LES 1 – OBSTRUCTIEVE LONGWEGAANDOENINGEN
COPD
= chronisch inflammatoire aandoening:
Inflammatie luchtwegen De hiermee gepaarde luchtwegobstructie is
Verlies longparenchym (emfyseem) onomkeerbaar en neemt progressief toe
Vaak verward met chronische bronchitis: chronische hoest, sputum> 3 maand/jaar voor 2 jaar
- Aantasting slijmbekercellen: hyperplasie = grotere slijmproductie
- Aantasting trilharen: slijmen komen minder goed naar boven
Dit kan gepaard gaan met COPD, maar zonder luchtwegobstructie is het geen COPD
Emfyseem: afbraak longparenchym => subtype COPD
- Abnormale uitzetting luchthoudende holtes distaal van de respiratoire bronchiolen
- Destructie van alveolaire wanden
Er worden grote gaten gevormd die we kunnen visualiseren met een CT-scan
Risicofactoren COPD
Exposure factoren Gastheer factoren
o (Passief) roken (1/3 COPD) o Voeding
o Beroepsfactoren: slecht verlucht o Infecties
o Luchtverontreiniging o Leeftijd: luchtwegen vernauwen
o Biomass verbranding o Vroeggeboorte
o Astma
o Genetisch
Prevalentie: gemiddeld 10% van de bevolking
Pathogenese
Multicellulair proces met één sleutelcel:
Neutrofielen zetten mediatoren vrij in een gebied van inflammatie en
houden zo het inflammatieproces mee op gang. Ze zorgen voor een
vernauwing van de luchtwegen en alveolaire destructie.
Bij emfyseem (alveolaire destructie) wordt het parenchym een
losmazig netwerk, de banden die de luchtwegen ophangen verdwijnen.
Door externe druk zullen de luchtwegen dichtvallen, vooral bij expiratie
airflow limitatie
We hebben weinig effectieve medicatie tegen deze inflammatie
<-> astma: eosinofilaire inflammatie (inhalatiecorticosteroiden)
,Diagnose en symptomen
1) Hoest
2) Sputumproductie
3) Purulentie: etterige sputa (groene sputa: infectie)
4) Kortademigheid
Spirometrie = luchtverplaatsing die iemand kan genereren
Volume-tijd curve Flow-volume curve
Post bronchodilator FEV1/FVC ratio < 0.7 = diagnose obstructief longlijden
COPD: hyperinflatie
Je ademt uit, maar je luchtwegen vallen dicht waardoor er
lucht achterblijft en het residueel volume toeneemt. Je krijgt
een tonvormige thorax en weinig dynamisch volume.
- FRC stijgt
- VC daalt
- RV stijgt
Klinisch verloop en complicaties
Ernst op basis van spirometrie
Stage I: mild FEV1/FVC < 0.70
FEV1 > 80% predicted
Stage II: matig FEV1/FVC < 0.70
50% < FEV1 < 80% predicted
Stage III: ernstig FEV1/FVC < 0.70
30% < FEV1 < 50% predicted
Stage IV: zeer ernstig FEV1/FVC < 0.70
FEV1 < 30% predicted
o Exacerbaties = opstoten die meestal veroorzaakt worden door een infectie waarbij de ontsteking
plots explosief is en de luchtwegen helemaal laat dichtslibben. Dit zorgt voor een aanhoudende
toename (48h) van dyspneu en/of sputumproductie en/of purulentie gepaard met koorts,
verkoudheid en hoesten.
Deze exacerbaties zorgen voor een progressieve daling van longfunctie door onvolledig herstel
na elke episode. Na een infectie neemt de kans op een tweede infectie toe en hoe meer
opstoten je doormaakt, hoe groter de kans op hospitalisatie en overlijden.
, o Systemische inflammatie: naast de longinflammatie kan er een ‘spill-over’ zijn naar de circulatie
waardoor andere processen mee worden geaccelereerd = co-morbiditeiten
- Cardiovasculair lijden
- Osteoporose
- Myopathie, wasting en anorexia
- Depressie
- Diabetes
- Longkanker
We zijn een ouder wordende bevolking waardoor de incidentie van comorbiditeiten toeneemt
Mortaliteit: mensen met een slechte longfunctie (erntig COPD)
overlijden vooral aan respiratoir falen > cardiovasculair lijden >
longkanker omdat de mensen die longkanker hadden al
overleden zijn.
Het %overlijdens aan cardiovasculair lijden blijft in alle groepen
ongeveer hetzelfde, daarom moet je bij de behandeling er
altijd een cardioloog bijhalen.
o Verschillende fenotypes
Pink puffer: magere mensen omdat ze al hun energie steken in ventilatie (normale saturatie)
Blue bloater: obese metabool actieve patiënt (desaturatie)
Classificatie
GOLD-classificatie (EXAMEN)
Horizontale as: symptomen (mMRC/CAT)
Verticale as: geschiedenis van exacerbaties
Nieuw model: het is onwaarschijnlijk dat iemand
met veel opstoten weinig symptoomlast heeft
Astma
= chronisch inflammatoire aandoening van de luchtwegen met recidiverende aanvallen van
reversibele bronchoconstrictie. Dit gaat gepaard met luchtweg hyperreactiviteit.
