Wat zijn de talige kenmerken van een instructie?
De beleefde vraag:
i.p.v. directe opdracht te formuleren, vraag stellen. Een
leerkracht kan een vraag stellen om iets gedaan te krijgen,
maar ook om de interactie binnen de groep te bevorderen
Achmad, zou jij Dina misschien even kunnen zeggen op
welke bladzijde we zijn?
De imperatief:
Vaak enkelvoudsvorm (“Doe je boek open!)
Om de imperatief wat vriendelijker te maken ‘maar’ en
‘even’ gebruiken (“Schrijf de zinnen maar even op.”).
De “we-vorm” en “jullie-vorm”:
kleuters gevoel geven dat leerkracht dicht bij hen staat
gebruik maken van de “we-vorm” (“We gaan luisteren naar
een korte dialoog.”).
“jullie-vorm” creëert wat meer afstand
Het diminutief:
Bepaalde woorden in opdracht verzwakken