchie.
De behoeftehiërarchie is opgebouwd in vijf lagen:
1. Groei: Dit is de behoefte om te kunnen groeien op persoonlijk en mentaal gebied. Dit
kan door middel van studeren, creativiteit, problemen oplossen en het zelfbewust
zijn.
2. Waardering: Het gaat erom dat je de beste versie van jezelf wordt. Je ontwikkelt
jezelf, waardoor je iets bereikt en een status krijgt.
3. Sociaal contact: De behoefte aan vriendschap, liefde en positief-sociale relaties. Het
laat je voelen dat je deel uitmaakt van een groter sociaal geheel.
4. Zekerheid: Zaken zoals huisvesting, een netwerk, werk en inkomen.
5. Overleven: Deze zaken zorgen dat wij onszelf in leven houden. Als je honger hebt
ga je eten, als je moe bent ga je slapen, etc.
Als iemand vooral bezig is met de laagste laag, is het voor deze persoon veel lastiger om te
zorgen dat de overige vier lagen ook nog worden bevredigd. Iemand kan pas groeien als
deze persoon de onderste laag minimaal heeft bevredigd.