100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na je betaling Lees online óf als PDF Geen vaste maandelijkse kosten 4.2 TrustPilot
logo-home
Samenvatting

COMPLETE SAMENVATTING PARASITOLOGIE 2025 incl. lijstjes, vb examenvragen, foto's en termen

Beoordeling
-
Verkocht
-
Pagina's
139
Geüpload op
12-08-2025
Geschreven in
2024/2025

Dit document bevat alles wat er in de slides staat en dingen die in de les zijn besproken. Er staat ook aangegeven wat belangrijk is om te kennen en voorbeeldexamenvragen. Inclusief achteraan lijstjes, foto's van de belangrijkste preparaten en een lijst met uitgewerkte termen! Gemaakt in 2025.

Meer zien Lees minder













Oeps! We kunnen je document nu niet laden. Probeer het nog eens of neem contact op met support.

Documentinformatie

Geüpload op
12 augustus 2025
Aantal pagina's
139
Geschreven in
2024/2025
Type
Samenvatting

Voorbeeld van de inhoud

PARASITOLOGIE
HOOFDSTUK 1: ALGEMENE BEGRIPPEN EN SYSTEMATIEK
1.1 INLEIDING
Het is niet nodig om de systematiek van parasieten volledig vanbuiten te leren, maar het kan het
studeren wel vergemakkelijken als je parasieten in gelijkaardige groepen kan onderbrengen.

Symbiose is een samenlevingsvorm tussen (meer dan) twee soorten. Er bestaan verschillende
vormen:

- Mutualisme: Beide organismen zijn van elkaar afhankelijk en ondervinden voordeel,
zonder schade toe te brengen aan elkaar.

- Commensalisme: Eén organisme heeft voordeel, terwijl de ander in principe geen
nadeel ondervindt. Bijvoorbeeld: de clownvis gebruikt de anemoon als bescherming
dankzij zijn dikke mucuslaag. De anemoon heeft hier geen voordeel, maar ook geen
nadeel van. Toch kan commensalisme pathologisch worden, zoals bij mee-eters op de
huid die acne kunnen veroorzaken.

- Parasitisme: De parasiet haalt voordeel uit de gastheer, die daarbij beschadigd wordt.
Er is een afhankelijkheidsrelatie aanwezig.




Ongeveer 50% van alle diersoorten leeft in een bepaald stadium van hun levenscyclus
parasitair. Daarnaast kunnen 100% van alle dieren en planten geparasiteerd worden. Bij de
mens komt dit relatief weinig voor, voornamelijk dankzij goede hygiëne. Er kunnen meerdere
parasietsoorten per gastheersoort voorkomen, en soms heeft één parasiet meerdere gastheren
nodig tijdens zijn cyclus. In dat geval spreken we van een zoönose, waarbij een parasiet van een
gewerveld dier wordt overgedragen op de mens (bv. Toxoplasma gondii van kat op mens). Let op:
bij malaria is de mug een vector, geen gewerveld dier, dus geen zoönose.

1.2 DEFINITIES
Je hoeft deze termen niet vanbuiten te leren.

- Facultatief parasitair: Het organisme kan overleven zonder gastheer, maar als die
toevallig aanwezig is, kan er infectie optreden — vaak met ernstige symptomen omdat de
parasiet slecht is aangepast.

- Permanent parasitair: De parasiet kan niet overleven zonder gastheer. Een voorbeeld
zijn luizen, die hun volledige levenscyclus in de gastheer doorlopen.

- Incidenteel: Parasiet bevindt zich in de verkeerde gastheer of op de verkeerde plaats.


Pagina 1 van 139

, - Erratisch: De parasiet sterft omdat hij zich op een ongeschikte plaats bevindt.

- Euryxeen: Parasiet met een brede gastheerrange (bijv. zoönosen zoals Toxoplasma van
kat naar mens).

- Homoxeen: Parasiet met een eenvoudige cyclus zonder tussengastheren.

- Tussengastheer: Bevat een immature parasiet (vaak een larve) waarin ontwikkeling
plaatsvindt.

- Paratenische gastheer: Geen ontwikkeling van de parasiet, maar de cyclus wordt
tijdelijk onderbroken. De parasiet wacht tot hij verder kan ontwikkelen (bijvoorbeeld een
kip die een regenworm eet).

Vectoren

- Biologische vector: De parasiet vermenigvuldigt zich in de vector (bv. malaria in
muggen).

- Mechanische vector: De parasiet wordt fysiek overgedragen zonder zich in de vector te
ontwikkelen (bv. bloedzuigers, vliegen).

Infectiefasen

- Prepatente fase: Tijdsperiode tussen infectie en het verschijnen van uitscheidbare
parasieten (bv. eieren in stoelgang).

