1) VO tekening gezond parodontium. Bespreek 3 epithelen van
gingiva en alveolaire mucosa (= non-keratose epitheel)? Cellen
van periradiculaire ruimte? Bevloeiing? Cementum? Innervatie?
Epithelen:
bevat hoge cel-cohesie (desmosomen, tight junction)
hoge binding tussen epitheel-bindweefsel (retelijsten)
minder doorlaatbaar
snelle genezing => verdediging tegen parodontale infecties
samenstelling:
− 90% keratinocyten (differentierende epitheelcellen) zorgen voor specifieke
aanpassing tijdens opgroei naar oppervlak
− 10% clear cells: melanocyten, langerhanscellen, merkel cel, lymfocyt.
Epithelen v gingiva:
1) aanhechtingsepitheel (JE) juntionele epitheel: verbindt gingiva met tandoppervlak
- slechts beperkte differentiatie
- niet gekeratiniseerd
- stratum basale + supra-basale
- extern (tegen bindweefsel) & intern (tegen tand) basaal complex
- hoge turnover (vernieuwingssnelheid)
- zwakke schakel, doch must
2) oraal sulcus epitheel: ligt in sulcus, non-keratose (overgangsepitheel).
Non keratose: Stratum basale, supra basale, spinosum, intermediaire en oppervlakkige
laag
3) oraal epitheel: ortho-para keratose.
Ortho-para keratose: Stratum basale, spinosum, granulosum, corneum
Epitheel van alveolaire mucosa: lagen v non-keratose epitheel:
stratum basale (diepte laag):
- één cellaag dik (kuboïdale cel)
- weinig gedifferentieerd
- enige laag met celdeling
- bezit alle klassieke celorganellen
- vormt basaal complex
- intercellulaire verbinding: door tight junction, desmosomen, intermediate junction
stratum supra basale:
- 3 cellagen dik
- weinig verschil met stratum basale
- géén celdeling in deze laag
- stratum basale + supra-basele basale complex
stratum spinosum:
- 5 - 20 cellagen
- meer cellen en meer desmosomen (meer bindingen)
- [structuureiwitten] > (tonofilamenten T)
1
, - membrane coating granules gevormd MCG
intermediair en oppervlakkige laag:
- géén groot verschil tussen beiden
- duidelijke afplatting, verlies organellen
- cytoplasma gevuld met structuureiwitten
- MCG naar intercellulaire ruimte
- zelden vorming keratohyaline korrels
- opstappeling glycogeen
Non-keratose epithelen: (geen keratine laag, zelden vorming keratohyaline korrels)
o gingiva: ortho- of para-keratose: kan naar non-keratose tgv ontsteking
o palatum: ortho-keratose
o alveolaire mucosa: non-keratose: pseudo keratinisatie t.g.v. trauma prothese
o pocket epitheel: non-keratose
o col: non-keratose
Cellen van periradiculaire ruimte: vooral fibroblasten
Cementum: Cementoblast, Cementoclast, Cementocyt
Processus alveolaris: Osteoblast, Osteoclast, Osteocyt
Ligament: Restcellen Mallassez, Fibroblast , Immunologische cellen (macrofagen)
alle cellen in periradiculaire ruimte zorgen voor regeneratie
Wortelcementum: in cementum 2 lagen
1) a-cellulair of primaire cementum, komt tegen denitne gevormd tijdens
tandwortelvorming over de volledige wortellengte. collageenvezels verankerd in primaire
cementum. Dikte is 10µm
2) cellulaire of secundair cementum gevormd als tand in occlusie, enkel over apicaal 2/3 op
primair cementum dikte 0 tot 600 µm. Dikte toeneemt met leeftijd
Bloedvoorziening:
van parodontaal ligament:
- arteria dentalis heft 2 aftakkingen
− arteria intra-septalis: loopt in septum/bot
− peri-radiculaire ruimte
- die 2 aftakkingen verbonden via rami perforantes Dat is rondom de tand
van gingiva:
- arteria supra-periostale: loopt boven periost (hoog anastomoses met arteria intra-
septalis)
- sub-epitheliale plexus (direct onder epitheel)
- capillaire lussen (nog kleiner) worden groter bij ontsteking
van vrije gingiva: “creviculaire plexus”
- aftakking v a.dentalis vanuit peri-radic. ruimte
- arteria intra-septalis
- arteriae supra-periostale
2
, Tand 3x voorziening implantaat maar 1x (enkel arteria supra-periostale). Drm bij implantaat
meer risico aan necrose door gebrek v (PDL, feedback, zenuwen), minder cellen en voorziening
rondom
Innervatie: Zenuwen komen in vasculaire bundels samen met bloedvaten en lymfevaten verder
vertakken naar alle individuele tanden en pardontium rond tanden. Trigeminus (5de craniale zenuw)
met zijn takken (V1, V2: bovenste tanden en tandvlees, V3: ondertanden en tandvlees). Innervatie
en vascularisatie lopen samen Probleem met vascularisatie probleem met innervatie (en
omgekeerd)
Gespecialiseerde structuren in parodontium v parodontale ligament:
Ruffini: Belangrijkste voor parodontium
− Groot boom-vormig netwerk vertakt tss collagen vezels
− Basis v gevoeligheid v tanden (tempratuur en mechanoreceptoren) Kleinste
verandering in collagen vezels/ kleinste indruk/ kleinste onnauwkeurigheid v vulling
=> effect op ruffini-endings
Vrij zenuw-uiteinden: in pulpa hebben geen myeline schede reageert meer op
tempratuur en minder op druk
Pacini: druk-receptoren veel minder aanwezig in parodontaal ligament
Merkel-orgaanjes
Meissner
Exteroceptors (= external stimuli, bv voedsel) proprioceptors (stimuli van binnen lichaam, bv
spieren)
Functie v PL en innervatie vezels: activeert sensorische cortex bij eten van kogeltje (iets heel hard) =>
onmiddelijke stopzetteing v spieren => kogeltje niet verder belasten en zo vermijden v tandfractuur
Bij implantaat: geen PDL-receptoren, maar kan via periostale vezels rondom peri-implantaire
weefsels een druk opvangen overbelasting vermeden
Zenuw regenratie?
- Onmiddelijke extractie v tand => implantaat zetten: zenuwvezels blijven
gestimuleerd en verder vertakken obv blijvende doorbloeding
- Extractie v tand en na zekere tijd zetten v implantaat => atrofie v bloedvaten => kan
leiden tot degenratie of verdwijnen v zenuwen
2) Benoem vezels van alveolaire mucosa? gingivale vezels? Sharpy vezels? Beschrijf wat je ziet in
horizontale doorsnede van het alveolair septum vanuit de periradiculaire ruimte tot periosteum?
gingivale groeve?
Vezels:
collageen: (onoplosbaar glycoproteïne, geeft meer treksterkte):hoofdzakelijk Type I (bot,
dentine, huid), Type III (10% fibrilmassa), Type V, VI en XII. Collageen vezels in PDL
Elastine: (overvloedig in alv. mucosa, beperkt in PDL en gingiva: rondom bloedvaten)
oxytalan: (in PL en gingiva, soort pre-elastine = elastisch, functie: relaps orthodontie (tanden
na orthodontische behandeling terugkeren naar hun oorspronkelijke positie))
Reticuline: weinig aanwezig (t.h.v. overgang epitheel/endotheel en bindweefsel)
Gingivale vezels
Gingivale vezels:
3