Extrinsieke oorzaken: allergie bv. huismijt, pollen, schimmel
Intrinsieke oorzaken: inherente overgevoeligheid aan infecties, gassen, dampen (ouderen)
Pathogenese
T-lymfocyten en mastcellen
= allergische cellen met IGE-antistoffen die zorgen voor degranulatie en
vervolgens voor een verdikking van het basaal membraan (type II inflammatie)
<-> COPD: hyperplasie slijmvlies door neutrofielen
COPD
= chronisch inflammatoire aandoening:
Inflammatie luchtwegen De hiermee gepaarde luchtwegobstructie is
Verlies longparenchym (emfyseem) onomkeerbaar en neemt progressief toe
Vaak verward met chronische bronchitis: chronische hoest, sputum> 3 maand/jaar voor 2 jaar
- Aantasting slijmbekercellen: hyperplasie = grotere slijmproductie
- Aantasting trilharen: slijmen komen minder goed naar boven
Dit kan gepaard gaan met COPD, maar zonder luchtwegobstructie is het geen COPD
Emfyseem: afbraak longparenchym => subtype COPD
- Abnormale uitzetting luchthoudende holtes distaal van de respiratoire bronchiolen
- Destructie van alveolaire wanden
Er worden grote gaten gevormd die we kunnen visualiseren met een CT-scan
Risicofactoren COPD
Exposure factoren Gastheer factoren
o (Passief) roken (1/3 COPD) o Voeding
o Beroepsfactoren: slecht verlucht o Infecties
o Luchtverontreiniging o Leeftijd: luchtwegen vernauwen
o Biomass verbranding o Vroeggeboorte
o Astma
o Genetisch
Prevalentie: gemiddeld 10% van de bevolking
Pathogenese
Multicellulair proces met één sleutelcel:
Neutrofielen zetten mediatoren vrij in een gebied van inflammatie en
houden zo het inflammatieproces mee op gang. Ze zorgen voor een
vernauwing van de luchtwegen en alveolaire destructie.
Bij emfyseem (alveolaire destructie) wordt het parenchym een
losmazig netwerk, de banden die de luchtwegen ophangen verdwijnen.
Door externe druk zullen de luchtwegen dichtvallen, vooral bij expiratie
airflow limitatie
We hebben weinig effectieve medicatie tegen deze inflammatie
<-> astma: eosinofilaire inflammatie (inhalatiecorticosteroiden)
,Diagnose en symptomen
1) Hoest
2) Sputumproductie
3) Purulentie: etterige sputa (groene sputa: infectie)
4) Kortademigheid
Spirometrie = luchtverplaatsing die iemand kan genereren
Volume-tijd curve Flow-volume curve
Post bronchodilator FEV1/FVC ratio < 0.7 = diagnose obstructief longlijden
COPD: hyperinflatie
Je ademt uit, maar je luchtwegen vallen dicht waardoor er
lucht achterblijft en het residueel volume toeneemt. Je krijgt
een tonvormige thorax en weinig dynamisch volume.
- FRC stijgt
- VC daalt
- RV stijgt
Klinisch verloop en complicaties
Ernst op basis van spirometrie
Stage I: mild FEV1/FVC < 0.70
FEV1 > 80% predicted
Stage II: matig FEV1/FVC < 0.70
50% < FEV1 < 80% predicted
Stage III: ernstig FEV1/FVC < 0.70
30% < FEV1 < 50% predicted
Stage IV: zeer ernstig FEV1/FVC < 0.70
FEV1 < 30% predicted
o Exacerbaties = opstoten die meestal veroorzaakt worden door een infectie waarbij de ontsteking
plots explosief is en de luchtwegen helemaal laat dichtslibben. Dit zorgt voor een aanhoudende
toename (48h) van dyspneu en/of sputumproductie en/of purulentie gepaard met koorts,
verkoudheid en hoesten.
Deze exacerbaties zorgen voor een progressieve daling van longfunctie door onvolledig herstel
na elke episode. Na een infectie neemt de kans op een tweede infectie toe en hoe meer
opstoten je doormaakt, hoe groter de kans op hospitalisatie en overlijden.
, o Systemische inflammatie: naast de longinflammatie kan er een ‘spill-over’ zijn naar de circulatie
waardoor andere processen mee worden geaccelereerd = co-morbiditeiten
- Cardiovasculair lijden
- Osteoporose
- Myopathie, wasting en anorexia
- Depressie
- Diabetes
- Longkanker
We zijn een ouder wordende bevolking waardoor de incidentie van comorbiditeiten toeneemt
Mortaliteit: mensen met een slechte longfunctie (erntig COPD)
overlijden vooral aan respiratoir falen > cardiovasculair lijden >
longkanker omdat de mensen die longkanker hadden al
overleden zijn.
Het %overlijdens aan cardiovasculair lijden blijft in alle groepen
ongeveer hetzelfde, daarom moet je bij de behandeling er
altijd een cardioloog bijhalen.
o Verschillende fenotypes
Pink puffer: magere mensen omdat ze al hun energie steken in ventilatie (normale saturatie)
Blue bloater: obese metabool actieve patiënt (desaturatie)
Classificatie
GOLD-classificatie (EXAMEN)
Horizontale as: symptomen (mMRC/CAT)
Verticale as: geschiedenis van exacerbaties
Nieuw model: het is onwaarschijnlijk dat iemand
met veel opstoten weinig symptoomlast heeft
Astma
= chronisch inflammatoire aandoening van de luchtwegen met recidiverende aanvallen van
reversibele bronchoconstrictie. Dit gaat gepaard met luchtweg hyperreactiviteit.
Extrinsieke oorzaken: allergie bv. huismijt, pollen, schimmel
Intrinsieke oorzaken: inherente overgevoeligheid aan infecties, gassen, dampen (ouderen)
Pathogenese
T-lymfocyten en mastcellen
= allergische cellen met IGE-antistoffen die zorgen voor degranulatie en
vervolgens voor een verdikking van het basaal membraan (type II inflammatie)
<-> COPD: hyperplasie slijmvlies door neutrofielen