- Patente fase: Periode waarin de gastheer infectieus is en parasieten uitscheidt. Voor
dierenartsen is vooral de prepatente fase belangrijk, omdat het wenselijk is om te
behandelen vooraleer de infectiedruk stijgt.

Andere termen

- Reservoir: Dier waarin de parasiet aanwezig is, zich voortplant, en besmettelijk is,
zonder symptomen te veroorzaken (subklinisch).

Soorten zoönosen

- Directe zoönosen: Via direct contact met het dier.

- Cyclozoönosen: Via eetgewoonten, bv. rauw
rundsvlees met lintwormlarven.

- Metazoönosen: Overdracht via vectoren (bv. muggen).

- Saprozoönosen: Infectiebron bevindt zich in de
omgeving (besmetting vanuit dierlijke uitwerpselen of
kadavers).

Adaptatie en voortplanting van parasieten

Een parasiet moet zich aanpassen aan de gastheer om succesvol te kunnen:

- Infecteren

- Overleven

- Zich voortplanten

Pagina 2 van 139

,De levenscyclus is afgestemd op maximale reproductie. Bijvoorbeeld: grotere wormen
produceren meer eieren. Meestal zijn de vrouwtjes groter dan de mannetjes.

- Hermafrodiet: Een organisme met zowel mannelijke als vrouwelijke geslachtsorganen,
maar meestal vindt geen zelfbevruchting plaats.

- Parthenogenese: Vrouwtjes kunnen zich voortplanten zonder mannetjes.

In bepaalde klimaten (bv. gematigde streken) is er een seizoensgebonden verlies aan
activiteit, waardoor parasitaire cycli tijdelijk stilvallen. In de tropen is dit minder het geval
(bijvoorbeeld muggen die het hele jaar actief blijven).

Parasieten kunnen het immuunsysteem ontwijken door:

- Gastheer-antigenen in te bouwen

- Antigene variatie

- Zich te verstoppen in "immunologische schuilplaatsen", zoals het centraal zenuwstelsel
of intracellulair

Wat bepaalt gastheerspecificiteit?

1. Gastheer vinden (host-finding):

o Ecologische of geografische beperkingen (bv. tropische vectoren komen hier niet
voor).

o Specifieke prikkels zoals:

▪ Geotaxis (zwaartekracht)

▪ Chemotaxis (chemische signalen)

▪ Luminotaxis (lichtgevoeligheid)

▪ Attractanten (geur, zweet)

o Tussengastheren die deel uitmaken van het dieet (bv. lintworm door rauw vlees).

o Gedragsverandering bij tussengastheren (bv. muizen besmet met Toxoplasma
worden roekelozer → kat eet muis → kat raakt besmet).




Pagina 3 van 139

, 2. Vestiging in de gastheer:

o Doorboren van huid

o ‘Hatching’ of ‘exsheathing’ door stimuli zoals temperatuur, pH, redox-condities,
of verteringsenzymen.

3. Groei en voortplanting:

o Afwezigheid van de juiste stimuli

o Immuunrespons van de gastheer

o Beschikbaarheid van essentiële nutriënten

MECHANISMEN VAN INFECTIE

Er zijn verschillende manieren waarop een parasiet een gastheer kan infecteren:

- Passief:

o Via voeding of drinkwater

o Door direct contact

- Actief:

o Via vectoren: Bloedzuigende of bijtende vectoren zoals muggen of bloedzuigers
(bloedzuigers dragen bijna altijd een parasiet over).

o Via speciale ontwikkelingsvormen: Bijvoorbeeld larven die actief
binnendringen.

o Verticale transmissie: Overdracht van moeder op kind, bv. bij Toxoplasma
gondii.

OVERLEVING EN IMMUNITEIT

- Ectoparasieten: Hebben een beperkte overlevingsduur buiten de gastheer.

- Endoparasieten:

o Intracellulair (IC): Ontwijken het immuunsysteem door zich binnen cellen te
verstoppen (immune avoidance). Voorbeeld: Toxoplasma, dat zich IC bevindt en
cysten vormt → levenslange infectie.

o Extracellulair (EC): Ontwijken het immuunsysteem via:

▪ Antigene variatie

▪ Bekleden van het celoppervlak met gastheer-eiwitten

▪ Vorming van beschermende structuren zoals cysten

Belangrijk: De balans tussen weerstand van de gastheer en het gewicht (belasting) van de
parasiet bepaalt of ziekte ontstaat. Als de parasitaire belasting groter is dan de afweer van de
gastheer, ontstaat ziekte.


