1- Hoeveel functionele eenheden zijn noodzakelijk voor gezonde dentitie?
welke factoren bepalen hoeveel tanden we vervangen? (bijvraag: hoe
vraag je dit aan de patiënt? Hoeveel antagonistische paren zijn nodig
voor goede functionele dentitie?
Afhankelijk van:
- staat van het gebit
- leeftijd
- functionele verwachtingen van het individu
kauwfunctie:
vermogen te kauwen (= objectief) bepaald a.h.v. kauwtesten: vb. Colorimetrische methode, Vb. roze +
blauwe kauwgom en dan kauwen
kauwcomfort (= subjectief): bepaald a.h.v. vragen (kan je goed kauwen? Lukt het om hard voedsel te
eten?
Ontbrekende tanden enkel vervangen om
- problemen op te lossen
- problemen te voorkomen: Bv knarser die al tanden afgebroken heeft door kracht => en tanden
verliezen zorgt dat kracht telkens toeneemt => ingrijpen anders meer tanden verliezen
Als occlusale paren verminderen:
- Verminderen van kauwvermogen > kauwcomfort
- Belang van kauwvermogen t.o.v. kauwcomfort?
objectief achteruit, maar subjectief mss evengoed. Als zachter eten (vaak minder gezond, geen noten,
rauwkost…) => aanraden om wel tanden te herstellen, of langer kauwen tot doorslikken
Occlusale eenheden zijn belangrijk voor steunfunctie = steun vinden op tanden => anders daling
beethoogte
2- Adhesie, cohesie en oppervlaktespanning en hoe je
hiermee best mogelijke prothese mee kan maken? Hoe
beinvloeden occlusie en articulatie stabiliteit en
retentie van UP? Welke O en A willen we bekomen bij
UP?
− Retentie = weerstand tegen trekkrachten (verticale krachten), ook = weerstand tegen verplaatsing van
de prothese volgens de inzetrichting
− Steun = weerstand tegen drukkrachten (verticale krachten), ook = weerstand tegen verplaatsing van
de prothese volgens de inzetrichting
− Stabiliteit = weerstand tegen horizontale krachten, ook = weerstand tegen verplaatsing van de
prothese in een andere richting dan de inzetrichting
Factoren belangrijk bij R, S en S van UP:
1
,Adhesie: Fysische aantrekkingskracht tussen niet-identieke moleculen speeksel zorgt voor adhesie tussen
prothese en onderliggende mucosa
adhesie ↑ contacthoek met vloeistof↓/oppervlakte bevochtiging↑
cohesie: fysische aantrekking van identieke moleculen tot elkaar Voorkeur voor een dun laagje speeksel
Oppervlaktespanning: resultaat van cohesieve krachten aan de oppervlakte, Probeert de vrije oppervlakte zo
klein mogelijk te houden Geeft weerstand tegen loskomen van de prothese aan de randen
Hoe kunnen deze krachten optimaal gebruikt worden bij protheseretentie? Optimale pasvorm van de
prothese (= planparalleliteit) Dun laagje speeksel vb: 2 droge glasplaten kleven niet aan elkaar 2
glasplaten met filmpje water tussen goede kleefkracht
Steunzone:
2
,Randaanpssing: Goede verzegeling van de protheseranden, afhv: Prothesedimensies, Positie van de muco-
gingivale grens, Spierkracht. Protheseranden tot op diepste punt van de functionele omslagplooi +
mucogingivale grens
Protheserand te kort deel van steunzone onbenut minder goede verzegeling vd rand
Protheserand te lang zal losgewrikt worden bij spieractiviteit
Protheserand te dun Te veel ruimte tussen wang/lippen en prothese + Te veel speekselstroom van en naar
de protheserand + Gemakkelijker loskomen van de prothese
Orale + faciale spieren: Tandpositie (hoe cuspideen op elkaar leggen) en prothesevorm (convex vs concaav)
moet de spieren helpen om de prothese op zijn plaats te houden
Tandpositie:
− Tandopstelling boven de alveolaire kam
− Prothesetanden~gelijkaardige positie dan natuurlijke tanden
− Igv significantie botresorptie natuurlijke tandpositie moeilijker aan te houden
3- Principe van SDA
Verkorte tandenboog (Shortend Dental Arch) SDA:
Bij SDA wordt na een eerste kleine migratie van de tanden een nieuw occlusaal evenwicht bereikt, wat
resulteert in een stabiele occlusie na 9 jaar follow-up. Dus het is een concept waarbij een functioneel gebit
wordt behouden met minder tanden.
Principe van verkorte tandboog: NIETS DOEN bij afwezigheid v pathologie en bij functioneel comfort
3
, Bij SDA: hoger risico voor restauratieve interventies en premolaren verlies
SDA CDA Complete tandboog: over de tijd toont CDA beste resultaten voor het behoud van niet-
gerestaureerde tanden, terwijl mensen met een verkorte tandboog of een gedeeltelijke prothese meer risico
lopen op tandverlies.
Wrm hebben mensen met uitneembare prothese vaker restauratie nodig, dan mensen die in zelfde situatie
zitten maar geen uitneembare prothese hebben?
- Prothese: vreemd voorwerp, bedekt de tanden => meer plaque accumulatie => groter risico cariës
- Prothese schuurt soms ook over natuurlijke tand => soms ontsteking gingiva
4- Wat gebeurt er met het alveolaire bot na extractie & waarom? wat zijn
de gevolgen hiervoor bij prothetische vervanging van dit element/
fysische en chemische gevolgen van tandverlies:
Fysische en anatomische gevolgen v tandverlies:
- Botverlies => lingualised occlusion
- Tandmigratie
- Musculaire veranderingen:
− Tandverlies => kauwfunctie => spieractiviteit en -densiteit
− Het dragen van een uitneembare prothese vergt een nauwgezette neuromusculaire controle
- Pijn en discomfort
− Mucosale letsels
− Voedselretentie onder de prothese
− Bot protuberanties
− Direct mechanisch trauma van nervus mentalis/nasopalatinus door de prothese
− Denture stomatitis
- Verlies v smaak: Vooral smaakpapillen op de tong/palatum molle
- Biomechanische gevolgen: Kauwefficiëntie met een natuurlijke dentitie >> volledige uitneembare
prothese ~ retentie & stabiliteit
- Psychosociale gevolgen:
− Rouw om het verlies van de tanden
− Onzeker zelfbeeld (↔ jeugd/schoonheid)
− Mondgezondheidsgerelateerde levenskwaliteit
- Fonetische gevolgen, Fonetische gevolgen v uineembare prothese:
o veranderde intra-orale ruimte veranderde luchtstroom
o veranderde dentoalveolaire articulatie [t] [d] [s] [z] [n] [l] [r] tong-alveolaire kam, [th] tong-
tanden
5- welke indicaties voor een uitneembaar prothese?
Tandverlies:
- volledige tandverlies: volledige uitneembare prothese
- gedeeltelijk tandverlies: partiële uitneembare prothese. Met voorwaarden:
o Gebrek aan alternatieven
o Optimaal ontwerp
o Gezonde pijlertanden
o Goede orale hygiëne
o Financiële overweging
o Op verzoek van de patiënt
Het verkorte-tandboogconcept maakt UPP vaak nutteloos
UPP worden geassocieerd met verhoogde cariës en parodontitis risisco
UPP steunt/beschermt resterend gebit niet
Financiële overwegingen: wnr implantaat of vaste bruggen financieel niet haalbaar zijn
4