Hoofdstuk 17: Cognitieve dissonantie:
§17.1: Wat is cognitieve dissonantie?:
Je weet heel veel over jezelf. Ieder jaar maken we weer goede voornemens, maar de
meeste hiervan komen nooit uit. Je doet iets dat eigenlijk tegen je goede voornemen in gaat.
Deze tegenstrijdigheid roept een vervelend gevoel op. Dit gevoel noemen we cognitieve
dissonantie. Omdat dit gevoel niet zo fijn is zal je het gevoel waarschijnlijk proberen te laten
verdwijnen. Zodra je mening en gedrag weer op één lijn zitten, neemt het onprettige gevoel
af. Dat is cognitieve dissonantiereductie. Dit kan over schillende manieren plaatsvinden:
1. Je kunt je gedrag veranderen. Je moet stoppen met iets doen, zodat je je niet meer
gaat verplaatsen naar je oude gedrag. Vaak levert deze verandering veel voordelen
op.
2. Je kan je opvattingen veranderen. Je gaat dus je ideeën over jezelf en het onderwerp
waar het over gaat bij. Echter is dit wel lastig om uit te voeren in de praktijk, want we
houden ons graag vast aan onze meningen en opvattingen.
3. Het veranderen van de manier waarop je naar je gedrag of opvattingen kijkt. Dit is de
meest gebruikte methode. Je werkt hierbij aan dingen die net wat anders zijn dan
normaal.
De cognitieve dissonantietheorie is ontwikkeld door psycholoog Leon Festinger. Hij
onderzocht een sekte in Amerika die voorspelde dat de mensheid op een bepaalde datum
zou worden uitgeroeid. Sekteleden zegden hun baan op en verkochten hun huis. Festinger
was benieuwd wat er zou gebeuren als alles voor niets geweest zou zijn. Toen de mensheid
bleef bestaan kondigde de sekteleider een persconferentie aan. Hierin zei de sekteleider dat
God de aarde zou hebben gespaard doordat de sekte zo trouw en loyaal was naar God toe.
Cognitieve dissonantiereductie zegt dat wij vaak nog sterker achter een overtuiging
staan als het tegendeel is bewezen. Precies wat er bij deze sekte gebeurde.
§17.2: Waarom is het belangrijk dat een sociaal werker deze kennis heeft?:
Het komt heel veel voor dat mensen hun eigen gedrag rechtvaardigen om zo dissonantie te
vermijden. Je ziet het onder andere bij drugsverslaafden, vrouwen die niet weggaan bij een
loverboy, en criminelen.Cognitieve dissonantie verklaart hoe we met zelfbedrog kunnen
leven.
§17.3: Hoe past een sociaal werker deze kennis toen?:
Als je weet hoe zelfrechtvaardiging werkt, kan je je cliënten beter begrijpen en helpen. Door
erachter te komen wat de cliënt houvast geeft, moet je dus eigenlijk het tegenovergestelde
zeggen van wat de rest van zijn omgeving zegt. Stel de cliënt niet gerust, maar benoem ook
hier dat je beluistert dat het voor hem/haar belangrijk is om iets van het leven te maken. Als
het lukt om iemand zelf op cognitieve dissonantie op scherp te zetten, gaat iemand de
spanning voelen. Deze spanning wil je niet oplossen, maar vergroten Je wil dus vooral geen
cognitieve dissonantiereductie, want dan blijft het probleemgedrag bestaan. Als iemands
gedrag botst met belangrijke persoonlijke waarden wordt de situatie kansrijk. Meestal geven
de waarden namelijk doorslag.
§17.1: Wat is cognitieve dissonantie?:
Je weet heel veel over jezelf. Ieder jaar maken we weer goede voornemens, maar de
meeste hiervan komen nooit uit. Je doet iets dat eigenlijk tegen je goede voornemen in gaat.
Deze tegenstrijdigheid roept een vervelend gevoel op. Dit gevoel noemen we cognitieve
dissonantie. Omdat dit gevoel niet zo fijn is zal je het gevoel waarschijnlijk proberen te laten
verdwijnen. Zodra je mening en gedrag weer op één lijn zitten, neemt het onprettige gevoel
af. Dat is cognitieve dissonantiereductie. Dit kan over schillende manieren plaatsvinden:
1. Je kunt je gedrag veranderen. Je moet stoppen met iets doen, zodat je je niet meer
gaat verplaatsen naar je oude gedrag. Vaak levert deze verandering veel voordelen
op.
2. Je kan je opvattingen veranderen. Je gaat dus je ideeën over jezelf en het onderwerp
waar het over gaat bij. Echter is dit wel lastig om uit te voeren in de praktijk, want we
houden ons graag vast aan onze meningen en opvattingen.
3. Het veranderen van de manier waarop je naar je gedrag of opvattingen kijkt. Dit is de
meest gebruikte methode. Je werkt hierbij aan dingen die net wat anders zijn dan
normaal.
De cognitieve dissonantietheorie is ontwikkeld door psycholoog Leon Festinger. Hij
onderzocht een sekte in Amerika die voorspelde dat de mensheid op een bepaalde datum
zou worden uitgeroeid. Sekteleden zegden hun baan op en verkochten hun huis. Festinger
was benieuwd wat er zou gebeuren als alles voor niets geweest zou zijn. Toen de mensheid
bleef bestaan kondigde de sekteleider een persconferentie aan. Hierin zei de sekteleider dat
God de aarde zou hebben gespaard doordat de sekte zo trouw en loyaal was naar God toe.
Cognitieve dissonantiereductie zegt dat wij vaak nog sterker achter een overtuiging
staan als het tegendeel is bewezen. Precies wat er bij deze sekte gebeurde.
§17.2: Waarom is het belangrijk dat een sociaal werker deze kennis heeft?:
Het komt heel veel voor dat mensen hun eigen gedrag rechtvaardigen om zo dissonantie te
vermijden. Je ziet het onder andere bij drugsverslaafden, vrouwen die niet weggaan bij een
loverboy, en criminelen.Cognitieve dissonantie verklaart hoe we met zelfbedrog kunnen
leven.
§17.3: Hoe past een sociaal werker deze kennis toen?:
Als je weet hoe zelfrechtvaardiging werkt, kan je je cliënten beter begrijpen en helpen. Door
erachter te komen wat de cliënt houvast geeft, moet je dus eigenlijk het tegenovergestelde
zeggen van wat de rest van zijn omgeving zegt. Stel de cliënt niet gerust, maar benoem ook
hier dat je beluistert dat het voor hem/haar belangrijk is om iets van het leven te maken. Als
het lukt om iemand zelf op cognitieve dissonantie op scherp te zetten, gaat iemand de
spanning voelen. Deze spanning wil je niet oplossen, maar vergroten Je wil dus vooral geen
cognitieve dissonantiereductie, want dan blijft het probleemgedrag bestaan. Als iemands
gedrag botst met belangrijke persoonlijke waarden wordt de situatie kansrijk. Meestal geven
de waarden namelijk doorslag.