Pagina 4 van 139

,Factoren die de gastheerweerstand beïnvloeden

- Immuunsuppressie:

o Chemotherapie

o HIV

o Diabetes

- Leeftijd:

o Jonge en oudere
dieren/mensen zijn
gevoeliger

- Fysiologische toestand:

o Zwangerschap, menstruatie

- Voeding:

o Ondervoeding verhoogt vatbaarheid

- Infectiedruk:

o Infectie met één parasiet is vaak onschuldig

o Meerdere parasieten verhogen de kans op symptomen

o Dierenartsrol: Infectiedruk op bedrijfsniveau zo laag mogelijk houden



LOCATIE VAN INFECTIE EN PATHOGENICITEIT

- Dunne darm is fysiologisch het belangrijkst voor vertering → parasitaire infecties daar
zijn vaak ernstiger.

- Parasieten die migreren in het lichaam (na infectie via darm) zijn vaak pathogener.

- Uitzonderingen: Bij het paard en konijn is de dikke darm belangrijker → vaker infecties in
dikke darm.

EFFECTEN VAN PARASITAIRE INFECTIES

- Wasting / Spoliatie: De parasiet neemt essentiële voedingsstoffen op → de gastheer
krijgt tekorten.

- Superinfecties: Parasieten kunnen andere pathogenen (bv. bacteriën) meenemen, bv.
door beschadiging van de darmbarrière.

- Toxische stoffen: Sommige parasieten, zoals bij malaria, produceren toxines → koorts
als reactie.

- Immunosuppressie: Door onderdrukking van afweermechanismen (bv. fagocytose
blokkeren).


Pagina 5 van 139

, - Allergieën: Bijvoorbeeld bij stofmijtallergie — stofmijten zijn technisch gezien
parasieten, hun antigenen kunnen een immuunreactie uitlokken via inhalatie.

- Mechanische schade: Parasieten kunnen door hun grootte obstructies veroorzaken. Dit
gebeurt enkel als er meerdere aanwezig zijn.

- Eosinofilie: De meeste parasitaire infecties geven een verhoogd aantal eosinofielen in
het bloed.

KLINISCH VERLOOP EN SYMPTOMEN

- Meeste infecties zijn subklinisch.

- Ziekte ontstaat bij:

o Hoge infectiedruk

o Verminderde specifieke immuniteit (bv. bij kinderen)

o Verminderde aspecifieke afweer

Typische symptomen

- Anemie: Bloedverlies bij bloedzuigers

- Diarree en constipatie: Wisselen elkaar af

- Icterus (geelzucht): Komt vaak voor bij chronische malaria door aantasting van de rode
bloedcellen

LEVENSCYCLUS VAN PARASIETEN

- Sommige parasieten hebben een complexe cyclus met:

o 1 tot 4 opeenvolgende gastheren

o Afwisseling tussen ongewervelde en gewervelde gastheren

o Mogelijkheden tot horizontale en verticale transmissie

→ Adaptatie aan selectiedruk leidt tot:

- Maximale vruchtbaarheid

- Maximale overleving

Uitdagingen voor de industrie:

- Ontwikkelen van controleprogramma’s

- Begrijpen van de evolutionaire verwantschappen tussen parasieten




Pagina 6 van 139
€8,96
Krijg toegang tot het volledige document:

100% tevredenheidsgarantie
Direct beschikbaar na je betaling
Lees online óf als PDF
Geen vaste maandelijkse kosten

Maak kennis met de verkoper
Seller avatar
3ebachDGK2025
4,0
(1)

Maak kennis met de verkoper

Seller avatar
3ebachDGK2025 Universiteit Antwerpen
Bekijk profiel
Volgen Je moet ingelogd zijn om studenten of vakken te kunnen volgen
Verkocht
5
Lid sinds
9 maanden
Aantal volgers
0
Documenten
2
Laatst verkocht
4 weken geleden

4,0

1 beoordelingen

5
0
4
1
3
0
2
0
1
0

Recent door jou bekeken

Waarom studenten kiezen voor Stuvia

Gemaakt door medestudenten, geverifieerd door reviews

Kwaliteit die je kunt vertrouwen: geschreven door studenten die slaagden en beoordeeld door anderen die dit document gebruikten.

Niet tevreden? Kies een ander document

Geen zorgen! Je kunt voor hetzelfde geld direct een ander document kiezen dat beter past bij wat je zoekt.

Betaal zoals je wilt, start meteen met leren

Geen abonnement, geen verplichtingen. Betaal zoals je gewend bent via Bancontact, iDeal of creditcard en download je PDF-document meteen.

Student with book image

“Gekocht, gedownload en geslaagd. Zo eenvoudig kan het zijn.”

Alisha Student

Veelgestelde vragen